Marc De Vos
‘Het nimbysyndroom verlamt de pensioenmodernisering’
Laten we het pensioenperspectief verbreden en het hebben over loopbaanevolutie, salarisgroei en – vooral – productiviteit.
Het not-in-my-backyard- of nimbysyndroom dat veel vastgoedprojecten lamlegt, weegt ook op de pensioenhervorming in België. Bijna een kwarteeuw vergrijzingsdiscussie, een begrotingskrater en een mondiale wanorde hebben de Belg intussen overtuigd van de noodzaak van een hervorming. Maar zodra die persoonlijk wordt, is het protest en onrecht alom. Deze keer schreeuwen leraars, magistraten, machinisten en militairen hun onvrede uit. Uitvergroot door acties tegen de vermeende afbraak van de sociale zekerheid, die nochtans steeds meer welvaartsaandeel claimt, wordt alweer polarisatie gezaaid.
Als iedereen de pensioenuitdaging vanuit het eigen sleutelgatperspectief bekijkt, als geleidelijke pensioenveranderingen op middellange termijn ervaren worden als een inbreuk op persoonlijke arbeidsvoorwaarden en loopbaanverwachtingen, laten we het pensioenbeleid dan vanuit het andere perspectief voeren. Laten we het verbreden en het hebben over loopbaanevolutie, salarisgroei en – vooral – productiviteit.
Aantrekkelijke pensioenen zijn altijd de afgeleide van toekomstige welvaartsgroei en het toekomstige verdienvermogen van de werkende bevolking. Aangezien onze demografie daar meer op zal wegen dan daaraan bij te dragen, moeten we het hebben van innovatie. Betere banen en andere loopbanen kunnen via een hogere productiviteit meer vermogen tot pensioenrechten genereren.
Bekeken vanuit dat perspectief is de inzet van de magistratenpensioenen niet zozeer het aftoppen van de toppensioenen, maar wel het moderner organiseren van justitie. Een snellere en efficiëntere rechtsbedeling moet de opstap zijn naar betere werkomstandigheden voor in verhouding minder magistraten, die veel productiever zijn. Voor leraren moeten de herwaardering van het lerarenberoep en meer arbeidswelzijn centraal staan, alsook een productiever onderwijs in termen van testresultaten, schooluitval, slaagpercentages in het hoger onderwijs en dies meer.
Voor de spoorwegen is niet de lage pensioenleeftijd van de machinisten de inzet. Die dateert van toen het besturen van een trein ook manuele arbeid inhield. De toekomst moet liggen in zelfrijdende of op afstand bestuurde treinen. Minder of geen klassieke machinisten, met meer arbeidskwaliteit en meer productiviteit voor wie achter de digitale besturing schuilt. Voor het leger is de herwaardering van defensie de prioriteit. Geen kortere maar meer uitdagende loopbanen, met een modernere bewapening, maar ook met minder kantoorpersoneel en meer soldaten, die roteren naar andere functies op latere leeftijd.
Kwalitatievere en productievere banen zijn daarbij telkens de sleutel voor betere pensioenen en bieden een alternatief voor de pensioenerosie onder de vergrijzingsdruk. Daarbij hoort ook een stevige tweede pijler van automatisch pensioensparen. Daarmee versterk je de band tussen werken en pensioen op een manier die autonomie geeft aan de gepensioneerde. Die kan dan op basis van een persoonlijk opgebouwd kapitaal opnieuw een stuk de piloot van het eigen loopbaaneinde worden. Een eigen pensioenspaarpot compenseert met vrijheid de gedwongen solidariteit van het wettelijk pensioen. En ook daar zal meer productiviteit het fundament van meer spaarvermogen zijn.
Wat belet ons om die richting te kiezen? Enerzijds tijd. De vergrijzing werd onvoldoende voorbereid. De rekening moet nu worden betaald en het aftoppen van de grootste pensioenvoorrechten zit dan in de mix. Anderzijds hardnekkigheid. De tegenstanders van de pensioenhervorming zijn vaak ook tegenstanders van de noodzakelijke modernisering van bijvoorbeeld de NMBS, het onderwijs of het leger. Dat is de echte tragiek. Het is, om bij de bouwequivalent te blijven, niet ‘nimby’: het is ‘banana’: build absolutely nothing anywhere near anything.
De auteur is co-CEO van de denktank Itinera, strategieconsultant en doceert aan de UGent. www.marcdevos.eu
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier