Julien De Wit
‘Generatie Z communiceert vooral veel, maar communiceert ze daarom ook goed?’
Van generatie Z wordt veel gezegd, maar als één cliché de kroon spant, dan wel dat mijn generatie steengoed zou kunnen communiceren. Dat is niet zo. Het gebrek aan juiste communicatie met en over gen Z’ers zorgt voor flink wat problemen op de werkvloer en werkt onbegrip in de hand.
Laatst was ik te gast in een bedrijf in Antwerpen om mee te denken over de strategie om jong talent aan te trekken en aan zich te binden. Het bedrijf had daar, zoals bijna elk bedrijf vandaag, ferm moeite mee. En dus trok het massaal jongeren aan met aantrekkelijke salarispakketten, spraakmakende jobtitels, een uitdagende werkinhoud en een hele reeks voordelen.
Maar dat had een nadeel: oudere werknemers voelden zich miskend omdat die frisse, jonge werkkrachten direct konden starten op posities waar zij jarenlang voor hadden gewerkt. Ze werden vanaf het begin goed betaald en kregen meteen veel verantwoordelijkheid, iets waar senior werknemers in hun tijd alleen maar van konden dromen. Aan de andere kant voelden ook de gen Z’ers zich onbegrepen en niet gewaardeerd. Al snel werd duidelijk dat het echte probleem geen cultuurprobleem, maar een communicatieprobleem was.
Ja, generatie Z groeide op in een informatietijdperk en communiceert voortdurend via berichtenapps, Facetime en e-mail. We communiceren vooral veel, maar communiceren we daarom ook goed? Waar een eerdere generatie jong talent vooral een stem zocht, zoekt de huidige generatie misschien eerder een toehoorder.
Belangst
Ten eerste gebruiken jonge werknemers andere kanalen om te communiceren. Waar een meer senior werknemer snel belt, wendt de gemiddelde gen Z’er zich tot Slack, e-mail of WhatsApp. We zijn vertrouwder geworden met geschreven communicatie en vinden bellen vaak eng.
Belangst is volgens onderzoek echt een ding. Ongeveer één op de vier mensen tussen 18 en 30 jaar vindt het verschrikkelijk om te bellen. Je weet niet altijd wie je aan de lijn krijgt, of die persoon op een telefoontje zit te wachten, en hoe die zal reageren. Je moet soms ad-hoc reageren, wat kan leiden tot ongemakkelijke stiltes. Onzekerheid en zenuwen kunnen snel opkomen. Mijn generatie is het door de jaren heen verleerd rechtstreeks op een menselijke manier te communiceren.
Het probleem is dat er via berichten en mail noch een directe interactie, noch lichaamstaal is, wat vaak noodzakelijk is voor effectieve communicatie en begrip. Tegelijk is ook een oudere generatie werknemers vaak niet mee met de finesses van het communiceren via WhatsApp. Andere communicatiemiddelen, andere interpretaties en gevoelens dus.
Arrogant of onzeker?
Dat brengt me bij een tweede punt. Vaak wordt de houding van jonge werknemers ook gezien als arrogant. Oudere werknemers worden dan weer vaak versleten als vastgeroeste betweters. Wie zulke dingen zegt, gaat echter voorbij aan de rode draad die jonge en oudere werknemers verbindt: onzekerheid.
We staan er soms onvoldoende bij stil hoe onzeker jonge werknemers zijn. Ze vergelijken zich constant met elkaar en met de ideaalbeelden van succes die ze op sociale media zien. Natuurlijk zijn ze niet zo zelfverzekerd als ze overkomen. Hoe zou je zelf zijn? Misschien is die gepercipieerde arrogantie juist gemaskeerde onzekerheid?
Hetzelfde kan gezegd worden over oudere werknemers. Zij zien al dat jonge geweld op hen afstormen en kampen ook met onzekerheden. Zijn die jonge mensen een bedreiging voor mijn baan? Waarom verandert alles zo snel? Vast en zeker doen ook de oudere werknemers een poging hun onzekerheid te maskeren.
Misschien is de generatiekloof op de werkvloer slechts een illusie en komt ze vooral voort uit één grote gemene deler: de onzekerheid en het gebrek aan een open gesprek daarover. De eerste stap om de generatiekloof op de werkvloer te overbruggen? Opnieuw met z’n allen leren te communiceren.
De auteur is auteur, columnist, spreker, moderator en strategie- en communicatieconsultant.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier