Mieke Vogels

‘Het signaal van CM-voorzitter Luc Van Gorp verdient beter dan een snelle tweet die hem ervan beschuldigt van mensen wegwerpproducten te maken’

Mieke Vogels Voorzitter van GroenPlus

GroenPlus steunt Luc Van Gorp, de voorzitter van het christelijk ziekenfonds CM. Hij roept op tot een debat over de levenskwaliteit van ouderen en pleit voor respect voor de zelfbeschikking aan het levenseinde. Verder rijden op hetzelfde spoor is schuldig verzuim, schrijft voorzitter Mieke Vogels.

Onze samenleving blijft investeren in de aloude droom om zo lang mogelijk te leven, maar weet geen blijf met de plaats van de groeiende groep ouderen.

Het debat begint bij de rol van de oudere in onze samenleving. De vele baby’s geboren na de Tweede Wereldoorlog boomen vandaag als 65-plussers. Eén op de vijf Vlamingen is met pensioen. Maar het beleid zet alles in op actief zijn op de reguliere arbeidsmarkt. Zo moeten ook bewoners van sociale woningen zich inschrijven bij de VDAB; ‘ze profiteren van het openbaar vervoer en het onderwijs en moeten dus ook bijdragen’. Het voor-wat-hoort-wat-verhaal slaat steeds verder door.

We hebben nood aan een plan dat de ouderenorganisaties en alle actoren in de zorg samenbrengt voor een groot reconversieplan dat niet alleen inzet op zorg, maar ook op de levenskwaliteit.

Als je niet meer van tel bent, wat is er dan nog over?

Wie niet actief is op de reguliere arbeidsmarkt, hoort er niet bij. Ook de groeiende groep gepensioneerden staat aan de kant. De enorme hoeveelheid arbeid die door ouderen wordt verricht, wordt miskend.

Als ouderen het werk voor een week neerleggen, worden kinderen niet opgehaald, zieke kinderen of ouderen worden niet verzorgd. Maar ook de training van de sportclub gaat niet door en de bar van het cultuurcentrum blijft dicht. Natuurgebieden worden niet onderhouden, voedselbedeling sluit de deuren.

De tweedeling tussen echte en niet-echte arbeid wordt extra duidelijk in de zorg. Wie als mantelzorger zorgt, werkt niet. Wie hetzelfde werk doet als verzorgende, werkt wel?

Het gevoel tot last te zijn

Met de opschuivende leeftijd wordt het gevoel er niet bij te horen een gevoel tot last te zijn. Ouder worden is ook afbouwen, het gaat allemaal iets trager. Er is echter geen plaats voor vertraging in onze samenleving, die draait op maat van de hardwerkende Vlaming.

De hervormingsplannen van De Lijn zijn daarvan een mooie illustratie. Mensen geraken sneller op hun werk, maar de bus rijdt niet meer tot in het dorp. 800 meter stappen naar de halte is een kleintje voor een jongere, maar moeilijk overbrugbaar voor een minder mobiele oudere. Vooral tachtigplussers haken af uit angst dat de roltrap in de metro niet werkt, dat de opstap van de bus te hoog is of voor de steps die op het voetpad voorbijrazen.

Onze manier van leven produceert eenzaamheid.

Het maakt vaak het verschil tussen wel of niet meer buitenkomen. Ook de kleine doelen die aanzetten om naar buiten te gaan, vallen weg, zoals een bezoekje aan het ziekenfonds, de bank, enzovoort. Alles moet immers digitaal.

Onze manier van leven produceert eenzaamheid. Dat los je niet op met een onlinecampagne tegen eenzaamheid. Levenskwaliteit is de ruimte creëren in onze samenleving om oud te zijn, leeftijdvriendelijke gemeentes moeten de inzet worden van de lokale verkiezingen.

Het lot zelf in handen houden

De groep ouderen die naast medische zorg ook hulp nodig heeft bij de activiteiten van het dagelijkse leven, wordt samen met het groeiende aantal tachtigplussers groter. Het antwoord daarop is niet méér bedden in de woon-zorgcentra.

Anders dan vorige generaties wil de babyboomgeneratie het lot niet lijdzaam afwachten. Dit is de eerste generatie ouderen die geconfronteerd wordt met hoogbejaarde ouders in het woon-zorgcentrum. Ze zien hoe het zelfbeschikkingsrecht ondergeschikt is aan de efficiëntie van de zorgorganisatie. Bovendien worden enkel nog zwaar zorgbehoevende, vaak demente mensen opgenomen. Gemiddeld woont iemand anderhalf jaar in een woon-zorgcentrum. Altijd staat er wel een foto van iemand die net is overleden, met een kaarsje.

Dat is niet hoe de senioren van vandaag hun laatste levensfase zien. Dit is geen oordeel over de aanpak van de voorziening en nog minder over de inzet van  het personeel. Het model van opvang in grootschalige voorzieningen aan de rand van de samenleving loopt tegen de grenzen. Corona heeft meer dan duidelijk aangetoond dat die opvang niet veilig is, maar ook niet betaalbaar en niet wenselijk.

De voorbije jaren toonden studies en colloquia overtuigend aan dat inzetten op wijkgebonden zorg de beste garantie biedt om iedereen de gepaste zorg te bieden en meer welzijn te creëren. Helaas geraakt het beleid niet verder dan het organiseren van experimenten als ‘zorgzame buurten’.

Zelfbeschikking aan het einde van het leven is vandaag niet gegarandeerd. Er wordt al te vaak voor en niet door de oudere beslist.

Er is echt geen tijd meer om verder te experimenteren. We hebben nood aan een plan dat de ouderenorganisaties en alle actoren in de zorg samenbrengt voor een groot reconversieplan dat niet alleen inzet op zorg, maar ook op levenskwaliteit.

Maar soms kunnen we die kwaliteit niet meer bieden en blijft er zo weinig over van wat het leven was, dat wat rest niet meer waard is om geleefd te worden. Mensen zijn levensmoe. Zelfbeschikking aan het einde van het leven is vandaag niet gegarandeerd. Er wordt al te vaak voor en niet door de oudere beslist.

Ook als ouderen aangeven niet meer naar het ziekenhuis te willen, komen ze er terecht en ondergaan ze nutteloze onderzoeken die niets bijbrengen aan de levenskwaliteit, maar de samenleving wel armer maken.

Het signaal van de CM-voorzitter verdient meer dan een snelle tweet die hem ervan beschuldigt van mensen wegwerpproducten te maken. Verder rijden op hetzelfde spoor, dat is pas schuldig verzuim. Uit de recente zelfmoordcijfers blijkt dat steeds meer zeventigplussers kiezen voor zelfdoding. Is dat wat we willen? De kwaliteit van leven gaat ook over de kwaliteit van sterven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content