Anne Snick
‘Het is hoog tijd om regeneratieve bedrijven een eigen stem te geven’
Peilingen in de aanloop naar de verkiezingen tonen aan dat de centrumpartijen terrein verliezen. Nederland en Portugal namen de bocht naar rechts, en ook hier scoren rechtse partijen hoog in de polls. De klassieke politieke cultuur van evenwichten en compromissen is op haar retour. Net nu de wereldproblemen complexer en acuter worden, winnen leiders met simplistische analyses en halve oplossingen aan populariteit.
Dat de traditionele partijen aan geloofwaardigheid inboeten, komt deels doordat hun beleid tot de actuele polycrisissen heeft bijgedragen. Er blijkt een afwijking op hun kompas te zitten. Zowel links als rechts zag de planeet vooral als leverancier van hulpbronnen. Dat bedrijven de aarde exploiteren voor financiële groei, was geen punt van debat. De tweespalt tussen progressief en conservatief betrof vooral de vraag hoe de winst te (her)verdelen.
Vandaag weten we dat de natuur een fragiel weefsel is, waar ook wij deel van uitmaken. Tomeloze economische extractie doet ecosystemen en weerspatronen kantelen, en ooit leefbare regio’s verdorren of verzuipen. Vooral mensen uit het globale Zuiden zijn de dupe en spoelen massaal op onze kusten aan, op zoek naar een leefbare plek. Hen terugsturen naar hun verschroeide land van herkomst lost niets op. Het kompas is aan een reset toe. Heel wat ondernemers en investeerders nemen het voortouw, met het herstel van ecosystemen en menselijk welzijn als hun magnetische noorden. Stilaan tekent zich een nieuwe politieke tweesprong af, ditmaal tussen partijen die exploitatie uit winstbejag nog altijd normaal vinden, en zij die het regenereren van sociale en ecologische weefsels omarmen.
De voorbeelden van regeneratieve ondernemingen zijn legio. Missiegedreven bedrijven stellen menselijk en planetair welzijn voorop en herinvesteren de winst daarin. De Convention des Entreprises pour le Climat, die regeneratief ondernemen onweerstaanbaar wil maken, ontsproot in Frankrijk en start weldra in België. Steward-owned bedrijven verankeren hun sociale missie in aparte eigendoms- en beheersstructuren. Labels als B-Corp helpen bedrijven bij de omschakeling. Steden en regio’s kiezen voor community wealth building, een economisch model waarin grote bedrijven met overheden samenwerken aan lokaal welzijn. Ethische financiële instellingen en impact-first-investeerders zorgen dat geld de regeneratieve economie laat floreren.
Terug naar de verkiezingen. Vorige week organiseerden Coopkracht en Smart een politiek debat over de vraag welke manier van ondernemen het best antwoord biedt op de maatschappelijke uitdagingen. De vijf aanwezige partijen erkenden dat missiegedreven bedrijven bij uitstek geschikt zijn om de grote problemen aan te pakken. Toch gaven de meesten toe dat die niet op hun radar staan als belangrijke partners, en dat vooral ‘klassieke’ bedrijven worden gehoord. Bij de partijen ter rechterzijde klonk de mantra dat bedrijven die hulpbronnen exploiteren uit winstbejag en zij die collectief welzijn beogen een ‘gelijk speelveld’ moeten krijgen, en dat milieuregels een uiting zijn van ‘bemoeizucht’, die ondernemingen fnuikt. Dat onlangs ruim honderd grote bedrijven en investeerders, gecoördineerd door Corporate Leaders Group Europe, de Europese Unie opriepen om een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 90 procent tegen 2040 als doel voorop te stellen, stond duidelijk ook niet op hun radar.
Het is hoog tijd om in politieke overleg- en adviesorganen regeneratieve bedrijven een eigen stem te geven. Zij kunnen politici vertellen welk speelveld het ondernemerschap van morgen nodig heeft om voluit te kunnen gaan voor onze collectieve agenda’s. Dat verdient alle steun van beleidsmakers, met een goed afgesteld kompas dan wel.
De auteur is systeemdenker en lid van de denktank Club van Rome
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier