Nog voor de begrotingsbesprekingen rond zijn, kondigden de vakbonden al een driedaagse staking aan. Sommige commentatoren noemden het onzin om ‘boe’ te roepen voordat je weet wat er beslist is. Of is er al genoeg reden tot onrust?
De begroting toont welke uitgaven de regering zinvol acht en met welke middelen ze die zal bekostigen. Idealiter zorgen overheidsbestedingen ervoor dat alle burgers de kans krijgen voluit aan het sociaaleconomische leven deel te nemen. Daartoe dienen onderwijs, natuur en cultuur, innovatie en infrastructuur. Ook collectieve voorzieningen om risico’s te delen zijn een overheidstaak. Dat gaat over zorg en pensioenen, veiligheid en justitie. Goed beleid maakt dat alle burgers naar vermogen aan de samenleving én aan de pot voor collectieve voorzieningen kunnen bijdragen. Hoe meer welzijn, hoe meer inkomsten de overheid ontvangt om in meer welzijn te investeren. Een gezond overheidsbudget creëert een positieve spiraal van uitgaven en inkomsten.
België heeft een begrotingstekort van 26 miljard, en bij ongewijzigd beleid wordt dat over vier jaar 39 miljard. De kringloop van welzijn voor allen en bijdragen naar vermogen blijkt ernstig ontregeld. Steeds meer mensen kunnen door langdurige ziekte of werkloosheid niet meer meedraaien. Tegelijk is de belastingdruk voor de top 1 procent van de inkomens maar de helft van die voor de doorsnee-Belg. De vraag is of de regering die scheefgroei structureel zal rechttrekken. Zal het budget bijdragen tot sociale rechtvaardigheid, welzijn en kansen voor iedereen? Of wordt de portemonnee van de gewone mensen verder uitgeknepen om de belangen van rijke aandeelhouders en investeerders te vrijwaren?
Vakbonden zijn niet de enigen die met argusogen volgen hoe de overheid de publieke middelen beheert. In een recent interview in Knack stelt Paul De Grauwe, professor aan de London School of Economics, dat de democratie in gevaar komt als de sociale ongelijkheid niet wordt weggewerkt. Door alleen in de uitgaven te snijden, zet de regering haar middelen voor welzijnscreatie en risicobeheersing verder onder druk, terwijl de sociale kloof blijft groeien. Dat drijft burgers richting extreme partijen.
Hoe meer welzijn, hoe meer inkomsten de overheid ontvangt om in meer welzijn te investeren.
In haar nieuwe boek The Law of Capitalism and How to Transform It onderzoekt Katharina Pistor, professor aan Columbia Law School, waarom die scheefgroei zo moeilijk te corrigeren is. Geregeld trachten overheden het losgeslagen winstbejag te beteugelen. Een crisis zoals in 2008 wil niemand meer, toch? Welnu, telkens weer slaagt het kapitaal erin die nieuwe wetten en regels te omzeilen. Pistor toont aan dat in het kapitalistische rechtssysteem vermogende partijen meer middelen hebben om geschillen in hun voordeel te beslechten en de wetgeving naar hun hand te zetten. Zo gebruiken ze publieke voorzieningen – inclusief het recht – voor private winst. Alleen door dergelijke gaten in de wetgeving te dichten en een gelijk speelveld voor iedereen te garanderen, kan de overheid de budgettaire kringloop weer rond krijgen.
De vakbonden hebben dus een punt. Alleen is het maar de vraag of staken nog een zinvolle strategie is. Dat zet werknemers tegen werkgevers op, juist nu ook bij die laatsten de vraag naar een leefbare en regeneratieve economie steeds luider klinkt. Eén op de drie start-ups stelt missie boven winst. Een nakende studiedag over economie en planetaire grenzen van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling trekt massaal publiek. De Convention of Enterprises for the Climate bracht onlangs in Brussel bijna 200 bedrijfsleiders bijeen. Het tij is aan het keren.
De vraag is of ook de vakbonden zich in een regeneratief economisch model herkennen. Als dat zo is, kunnen ze maar beter met vooruitziende ondernemers, academici, ngo’s en overheden de krachten bundelen om de omschakeling te bespoedigen. Samen voor een regeneratieve economie, waarin staken overbodig wordt.
De auteur is systeemdenker en lid van de denktank Club van Rome