Wolfgang Riepl
Fietspaden zullen Limburg niet redden
In maart 2018 draaide de fabriek van VDL Nedcar in Born op volle toeren. Ze assembleerde wagens voor het Duitse BMW. CEO Willem van der Leegte begreep niet waarom zo weinig ex-werknemers van het nog geen 30 kilometer verderop gelegen Ford Genk solliciteerden. Hij verwees onder meer naar de gulle sociale voorzieningen in Vlaanderen. Intussen heeft ook de fabriek in Born een zware ontslagronde achter de rug, maar de opmerking was tekenend.
Meer West-Vlaamse zakelijke nuchterheid zou Limburg sieren.
Tien jaar na de sluiting van Ford Genk worstelt de provincie Limburg nog altijd met structurele zwaktes. De banengroei in de voorbije tien jaar was dan wel sterker dan gehoopt, maar die was er vooral in logistiek en toerisme. Die sectoren creëren minder toegevoegde waarde dan de maakindustrie. Een hotel uitbaten vergt minder investeringen en spitstechnologie dan de ontwikkeling en assemblage van Duitse premiumwagens – ook al kreunen die vandaag onder het offensief van Chinese concurrenten.
Hoe belangrijk de maakindustrie is, tonen de harde Limburgse cijfers. De toegevoegde waarde in de industrie is er in twee decennia met een derde gedaald. Geen enkele Vlaamse provincie scoorde slechter. Het leidde ook tot ernstig inkomensverlies. Het bbp per inwoner ligt in Limburg een kwart lager dan het algemene gemiddelde in Vlaanderen.
Herman Daems, een van de gangmakers achter het Limburgse herstelplan na de sluiting van Ford Genk, pleit voor geduld. West-Vlaanderen telt al generaties van succesrijke ondernemers. Maar West-Vlamingen zijn doorgaans ook ‘harder’ dan de eerder zachte Limburgers. Meer West-Vlaamse zakelijke nuchterheid zou Limburg sieren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier