‘Het optimisme van premier De Croo gaat uit de bocht’
Het regende vandaag fraaie economische cijfers in België. De economie presteerde afgelopen zomer ijzersterk en de inflatie lijkt verslagen in België. “Sterke economische groei zet zich door. Prijzen zijn opnieuw stabiel. De keuzes die we maakten in crisistijd werpen vandaag vruchten af”, reageerde premier Alexander De Croo op X. Dat optimisme is voorbarig. De kans is groot dat die claims de volgende kwartalen uit de bocht zullen gaan.
Optimisme is een morele plicht, klinkt het regelmatig in liberale kringen, maar een beetje ernst mag soms ook. Met de claims dat de economische groei doorzet en dat de Belgische economie opnieuw prijsstabiliteit kent, gaat de premier te kort door de bocht. De conjunctuurindicatoren wijzen op een stevige economische vertraging in 2024, terwijl de inflatie alles behalve verslagen is. Ook over de kostprijs van het steunbeleid zwijgt de premier wijselijk. De concurrentiekracht van de bedrijven staat onder druk en de overheidsfinanciën blijven kaduuk achter.
De cijfers liegen natuurlijk niet. In het derde kwartaal groeide de Belgische economie met 0,5 procent ten opzichte van het vorige kwartaal. De Belgische economie verbaasde opnieuw vriend en vijand. De Nationale Bank had een groei van 0,2 procent tot in het allerbeste geval 0,5 procent verwacht. De dienstensector was daarbij dé sterkhouder van de economie met een groei van 0,8 procent in het derde kwartaal. Het mag duidelijk zijn dan de consument deze zomer niet keek op een uitstapje meer of minder en het geld vlot liet rollen. De Belgische economie bleef zich op die manier optrekken aan de sterke stijging van de koopkracht.
Vooruitzichten minder rooskleurig
Met de blik in de achteruitkijkspiegel is de claim dus correct dat de sterke groei doorzette in de zomer. Het vervolg oogt echter iets minder rooskleurig. Het ondernemersvertrouwen kreeg in België in oktober een nieuwe deuk en daalde tot het laagste peil sinds 2020. Opvallend daarbij is dat vooral het vertrouwen in de dienstverlening en in de kleinhandel pluimen laat. De malaise in de industrie slaat dus over naar de dienstensector. Die daling van het vertrouwen suggereert een forse vertraging van de activiteit deze herfst, zonder dat in België een recessie op de loer ligt, omdat het aanhoudend hoge consumentenvertrouwen en de nog sterke arbeidsmarkt een bodem onder de economie leggen. In het eurogebied is de economische afkoeling groter. De conjunctuurindicatoren vertellen dat een pittige vertraging of zelfs een milde recessie bezig is. Ook het restrictieve geldbeleid van de Europese Centrale bank doet zijn werk.
Inflatie nog niet verslagen
Naast de groeicijfers, mogen ook de nieuwe Belgische inflatiecijfers bij de premier voor een zucht van opluchting gezorgd hebben, het is voorbarig om te spreken over stabiele prijzen. De inflatie viel in oktober weliswaar terug tot 0,36 procent, maar de forse daling van de inflatie is vooral te danken aan de stevige daling van de energieprijzen in vergelijking met een jaar geleden. De onderliggende inflatie, die geen rekening houdt met de volatiele energie- en voedingsprijzen, daalt langzaam en ligt met 6,55 procent nog altijd ver boven de inflatiedoelstelling van 2 procent. Zodra het effect van de gedaalde energieprijzen uitdooft, zal de inflatie de volgende kwartalen opnieuw tot ver boven 2 procent uitstijgen. Van prijsstabiliteit is dus nog lang geen sprake, zeker omdat het aanhoudend expansieve Belgische begrotingsbeleid olie op het inflatievuur giet.
Bedrijven verdienen dankwoordje
De keuzes die de regering-De Croo in crisistijd maakte, werpen vandaag inderdaad vruchten af. Het royale steunbeleid om tijdens de pandemie en de energiecrisis het economische weefsel en de koopkracht intact te houden, betaalt zich nu terug in de vorm van een consument die voldoende vertrouwen heeft om te blijven spenderen. Het is echter niet alleen de regering die die pluim op de hoed mag steken. De koopkracht is ook intact gehouden door bedrijven die, als reactie op de krappe arbeidsmarkten, de voorbije jaren niet overgingen tot ontslagen, ook als het economisch minder ging.
Het prijskaartje van de gemaakte keuzes
Premier De Croo vergeet echter het prijskaartje van het gevoerde steunbeleid te vermelden. De steunmaatregelen sloegen diepe putten in de staatskas, zonder dat de begroting zich daarvan automatisch herstelt als de economie opveert. Bij ongewijzigd beleid loopt het structurele tekort de volgende jaren opnieuw op, bij een al alarmerend hoge overheidsschuld. Het Internationaal Monetair Fonds waarschuwt dat een begrotingsinspanning van 5,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp) nodig is om de overheidsfinanciën opnieuw op een gezonde leest te schoeien. Ook om de Europese strafbank te vermijden zal de volgende federale regering de begrotingsteugels moeten aanhalen, wat zal wegen op de economische groei. De regering-De Croo heeft met haar expansieve begrotingsbeleid economische groei geleend van de toekomst.
De regering-De Croo heeft met haar expansieve begrotingsbeleid economische groei geleend van de toekomst.
De regering-De Croo had ook bijzonder weinig aandacht voor de tanende concurrentiekracht van de Belgische bedrijven. Dankzij de automatische indexering van de lonen werd de koopkracht beschermd, maar liep de loonkostenhandicap met de buurlanden opnieuw op. Het zou om een tijdelijk fenomeen gaan, maar intussen is dit een extra dobber voor de al fel geplaagde industrie, die ook afziet van de nog altijd relatief hoge energieprijzen en de zwakte van Duitsland. Hoe langer de malaise in de industrie aanhoudt, hoe groter de kans dat er ook barsten verschijnen in de arbeidsmarkt en dus in het vertrouwen van de consument. Het optimisme van de premier is op dit ogenblik te broos om ernstig te nemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier