Stijn Fockedey
‘Kalmte heeft ons gered, maar wiegt ons nu in slaap’
Keep calm and carry on was de leuze in Londen toen Groot-Brittannië tijdens de Tweede Wereldoorlog door nazi-Duitsland werd gebombardeerd. Het is ook al enkele jaren de leuze van de Belgische consument. De pandemie, de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en wellicht ook de aanslag in Brussel: de Belgische consument schrikt en sakkert misschien even, maar blijft daarna onverstoorbaar genieten van het leven. Als er geld uitgegeven kan worden, dan wordt het uitgegeven.
De Belgische gezinnen gaven in 2022 met zijn allen ongeveer 280 miljard euro uit, zowat de helft van het Belgische bbp. Die enorme smak geld houdt de vaart erin. Het legt al sinds de pandemie een stevig fundament onder het economische herstel waarmee België zichzelf verbaasde. We mogen elkaar bedanken voor onze onverstoorbaarheid en het feit dat het economische herstel aanhoudt. Maar de prijs is ondertussen te hoog geworden.
De verklaring voor de immer onverstoorbare Belgische consument is algemeen bekend. De automatische indexering van de lonen van werknemers houdt de koopkracht op peil, maar slaat een gat in de kas van de bedrijven. Kort na de pandemie was het nog ergens te rechtvaardigen dat de bedrijven hun deel van de pijn droegen. Ze konden toen ook rekenen op overheidssteun en door het uitgebreide systeem van tijdelijke werkloosheid konden ze hun personeel aan boord houden. Sinds 2022 is het evenwicht zoek, de bedrijven betalen nu de crisis. En omdat de lonen bij de belangrijkste handelspartners in een trager tempo stijgen, gaat onze competitiviteit achteruit. De lezers van Trends en de kijkers van Kanaal Z weten dat uiteraard al lang, maar bij veel politici en de vakbonden is het blijkbaar nog niet altijd doorgedrongen.
‘Sinds 2022 is het evenwicht zoek, de bedrijven betalen nu de crisis.’
Er vloeit te veel geld weg uit de Belgische economie. We waren al te afhankelijk van het buitenland voor onze energievoorziening, en de consument shopt steeds meer over de grens. Nu begint het verlies aan competitiviteit zich te vertalen in meer tijdelijke werkloosheid, in contracten die naar buitenlandse concurrenten gaan en in een bedrijfssluiting hier en daar. Zolang er geen grote herstructureringsgolf of een extreem strenge winter komt, zal de consument weliswaar blijven spenderen alsof er niets aan de hand is. Dat is goed nieuws voor de Belgische economie, maar onder de waterlijn moeten er dringende reparaties gebeuren. We hebben een allesomvattend competitiviteitspact nodig.
Het gaat niet alleen om het wegwerken van de loonkostenhandicap, maar ook om het wegwerken van de arbeidskrapte en het verhogen van de productiviteit en de concurrentie in de dienstensector. Deze keer komen we er niet met cosmetische aanpassingen, en zelfs niet met het eenvoudig overslaan van een indexaanpassing. Dat laatste is hoe dan ook onhaalbaar; in de aanloop naar politieke en sociale verkiezingen kunnen we volkswoede en sociale onrust missen als kiespijn.
Wat er moet gebeuren, is vooral federale materie. Op het Vlaamse niveau is er eigenlijk maar één dossier van tel om de economie draaiende te houden: de stikstofknoop. Er circuleren lijstjes van miljarden aan investeringen die uitgesteld worden of geblokkeerd zijn door vergunningsproblemen. De ethaankraker van Ineos is slechts de mediagenieke top van de ijsberg. Voka en twintig andere sector- en werkgeversfederaties trokken dinsdag nog maar eens aan de alarmbel. Maar ze kijken best ook in eigen boezem. De open brief aan de Vlaamse regering werd niet ondertekend door de Boerenbond en andere sleutelspelers in het dossier. Het conflict tussen de landbouw en de industrie is nog altijd niet ontmijnd, en dat staat een goede oplossing in de weg.
Het is niet de meeste positieve noot om af te sluiten, maar het kan niet anders. De federale en de Vlaamse regering zijn politiek verlamd tot minstens eind 2024. De enige reden waarom ze de luxe hebben om te kibbelen, is dat de gezinnen en de bedrijven het land recht houden. Dat besef zou tot nederigheid moeten leiden bij de politici. ‘Bedankt!’, zou het eerste woord van hun verkiezingscampagne in 2024 moeten zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier