Patrick Vandenrhijn
‘Het is hoog tijd dat men in Duitsland de rangen sluit en een weldoordachte defensiestrategie ontwikkelt’
Een column over Duitsland kan dezer dagen niet voorbij aan het militaire thema. Soms lijkt het wel dat men in de Bondsrepubliek 83 miljoen ministers voor Defensie heeft.
Ik weet niet of er één land in de wereld is waar de leider van de staat zo open, in een talkshow, spreekt over wapensystemen, leverproblemen en technische specificaties van het wapentuig. De Russische president Vladimir Poetin moet enkel en alleen Duitse talkshows bekijken als hij wil weten wat de Taurus-kruisraket allemaal kan. Sinds het begin van de oorlog tussen Oekraïne en Rusland heeft men bijna alle troeven openlijk besproken, wat Duitse wapens kunnen en wat niet. Het afluisteren van hoge officieren was zelfs niet nodig.
Alsof dat alles nog niet genoeg is, heeft men deze week het rapport ‘Bundeswehr der Zukunft’ voorgesteld. Die moet klaar zijn voor conflicten. Er wordt tevens een cyberaanvaldivisie opgericht.
Het grootste probleem is de openlijke strijd tussen de regerende federale coalitie van sociaaldemocraten, groenen en liberalen. De vuile was wordt zomaar op tafel gegooid voor lopende camera’s, onder het motto van democratie.
Wat mij als econoom opvalt, is dat er nauwelijks gesproken wordt over de economische kant van dat alles. Met bedrijven als Rheinmetall, die gespecialiseerd zijn in militaire producten, zijn er ook in de Duitse economie grote winnaars. Met een omzetgroei van 12 procent dit jaar bereikt het de 7 miljard euro. Met bovendien ook een opdrachtenportefeuille van bijna 40 miljard is dat een stijging van 44 procent. Dat resulteert in een verwachte omzet van meer dan 10 miljard euro in 2024 bij een winstmarge van circa 15 procent. De defensieaandelen stegen met liefst meer dan 420 procent de voorbije drie jaar.
Lees verder onder deze artikelteaser
Toch opvallend dat daar weinig over gedebatteerd wordt. Zeker als men weet dat één van de grote projecten van Rheinmetall de bouw van een pantserfabriek is. Die moet beantwoorden aan de grotere vraag. En waar gaat men die bouwen? In Oekraïne nota bene! Een investering van meer dan 200 miljoen euro moet een jaarlijkse capaciteit van 400 tanks opleveren.
Maar men moet niet denken dat Duitsland de eerste plaats van de Verenigde Staten aanvalt. Het verschil is nog altijd enorm. 42 procent van de wereldwijde defensiemarkt is in handen van de Amerikanen, Duitsland moet het doen met 5,6 procent. Dat is zowat de helft van Frankrijk. Toch wordt het hoog tijd dat men in Berlijn de rangen sluit en een weldoordachte strategie ontwikkelt waar economische én politieke doelen verenigd worden.
Nog één opmerking in de richting van de Europese Unie. Om het hoofd te bieden aan al die mogelijke militaire gevaren is het belangrijk dat Europa optreedt als één grote belangrijke speler in de wereld (dat is ze eigenlijk al, als je kijkt naar de cijfers in de wapenindustrie). De Unie is met een wereldwijd marktaandeel van bijna 25 procent een bijzonder goede nummer twee. Maar dat wordt tenietgedaan door het gebrek aan een centrale organisatie.
De auteur is bestuurder bij de Duitse machinebouwer voor de elektronica-industrie bdtronic
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier