Marianne Amssoms

‘In de VS zijn wapens een ideologisch fundament’

Marianne Amssoms voorzitter Belcham

Ik schrijf intussen al een paar jaar columns over wat me opvalt in de Verenigde Staten. Over grote en kleine verschillen, over cultuur en gewoontes, over mensen en politiek, over business en ondernemen. Maar één onderwerp liet ik bewust liggen. Niet omdat het me koud laat. Integendeel: hoe meer ik erover las, hoorde en zag, hoe minder ik geloofde in verandering. Ik heb het over het Amerikaanse wapenbezit.

Nu gebeurde het in de straat waar ik tien jaar lang werkte: de dodelijkste schietpartij in New York City in 25 jaar. Een bekende plek, in het hartje van de stad. Aan het einde van de werkdag. Een man met een semi-automatisch geweer schoot vier mensen dood in een kantoorgebouw. Hij kocht het wapen in Las Vegas en reed er mee naar New York. En enkele maanden geleden was er de executie van de CEO van UnitedHealth, bij klaarlichte dag, aan de ingang van een hotel in Manhattan. Ook in dat geval had de dader zijn wapen elders gekocht.

Een schietpartij wordt een mass shooting genoemd als er minstens vier slachtoffers vallen, de schutter niet meegeteld. Dit jaar werden er al 267 van die incidenten geregistreerd – dus meer dan één per dag – met 258 doden en meer dan 1.100 gewonden als gevolg. De voorbije tien jaar zijn er ongeveer 5.000 mass shootings genoteerd.

De Verenigde Staten tellen intussen meer wapens dan inwoners. Vuurwapens zijn sinds 2020 de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen en jongeren. Belangrijker dan verkeersongevallen, ziektes of drugs. Eén op de drie overlijdens bij vijftien- tot zeventienjarigen is het gevolg van een kogel.

Op school wordt vaker geoefend voor wat te doen als een schutter binnendringt dan voor brandalarm. Kinderen dragen kogelwerende rugzakken. Scholen installeren metaaldetectoren en systemen om deuren te blokkeren.

Thoughts and prayers. Het is hier een automatisme geworden, net als een wapen laden en herladen.

Het lijkt alsof niets echt doordringt. Niet de moord op twintig zes- en zevenjarigen op de lagere school van Sandy Hook (Connecticut) in 2012. Noch de afslachting van negentien jonge schoolkinderen in Uvalde (Texas) tien jaar later.

Ik herinner me levendig de collectieve schok en de golf van hoop na Sandy Hook. De campagnes gefinancierd door Michael Bloomberg, de mobilisatie van ouders, leraren en artsen. En nadien: niets. Of toch niets blijvends. Strengere wetten hier en daar, zoals in New York, maar wapens kennen geen staatsgrenzen. Wat je hier niet mag kopen, schaf je een paar uur verderop gewoon aan in de supermarkt. En dan keer je terug. Bewapend.

In veel landen zijn wapens functioneel: voor jagers, voor militairen, voor specifieke beroepen. Maar hier zijn ze een identiteit. Een recht. Een zekerheid. Een ideologisch fundament. In sommige kringen een vorm van trots. En wat opvalt: hoe gewoon het allemaal geworden is. Alsof het erbij hoort, alsof het nu eenmaal is zoals het is.
Het kan anders. Het moet anders. Maar ik besef dat het hier niet snel zal veranderen. En misschien is dat de reden waarom ik erover heb gezwegen. Thoughts and prayers. Het is hier een automatisme geworden, net als laden en herladen.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise