Stijn Fockedey
‘Het stikstofakkoord is een les in kapitalisme’
Met een nieuw stikstofakkoord heeft de Vlaamse regering de politieke crisis bezworen en een juridische chaos vermeden. Zelfs voor de veeteeltbedrijven, die de grootste stikstofvervuiling veroorzaken, is er een sprankel hoop. De serene en zorgvuldige onderhandelingen zijn een opsteker na het trieste schouwspel van de zomer.
De Vlaamse regering viel eerst uit elkaar na publieke ruzies en werd daarna twee keer keer teruggefloten: voor de manier waarop ze met de vergunning van de ethaankraker van Ineos was omgesprongen, en voor een in elkaar geflanst stikstofdecreet dat de juridische onzekerheid enkel groter dreigde te maken. Die onzalige periode kan nu hopelijk worden afgesloten.
De opluchting over het akkoord mag ons niet verblinden. Dit stikstofakkoord had pakweg anderhalf jaar geleden ook mogelijk moeten zijn. Maar politieke spelletjes en profilering hadden voorrang. De prijs daarvan mogen we nooit vergeten: een dreigende vergunningenstop voor alle bedrijven en een vertrouwensbreuk met grote delen van de samenleving.
Er wordt gesuggereerd dat de geweigerde vergunning voor de miljardeninvestering van Ineos de Vlaamse regering tot inkeer heeft gebracht. Dat is niet de volledige waarheid. Het besef is, rijkelijk te laat, gekomen dat enkel het Vlaams Belang profiteerde van de impasse in het stikstofdossier. De oppositiepartij zat de voorbije twee jaar in een zetel om de enorme frustratie over het stikstofdossier op het platteland te capteren.
De regering-Jambon zal er niet alleen voor moeten zorgen dat het stikstofakkoord juridisch robuust is. Het platteland staat voor een economische transitie die psychologisch even ingrijpend is als de sluiting van de koolmijnen. De inkrimping van de veeteelt zal een grote impact hebben op een economische ketting van leveranciers en verwerkers, die werk verschaft aan duizenden mensen op het platteland. Dat is ook van belang voor de stadsmens, want de agro- en de voedingsindustrie zijn economische sterkhouders. We moeten werken aan een alternatief, dat evenveel toegevoegde waarde, tewerkstelling en belastinginkomsten genereert. De noodzakelijke financiële compensatie voor de getroffen bedrijven moet slim gebeuren.
Het stikstofakkoord is ook een les in kapitalisme. De economische macht van de industrie was het sterkst. Dit akkoord zal de veeteelt en de landbouw doen krimpen, maar de overgebleven spelers zullen onvermijdelijk groter en machtiger zijn. Tegenstanders van het akkoord hebben niet helemaal ongelijk als ze zeggen dat het de ‘doodsteek voor familiale landbouw’ is. Maar ze dwalen als ze daar een perfide plan van de Boerenbond in zien. Dit is rauw en onversneden kapitalisme. De landbouw en de veeteelt zijn een sector met volatiele prijzen en kunnen niet anders dan aan schaalvergroting doen. De consument wil geen fortuin betalen in de supermarkt, en tegelijk is de regelgeving fors toegenomen.
De varkenspestepidemieën en de dioxinecrisis hadden in de jaren negentig het verdienmodel van het kleine familiale landbouwbedrijf al moeilijk gemaakt. De investeringen in schonere stallen, in betere diergeneeskundige begeleiding en in voedselveiligheid waren enkel te dragen voor wie uitbreidde. De veehouders die na dit stikstofakkoord zullen doorgaan, zullen nog zware investeringen moeten doen om hun impact op de natuur te verminderen. Dat zal de schaalvergroting enkel aanwakkeren. Het is nog maar eens een voorbeeld van hoe stikstofdossier bewijst dat de klok niet teruggedraaid kan worden.
De regering-Jambon is een nieuw hoofdstuk voor de Vlaamse economie begonnen met dit stikstofakkoord. De veeteelt en andere zwaar vervuilende sectoren kunnen niet meer ongebreideld uitbreiden. De volgende regering staat voor de moeilijke taak een risicovolle economische transitie af te werken, waarin de economie en de natuur met elkaar verzoend kunnen worden. De kop in het zand steken leidt enkel tot de miserie die we het voorbije anderhalf jaar gekend hebben. Gouverner, c’est prévoir.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier