Volgens de handboeken economie vervult geld drie functies: het is een waardedrager, een rekenmiddel en een ruilmiddel. Maar hoewel het vaak als neutraal ruilmiddel wordt gepresenteerd, is geld allesbehalve neutraal. Dat is het nooit geweest. Meer dan ooit is het een spiegel. Hoe je ermee omgaat, wat je ermee probeert op te lossen, waarvoor je het gebruikt en waaraan je het uitgeeft, het zegt allemaal iets over wie je bent, hoe je jezelf ziet en waar je wel of geen vertrouwen in hebt.
Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik besef dat financieel gedrag vaak een soort emotioneel meetinstrument is. Sommige mensen sparen obsessief. Niet uit zuinigheid, maar uit behoefte aan controle. Hun hunkering naar zekerheid verraadt een diepgewortelde twijfel over hun veerkracht tegenover het onverwachte. Anderen geven impulsief geld uit aan luxe of cadeaus. Niet omdat ze extravagant zijn, maar omdat ze tegenover zichzelf of anderen iets willen bewijzen – hun waarde, hun bestaansrecht. Of soms omdat ze zichzelf overschatten. Weer anderen durven nauwelijks geld aan te raken, erover te spreken of ermee om te gaan. Omdat geld voor hen gelijkstaat aan onveiligheid, spanning of schaamte.
Finance staat gelijk aan cijfers, objectiviteit. Maar financieel gedrag is het tegenovergestelde: persoonlijk, gelaagd en emotioneel. Ik zie het rondom mij én bij mezelf. Hoe anders ik naar geld kijk als ik me sterk voel, tegenover hoe ik ermee omga als ik twijfel. Als ik stevig in mijn schoenen sta, maak ik andere keuzes dan wanneer ik me overgeef aan de drang naar controle. Ik beleg elke maand een vast bedrag in aandelen en fondsen. Toch kijk ik elke keer anders naar die investering. Soms voelt het als een daad van vertrouwen, een investering in de toekomst. Op andere momenten voelt het als een verlies, een uitgave. Geld is altijd en overal emotioneel geladen.
Neem het idee van ‘verdienen’. In een samenleving waarin succes vaak gelijkstaat aan financiële rijkdom, is het verleidelijk je eigenwaarde te koppelen aan je inkomen. Dat maakt het des te moeilijker om te bepalen wat jouw diensten als werknemer, freelancer of ondernemer waard zijn. Want wie de juiste prijs wil bepalen, moet naast de markt ook zichzelf en de perceptie over zichzelf goed kennen. Dat merk ik misschien nog het meest bij ondernemers. Sommigen voelen zich pas legitiem als ze een bepaald omzetcijfer halen. Alsof hun bestaansrecht als zelfstandige pas bevestigd wordt vanaf dat bedrag.
Geld is nochtans een slechte plek om je zelfbeeld te parkeren. Het is grillig, fluctuerend, contextueel. Het verandert met markten, levensfases en omstandigheden. En dus is het een wankele basis voor wie zoekt naar innerlijke rust of eigenwaarde. In onze op uiterlijk succes beluste maatschappij ontstaan vaak ongezonde relaties met geld.
Hoe kunnen we collectief een gezondere band met onze financiën krijgen? Een eerste stap is er vaker en opener over te praten, en het debat te verbreden. We hebben het vaak over financiële geletterdheid, maar veel minder over financiële zelfkennis. Terwijl dat misschien nog fundamenteler is. Want wie zichzelf niet kent, herhaalt patronen. En geld maakt die patronen zichtbaar. Je relatie met geld raakt aan het concept van het vooruitgangsoptimisme. Denk je vanuit schaarste of vanuit potentieel? Leef je vanuit angst om te weinig te hebben, zelfs als het cijfermatig niet hoeft? Of durf je te vertrouwen op je kunnen, je creativiteit, je netwerk en je veerkracht? Mensen die structureel leven vanuit schaarste bouwen vaak financiële buffers op, maar blijven zich arm voelen.
De auteur is publicist, ondernemer, eigenaar van het executive-communicatiebureau Think Ahead Inc en onderzoeker bij de denktank Itinera. www.juliendewit.be.
Lees hier ook het dossier financiële fitness. Redacteur Ilse De Witte test voor u uit hoeveel zij kan besparen op haar gezinsbudget door één uur per week met haar persoonlijke financiën bezig te zijn.