Het Franse politieke moeras is momenteel onpeilbaar, maar de kans lijkt groot dat we aan het begin staan van een langgerekte fin de règne voor president Emmanuel Macron. Wat zijn de mogelijke consequenties voor België?
Als Frankrijk verzandt in een politieke impasse telt België naast Nederland een tweede buurland zonder een echt werkbare regering. Dat is geen detail. Veiligheid, defensie en autonomie zijn de dominante beleidsuitdagingen van ons tijdsgewricht. Ze vergen sterke bilaterale samenwerking. Voor infrastructuur, handel, economische veiligheid en defensietechnologie is Frankrijk een kritieke speler waarmee ons land in de toekomst meer volwassen win-winafspraken wil maken dan in het verleden. De natuurlijke reflex van de hele Franse staat en industrie is protectionisme en nationalisme. Als Parijs niet thuis geeft, mist België de handvaten om daar een nieuwe strategische relatie op te bouwen.
Een Franse stilstand zou ook meer ruimte geven voor een Duitse renaissance, meer vrij spel voor de regering-Merz om met de ‘Made for Germany’-agenda de Duitse nijverheid als Europees alternatief voor Frankrijk te positioneren. Kijk maar naar het oplaaiende conflict over een gemeenschappelijk Europees gevechtsvliegtuig, waarbij beide landen openlijk dreigen met een alternatief soloslimproject. Een politiek verzwakt Frankrijk ontneemt de Europese Unie de kans op een sterke Frans-Duitse motor voor de moeilijke keuzes van de grootmachtenpolitiek die Europa moet voeren. Minder Europa, meer nationalisme, opnieuw strategisch nadelig voor een kleine open economie als België, en voor alle Europeanen samen.
Als Frankrijk kantelt, kan dat een domino-effect geven die de machinerie van de Europese Unie danig kan verlammen, inclusief de Europese steun voor Oekraïne.
Politiek zal de verschrompeling van Macron wellicht de feitelijke machtsgreep inluiden van het radicalisme in een belangrijk kernland van Europa. Terwijl in Duitsland het spook van de extreemrechtse Alternative für Deutschland steeds duidelijker rondwaart als mogelijk grootste partij, terwijl in het Verenigd Koninkrijk de gefaalde brexiteers zowaar reïncarneren met Reform als kannibaal van de centrumpolitiek, terwijl Meloni in Italië rustig afwacht, zou Frankrijk de grote domino zijn die valt voor het radicale experiment. Ook dat zou slecht nieuws zijn voor het geopolitieke lot van Europa. Anti-EU-populisme en latent pro-Russische sentimenten zijn gemene delers bij veel radicale partijen in Europa, zowel ter rechter- als ter linkerzijde. Als Frankrijk kantelt, kan dat een domino-effect geven die de machinerie van de Europese Unie danig kan verlammen, inclusief de Europese steun voor Oekraïne.
Besmettingsgevaar is er ook voor de Belgische politiek. België deelt met Frankrijk een structurele budgettaire crisis, een obese staat die steeds meer doet maar steeds minder realiseert, een balorige bevolking die de oplossing steevast bij een ander legt, een politieke en syndicale oppositie die elke marginale aanpassing van de beloftecultuur als horror verkettert, en een brede cultuur die economisch succes vooral wil verdacht maken of bestraffen. Als het regent in Parijs, druppelt het gegarandeerd op de acute begrotingsstrijd die de komende jaren op elk beleidsniveau in België zal woeden. Populisme in Parijs wordt heus geen inspiratie voor een duurzame begrotingspolitiek bij ons.
De politieke geschiedenis zal misschien terugkijken op president Macron als de populistische vrijbuiter die de grondvesten van de naoorlogse consensusdemocratie in Europa onderuithaalde. Macron kwam, zag en overwon het establishment met een postideologisch project drijvend op persoonlijk charisma. Charisma verziekte in personencultus en Macron plaveide finaal de weg voor de extremisten die op de ruïnes van de oude partijpolitiek een nieuwe identitaire ideologie konden bouwen. Laat dat voor België ook een les zijn.