Bram De Ridder

‘Geen toekomstplan zonder historische basis, en net daar schort het in België aan’

Bram De Ridder Onafhankelijk strategisch adviseur en voormalig onderzoeker toegepaste geschiedenis aan de KU Leuven

Niet toevallig is Bart De Wever opnieuw de grote overwinnaar van de verkiezingen, een historicus die bewust ingaat tegen de Belgische schroom om vanuit het verleden vooruit te kijken, schrijft historicus Bram De Ridder. Hij reageert op de column van Peter De Keyzer.

“We geven de toekomst geen vorm, de toekomst overkomt ons. We hebben voor alles regels, maar voor bijna niks een strategie of een plan.” In zijn meest recente column stelt Peter De Keyzer terecht dat België geen toekomstcultuur heeft. Maar het probleem ligt niet alleen daar. België heeft evengoed geen “geschiedeniscultuur” en ook dat belemmert ons strategisch denken.

Om een strategisch plan uit te tekenen, moet je immers terug naar het verleden. Enerzijds omdat je vanuit de geschiedenis bepaalde trends kunt identificeren. Dat is het idee van path dependency – het gegeven dat onze vroegere keuzes mee de keuzes van de toekomst bepalen. Anderzijds is al onze beschikbare kennis in zekere zin historische kennis. Wat in de toekomst kan gebeuren, is altijd speculatie; wat we met zekerheid kunnen zeggen, ligt altijd achter ons.

Neem het voorbeeld van de strategic-foresight-oefeningen die De Keyzer aanhaalt: “Toekomstscenario’s met een heel lage waarschijnlijkheid, maar met een heel grote impact.” Wie in 2019 enkel naar het heden en de toekomst keek, zal nooit rekening hebben gehouden met een pandemie gevolgd door een Europese oorlog. Maar wie een oog op de geschiedenis hield, zou zulke gebeurtenissen nooit volledig hebben uitgesloten. Een hoogst onwaarschijnlijk scenario, dat wel, maar ziekte en oorlog zijn te nadrukkelijk aanwezig in het menselijke verleden om zomaar af te schrijven.

Kortom, de basis waarop strategisch denken moet vertrouwen, is noodzakelijkerwijs een historische. En net daar schort het in België aan. Onze beleidsmakers, en eigenlijk onze maatschappij als geheel, hebben het afgeleerd om bedachtzaam achteruit te kijken.

Van alle partijen, en zelfs binnen zijn eigen partij, is Bart De Wever de enige die er consequent in slaagt een verhaal te schrijven dat verleden, heden en toekomst verbindt.

Daar zijn verschillende redenen voor. De specifieke ontstaansgeschiedenis van België, waardoor er pas vanaf 1830 een (al snel betwiste) nationale geschiedenis gecreëerd werd. De nooit helemaal verwerkte verdeeldheid van de Tweede Wereldoorlog, waardoor het verleden generatieslang als een pijnlijke affaire werd behandeld. En ons universitaire geschiedenisonderwijs, waar vooruitkijken tot een probleem verheven is en waar studenten de blik alleen maar achteruit leren te werpen.

Vergelijk het met de landen die De Keyzer als leermeesters noemt. Nederland en Denemarken hebben uiterst sterke nationale geschiedenissen, die tot ver voorbij de negentiende eeuw teruggaan. Onverwerkte trauma’s, zoals het Nederlandse koloniale verleden, zijn er voorlopig minder diep in de maatschappij ingeslepen. En vooral, hun historici zijn niet te beroerd om mee na te denken over de lange termijn – integendeel, ze zoeken actief het beleid op.

Niet toevallig is Bart De Wever, opnieuw de grote overwinnaar van de verkiezingen, een historicus die bewust ingaat tegen de Belgische schroom om vanuit het verleden vooruit te kijken. Van alle partijen, en zelfs in zijn eigen partij, is De Wever de enige die er consequent in slaagt een verhaal te schrijven dat verleden, heden en toekomst verbindt.

Of dat verhaal uiteindelijk steekhoudt, zullen de toekomst (en de kiezer) verder moeten uitwijzen. Maar dat de sterkte van om het even welk toekomstbeeld bepaald wordt door het historische inzicht dat eraan voorafgaat, lijdt geen twijfel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content