Marc Buelens

‘Generatie Z wil niet dienen in het leger’

Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

“Nee, gen Z’ers zijn niet lui”, observeert Marc Buelens. “Wel zijn de collega’s, transparantie, een open cultuur superbelangrijk.”

Het Britse rechtse weekblad The Spectator leverde enkele weken geleden een originele bijdrage aan de inclusieve maatschappij, over de generaties heen. Het poneerde dat generatie Z, geboren tussen 1995 en 2012, het vaderland niet wil dienen, want dan zijn ze losgekoppeld van hun smartphone, hun vrienden en vriendinnen. Het eten tijdens de missies zal flauwe kost zijn, en misschien zelfs vlees bevatten. Het zal weinig comfortabel slapen zijn, en mocht je je kandidaat stellen voor de baan van beroepsmilitair, dan kan het achttien maanden duren voor je antwoord krijgt. Bovendien worden oorlogen uitgevochten met drones en zijn er alleen nog smerige man-aan-man-, sorry, vrouw-aan-vrouwgevechten in de steden.

‘Krijgt mijn werkgever het niet eerlijk uitgelegd, dan ben ik weg. Bij het leger heet dat nog altijd desertie’

Het grootste bezwaar tegen soldaatje spelen bij gen Z? Heel eenvoudig: ik sterf niet graag. Typisch voor gen Z’ers overigens: als het hun niet aanstaat, vertrekken ze. Er wordt in het leger soms brutaal geroepen en de werknemers worden niet al te fijngevoelig aangepakt. Publieke vernederingen, uitgekafferd worden. Is dat fijn? Helemaal niet. Uiterst rechts weet uiteraard dat ‘woke’ de schuldige is: de geest van de Britse jeugd wordt al jarenlang vergiftigd door anti-Britse boodschappen. Jongvolwassenen schamen zich te veel over hun vaderland. Waarom zouden ze er voor willen sterven? Deze generatie bezoekt nochtans regelmatig fitnesscentra, weet exact hoeveel calorieën een quinoasalade telt, heeft eindeloos geoefend in schietspelletjes. Het is waarschijnlijk omdat een baan bij het leger vooral als saai wordt gezien dat de jongere generatie niet staat te springen om eervol het vaderland te dienen.

Hoge tijd om eens een andere klok te horen. Toen de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen (EROV) een seminar organiseerde over die gen Z, aarzelde ik geen seconde. En het was een topavond. Britt Barbiaux en Alexander Synhaeve van Tommorow brachten een heel samenhangend verhaal. Nee, gen Z’ers zijn niet lui, ze hechten wel meer belang aan de omringende factoren. De collega’s, transparantie, een open cultuur zijn superbelangrijk.

Het was voor mij wel even schrikken hoe laag de geschreven media scoren bij die groep, die bekendstaat als de onbereikbare generatie. Inderdaad, ze nemen de telefoon niet op. Ze lezen zelden hun e-mails, want e-mail is iets voor oude mensen. Ze hebben een voorkeur voor het visuele. Weinigen onder hen zullen deze column lezen. Ze verkiezen Instagram. Hoe jonger ze zijn, hoe meer ze zich informeren via TikTok. Vooral video’s van minder dan één minuut werken. Maar je moet ze wel zorgvuldig opbouwen. En inderdaad: ze slikken niet alles. Als ze iets niet leuk vinden, zijn ze weg. Dat is uiteraard ook conjunctuurgebonden, maar werk heeft liefst toch iets met vibe en met fun. De werkvloer mag niet te saai zijn. En zinvol, duurzaamheid en rechtvaardigheid tellen mee.

Toen ik de twee experts over de nieuwste generatie beluisterde, moest ik spontaan denken aan de leiderschapslessen van de ontdekkingsreiziger Ernest Shackleton. Bij hem stond camaraderie centraal. Deze generatie moet niet overleven op het pakijs van de Zuidpool, maar hecht toch ontzettend veel belang aan de losse en informele sfeer, het buikgevoel, de community, het gevoel bij te dragen tot een fijn groter geheel, vertrouwensbanden, en open en ontspannen gesprekken.

Wil deze generatie vooral thuiswerken? Het lijkt toch vooral de princiepsmogelijkheid te zijn. Als het voor mij echt beter uitkomt, weet ik dat ik thuis kan werken. En als mijn werkgever mij uitlegt waarom ik beter op kantoor ben, volg ik hem wel. Als hij zegt dat ik altijd en onvoorwaardelijk op kantoor moet zijn, dan klopt er iets niet. Dat is veel te eenzijdig. Krijgt mijn werkgever het niet eerlijk uitgelegd, dan ben ik weg. Bij het leger heet dat nog altijd desertie.

De auteur is emeritus professor management aan Vlerick Business School. Volg mij op: www.marcbuelens.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content