Een van de belangrijkste inzichten uit Jane Goodalls onderzoek is dat je problemen niet oplost met symptoombestrijding, zegt Gert Linthout.
Begin oktober overleed Jane Goodall op 91-jarige leeftijd. Dat nieuws stemt me triest, maar ook dankbaar. Want hoewel die grote dame vooral bekendstaat om haar pionierswerk rond ecosystemen, vormen haar levenskeuzes een inspiratie voor ons als burgers, politici en ondernemers op het vlak van observatie, systeemdenken en gemeenschapsvorming. Bovenal leerde ze ons dat hoop geen naïef optimisme is, maar een actieve strategie.
Geïnspireerd door Tarzan en Dr. Dolittle spaart de jonge Goodall voor een ticket naar Nairobi. Daar gaat ze aan de slag en trekt ze op 24-jarige leeftijd de Tanzaniaanse jungle in. Ze verricht er haar baanbrekende werk met chimpanseegemeenschappen. Na decennia van onderzoek kiest ze ervoor haar wetenschappelijke rol in te ruilen voor een publieke. Ze stapt het sprekerscircuit in, richt het Jane Goodall Institute en de jongerenbeweging Roots & Shoots op. Tot haar dood reist ze de wereld rond om jongeren en gemeenschappen te inspireren en haar overtuigingen te delen.
“Ga kijken.” “Laat het bos spreken.” Vanuit de overtuiging dat inzicht voortkomt uit traag observeren en bestuderen, en het ongeduld om het veilige kantoor te verlaten en ideeën te toetsen aan de realiteit. Dat is ook wat sterke ondernemers doen. Het doet denken aan de ga-naar-de-werkvloer-routine die Toyota groot maakte. Daar is het zelfs gebruikelijk om acht uur lang op één plek in de fabriek te staan om te leren kijken en problemen te doorgronden. Toch blijft die eenvoudige handeling ook vandaag een uitdaging. In een maatschappij die snelheid en kwantiteit beloont, vraagt het wilskracht om echt te observeren. Nu wetenschap onder druk staat en fake news toeneemt, wordt het zelfs een essentiële spier.
Kijk naar het systeem. Een van de belangrijkste inzichten uit Goodalls onderzoek is dat je problemen niet oplost met symptoombestrijding. Je verliest geen kilo’s met een crashdieet. Een dalende bedrijfscompetitiviteit los je niet op met quick wins. Dat lukt alleen door te graven naar kernoorzaken, relaties en terugkoppelmechanismen in het geheel. In de koffiesector, waarin ik actief ben, weten we dat de klimaatveerkracht van plantages enkel verbetert als boerenfamilies structureel uit de armoede komen. Dat soort verandering gebeurt langzaam, door jarenlange samenwerking en volgehouden stappen vooruit.
Hoop als discipline. Hoop is een warm gevoel, maar rust ook op rationele gronden: de kracht van het menselijk brein, de veerkracht van de natuur, de energie van jongeren. Hoop wordt pas een strategie als je ze ziet als een reeks microacties die je ritmisch volhoudt tot ze een gewoonte worden. Zo ontstonden via Roots & Shoots wereldwijd meer dan 8.000 jongerengroepen die in hun gemeenschap lokale projecten opzetten. In organisaties doet het denken aan kwaliteitscirkels en continue verbetering. In de samenleving aan initiatieven zoals Curieuzeneuzen, waarbij 20.000 burgers inzicht helpen te verkrijgen in luchtvervuiling. Of aan de duizenden Repair Cafés, waar vrijwilligers kapotte toestellen nieuw leven inblazen. Zo trek je het vliegwiel op gang: hoop leidt tot actie, en actie voedt hoop.
Gebruik de verbindende kracht van verhalen. Zo bouw je bruggen tussen wetenschap en samenleving. Ons brein reageert sterker op verhalen dan op data. Denk aan films die bewustwording creëren rond het klimaatprobleem, zoals Don’t Look Up of An Inconvenient Truth. Goodall begreep dat al veel eerder en werkte samen met cameraman Hugo van Lawick en National Geographic. Ze weefde verhalen en personages door haar lezingen. Daar kunnen media iets van leren: minder morele verontwaardiging, meer verhalen over wat echt werkt.
Om hoop in te zetten als strategie moeten we opnieuw leren kijken. Kijken om te begrijpen. Alleen als we begrijpen, kunnen we om iets geven. En pas als we om iets geven, willen we helpen.
De auteur is ondernemer bij de impactbedrijven Ray & Jules, CEE en Mic Mac Minuscule