Vrije Tribune
‘Er zit een systeemfout in de langdurige bevriezing van vermogens bij echtscheiding of nalatenschap’
De procedure om het vermogen na een echtscheiding of een overlijden te verdelen sleept vaak veel te lang aan. De overheid moet ingrijpen om dat getouwtrek in te korten, vindt advocaat Guillaume Deknudt.
Sterven doen we allemaal. Scheiden doen velen onder ons. Iedereen wordt dus wel eens geconfronteerd met een vermogen dat moet worden verdeeld, sommigen meermaals. Vooral nieuw samengestelde gezinnen zijn vaker een bron van verdelingsconflicten. Vaak zijn ze ook hardnekkiger. Wie een moeilijke en langdurige echtscheiding heeft doorlopen, heeft een grotere kans om dat bij het overlijden van de nieuwe partner nogmaals mee te maken.
Neem het overlijden van een ouder, waarna er discussie rijst wie van de kinderen uiteindelijk recht heeft op de aandelen van het bedrijf, ook al heeft een van de kinderen die aandelen al verkregen. In veel dossiers gaan vele jaren voorbij vooraleer er absolute duidelijkheid komt. Ondertussen is dat kind actief in het bedrijf en leeft het in onzekerheid of de aandelen al dan niet kunnen worden behouden. In veel dossiers wordt het vermogen zelfs regelrecht geblokkeerd, en dat voor lange tijd.
Dat er bij een familiaal conflict een momentum moet zijn waarop de klok even wordt stilgezet, is normaal. Er moet grondig worden bekeken wat er moet worden verdeeld en wie welke rechten heeft. Dat neemt niet weg dat er veel sneller moet worden beslist wat definitief aan wie toekomt. Dat zou voor alle betrokken partijen een goede zaak zijn. Op die manier kan de ene partij de andere niet al te lang gijzelen of uitroken, hetgeen nu te vaak het geval is.
Op dat gebied zit er een systeemfout in de spelregels. De huidige verdelingsprocedure is net van die aard om tools aan te reiken voor wie de zaak op de lange baan wil schuiven. De gemixte procedure waarbij je eerst naar de rechter moet om daarna naar de notaris-vereffenaar te worden verwezen, waarna de zaak tussendoor en/of aan het eind van de rit toch weer bij de rechtbank terechtkomt, leidt tot eindeloze procedureperikelen. Het voorzien van meerdere fora – de rechtbanken en de notaris-vereffenaar – om de procedure te doorlopen, werkt procedureel gepingpong in de hand.
Men kan daarop repliceren dat er toch ook veel zaken minnelijk opgelost worden en dat de voorziene procedure dus in veel gevallen wel werkt, maar dat is naast de kwestie. De Belgische overheid heeft de plicht te voorzien in een procedure die voldoende snel kan worden doorlopen. Is dat niet mogelijk binnen een redelijke termijn, dan raakt dit de verantwoordelijkheid van de overheid, met een mogelijke aansprakelijkheid tot gevolg.
Het kan niet zijn dat het vermogen van de partijen al te lang bevroren wordt. Dat een echtscheiding of een nalatenschap de zaken even on hold kan plaatsen, is logisch, maar dat het tien of twintig jaar, of in sommige gevallen nog langer kan duren, is niet gepermitteerd.
Men zou bijvoorbeeld het systeem kunnen bijsturen en erin voorzien dat de dossiers door de rechtbank worden doorgestuurd naar de notaris-vereffenaar voor een poging tot minnelijke oplossing. Als dat niet lukt, of als de maximumduurtijd van die poging wordt overgeschreden, zou de zaak moeten terugkeren naar de rechtbank, waar dan meteen een gerechtelijke oplossing wordt benaarstigd. Ook in dat laatste geval kan de notaris dan een rol spelen om bepaalde onderdelen van de vereffening-verdeling voor te bereiden of over bepaalde aspecten een advies te verlenen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier