“Scholen verzuipen in de lesmethodes.” Het is de titel van een item dat de Nederlandse komiek en talkshowhost Arjen Lubach vorig jaar maakte – te bekijken op YouTube – over de wildgroei aan lesmethodes in het Nederlandse onderwijs. Maar het had evengoed over Vlaanderen kunnen gaan.
De vrijheid van onderwijs zit ingebed in de grondwet. In combinatie met de vrijheid van ondernemen is het Vlaamse onderwijs daarmee voor zijn behoefte aan leermiddelen overgeleverd aan de vrije markt. Maar betaalt ons onderwijs voor al die vrijheden geen te hoge prijs, in de vorm van afglijdende leerresultaten? Kunnen we zoiets belangrijks als de methodes waarmee we kinderen leren lezen, schrijven en denken, enkel overlaten aan de vrije markt?
Misschien wel, maar dan met regels en controles. En net die ontbreken. We hebben een onderwijsinspectie die scholen controleert, maar in Vlaanderen bestaat geen kwaliteitscontrole op de leermiddelen die scholen en leerkrachten gebruiken.
Lees ook: Zijn schoolboeken te duur? De invulboeken zijn het grootste probleem niet
De gezamenlijke jaaromzet van Vlaamse educatieve uitgeverijen bedraagt meer dan 150 miljoen euro. Jaarlijks geven de overheid en ouders dus miljoenen uit aan leermiddelen en geen enkele instantie gaat na of die schoolboeken, onlineleerplatformen en andere leermiddelen geschikt zijn voor de leerdoelen die we voor leerlingen hebben bepaald. Niemand controleert of die de recentste inzichten over didactiek en pedagogie volgen.
Uitgeverijen zullen dat naar eer en geweten zo goed mogelijk doen, maar het is een stap te ver om enkel op de vrije markt te rekenen voor de wetenschappelijke onderbouwing van de leermiddelen in ons onderwijs. Vanaf 2026 zou daar eindelijk een onafhankelijk keurmerk voor komen. Dat is geen dag te vroeg.