Pedro Matthynssens
‘Hoe kan Europa concurreren met Californische bedrijven die AI-talent van over de hele wereld op afstand voor zich laten werken?’
Er is een nieuwe soort braindrain, waarbij lokaal talent uit de Europese arbeidsmarkt wegstroomt, merkt Pedro Matthynssens op.
Wat startte als een nachtmerrie, eindigde in een droom. Ik was onlangs ’s avonds uitgenodigd op de verdediging van een doctoraatsthesis in artificiële intelligentie aan de KU Leuven. De doctoraatstudent was Jordy Van Landeghem, een goede vriend van mijn oudste zoon.
Ik vertrok tijdig in Wijnegem, maar kwam al snel in een file terecht op de Antwerpse ring. Eens daaruit bevrijd, reed ik naar de file op de Brusselse ring. Ten slotte ben ik tot stilstand gekomen voor Leuven om er uiteindelijk binnen te kruipen. Bijna twee uur later – en ruim twintig minuten te laat – arriveerde ik in het universiteitsgebouw. Ik volgde de bordjes naar de correcte zaal, maar aarzelde aan de openstaande deur omdat Jordy al volop aan het presenteren was. Op de eerste rij zat een indrukwekkend aantal professoren in toga. De voorzitter wenkte mij gelukkig om toch maar binnen te komen.
Na de presentatie stelde elke professor tien minuten lang vragen die niemand begreep, behalve Jordy. Toen vroeg de voorzitter of er vragen uit het publiek waren. Ik greep als enige mijn kans om Jordy nog wat langer op de pijnbank te leggen en vroeg wat hij dacht van de bom onder de AI-industrie nu de New York Times in de VS Microsoft dagvaardt wegens het schenden van auteursrechten. Elegant antwoordde Jordy ook op deze vraag die voor zijn thesis toch enigszins offtopic was. Alle verwachtingen werden ingelost en ons land is een doctor in de artificiële intelligentie rijker.
Nog onder de indruk van zijn glansrijke prestatie, vroeg ik Jordy naar zijn eetplannen die avond. Maar de professoren hadden hem al uitgenodigd. Hij zweeg even en zei dan: “Heb je zin om mee te komen?” Dat liet ik me geen tweemaal vragen. Na kort beraad met zijn promotor, bevestigde hij dat ik welkom was in hun select clubje. Dat had ik blijkbaar te danken aan mijn publieke vraag. Een zeldzaam fenomeen, wist Jordy me later te vertellen.
‘De snelheid waarmee systemen als ChatGPT zich ontwikkelen en de omvang van de data waarmee ze worden gevoed, zijn duizelingwekkend. Net als hun kostenplaatje’
Pedro Matthynssens
Wat volgde, was een intiem diner met vier professoren die het kruim van de Europese AI-research vertegenwoordigen. Dat ik aan dit razend interessante gesprek mocht deelnemen, dat had ik in mijn stoutste dromen niet verwacht. Op die ene avond heb ik meer bijgeleerd dan in jaren. We discussieerden over de indrukwekkende evolutie om via machinelearning bijvoorbeeld al met dieren te communiceren, maar ook over het nog merkbare verschil tussen de taalverwerving van een kind en een machine. Een kind moet slechts één keer het verband tussen een object en een woord zien en horen om het te kennen. Een machine leert dat pas na duizenden herhalingen. Hoe snel zal het geheim worden ontrafeld en ook dat verschil worden weggewerkt? De snelheid waarmee systemen als ChatGPT zich ontwikkelen en de omvang van de data waarmee ze worden gevoed, zijn duizelingwekkend. Net als hun kostenplaatje.
De inzichten van de professoren maakten me nieuwsgierig. Moet de faculteit Computerwetenschappen van de KU Leuven het wereldvermaarde onderzoeksinstituut imec als een concurrent beschouwen? Of juist als een rots in het ecosysteem van spitstechnologie waarvan de universiteit mee profiteert?
Jordy verlaat binnenkort de Belgische start-up waar hij werkte tijdens zijn doctoraat. Als kersverse doctor in de AI is hij aangeworven door Instabase, een bedrijf in San Francisco met een waardering van 2 miljard dollar. Hij moet daarvoor niet eens verhuizen. Hij zal research doen vanuit Nijlen. Die werkwijze omschrijven mijn disgenoten als een nieuw soort ‘braindrain’. Zij zien met lede ogen aan hoe het lokale talent uit de Europese arbeidsmarkt wegstroomt. Want hoe kan Europa concurreren met Californische bedrijven die uitstekend gefinancierd zijn en AI-talent van over de hele wereld op afstand voor zich laten werken?
Het was voor mij een avond om duimen en vingers af te likken. Maar dat doet niemand in het deftige restaurant van de Faculty Club.
De auteur is CEO van Vanbreda Risk & Benefits en voormalig managing director en partner van Boston Consulting Group
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier