Stijn Fockedey
‘Het ballonnetje om uit Proximus te stappen is een verschrikkelijk naïef idee’
Het is bijzonder vreemd dat de Belgische overheden de controle zou willen opgeven over de speler met de grootste telecomnetwerken in België.
Tijdens de federale regeringsonderhandelingen is het bijzonder slechte idee de revue gepasseerd om de overheidsparticipatie in Proximus te verkopen. Het is het slechtst mogelijk moment om te verkopen, zeker als het de bedoeling is cash te genereren voor de meer dan noodzakelijke investeringen in defensie of de afbouw van de overheidsschuld. Het aandeel van Proximus staat op een dieptepunt, en dat was al zo voordat het beursgewoel begin deze week losbrak. Zware investeringen in een glasvezelaansluitingen, die een tiental miljard zullen bedragen, wegen al jaren op de beurskoers. Proximus moet door die zure appel bijten. Dan heeft het binnen een aantal jaar een veel beter netwerk dat supersnel internet mogelijk maakt. In Vlaanderen wint het al een beetje marktaandeel van de marktleider Telenet. Wanneer die investeringen helemaal verteerd zijn, zal Proximus nog een stuk sterker staan en heeft het een netwerk dat nog decennia mee kan. Dat zou zich normaal gezien moeten vertalen in een veel hogere beurskoers.
Ook een slechts vage passage over een eventuele verkoop van de meerderheidsparticipatie in Proximus tijdens de legislatuur kan voldoende onheil aanrichten. Dat is een garantie op jaren speculatie en onzekerheid, die het bedrijf kunnen verlammen. CEO Guillaume Boutin en co hebben genoeg werk op de plank. Naast de glasvezelinvesteringen zijn er ook problemen bij hun internationale activiteiten. Ze hebben geen extra afleiding of sociale onrust nodig in het bedrijf.
Uiteraard zou je de argumentatie op haar kop kunnen zetten. De beurskoers en een aantal probleemdossiers zijn dan een indicatie dat Proximus net onderpresteert omdat het gecontroleerd wordt door de Belgische overheid. Zolang de overheid de boel controleert, zal er altijd politieke inmenging zijn en is er geen goede strategie en bedrijfsvoering mogelijk. Dat is principieel een zeer valabel argument, maar de slechte beurskoers van Proximus heeft daar eigenlijk niet zoveel mee te maken. De miljardeninvesteringen in Proximus zorgen ervoor dat Proximus zijn dividend moest verlagen. De cash gaat net naar de langetermijnstrategie van het bedrijf en niet naar de aandeelhouder. John Porter, de CEO van concurrent Telenet, zegt openlijk dat hij zeer blij is dat Telenet weg is van de beurs. Hij moet ook zeer zwaar in glasvezel investeren. Dat is op korte termijn zeer pijnlijk en dat jaagt nu eenmaal beleggers weg.
Het ballonnetje om uit Proximus te stappen is ook een verschrikkelijk naïef idee. Wie zal de overheid willen vervangen? Enkele grote internationale fondsen of een grote Europese telecomspeler? Beide scenario’s komen met grote risico’s. Louter financiële partijen zullen misschien het dividend kunstmatig willen opkrikken, door investeringen te vertragen of het bedrijf te overladen met schulden. Er is geen enkele garantie dat dit scenario een beter aanbod, meer service of goedkopere prijzen oplevert voor de klant.
Er is ook nog het trauma van Electrabel. Eind de twintigste eeuw verloor België de controle over de energieproducent. Het bedrijf wordt sindsdien gecontroleerd vanuit Frankrijk. Minstens even erg als de stroom aan dividend richting Frankrijk was het verlies aan strategische autonomie. Het Belgische energiebeleid wordt deels gedicteerd vanuit Parijs, kijk naar de moeizame onderhandelingen over het langer openhouden van de kerncentrales.
We gaan toch niet nog eens dezelfde fout maken? Er is een duidelijke link tussen economische groei en de kwaliteit van telecomnetwerken. Tijdens de pandemie hield onze sterke telecominfrastructuur de economie overeind. Het is bijzonder vreemd dat de Belgische overheden in tal van bedrijven stapt, misschien zelfs in een fabriek voor computerchips, en dan tegelijk de controle zou willen opgeven over de speler met de grootste telecomnetwerken in België.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier