Rudy Aernoudt
‘Elke nieuwgeborene in België krijgt 50.000 euro publieke schulden’
Het jaar 2024 wordt een recordjaar voor de democratie. Meer dan 2 miljard mensen kunnen stemmen in onder andere de Europese Unie, de Verenigde Staten, India, Mexico en Zuid-Afrika. En niet te vergeten, ook in België. Met de Nederlandse verkiezingen van 2023 als benchmark, stellen we de vraag of er een verband is tussen stemgedrag en de economie.
De Nederlandse begroting is net niet in evenwicht, met een tekort van 1,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De schuldenberg bedraagt 350 miljard of 47 procent van het bbp en ligt dus ver onder de Maastrichtnorm van 60 procent. Per capita bedragen de publieke schulden 21.000 euro.
België daarentegen stevent af op het grootste begrotingstekort in de Europese Unie in 2024: 4,1 procent of 33 miljard euro. Daarmee zal de schuldenberg alleen maar verder aandikken tot 550 miljard of 107 procent van het bbp, of bijna het dubbele van de Maastrichtnorm die België beloofde te halen bij de toetreding tot de monetaire unie.
Elke nieuwgeborene in België krijgt een ‘geboortepremie’ van 50.000 euro publieke schulden. De vooruitzichten zijn niet beter met voorspellingen van Voka en de NBB van een schuldenberg van 400 procent in 2070. Dat was het niveau waarop Argentinië failliet ging.
Tewerkstellingsgraad van 80 procent
De beste manier om de schuldenberg af te bouwen, is een hoge tewerkstellingsgraad te realiseren. In België lukt dat niet. De tewerkstellingsgraad bedraagt slechts 73 procent, met Oost-Vlaanderen en binnenkort West-Vlaanderen als enige provincies die de doelstelling van 80 procent halen. Aan de andere kant van het spectrum zien we Henegouwen met 61 procent.
Voka en de NBB voorspellen een schuldenberg van 400 procent van het bbp in 2070. Dat was het niveau waarop Argentinië failliet ging.
Nederland zit aan 83 procent. Daar kunnen we alleen maar van dromen. Als België datzelfde percentage zou realiseren, zou dat betekenen dat 1.000.000 Belgen tussen 20 en 65 jaar aan het werk zouden zijn die dat nu om een of andere reden niet zijn. Kunnen we dat ons voorstellen? Vooral in een land waar ondernemers schreeuwen om hun vacatures ingevuld te krijgen.
De publieke sector
Nu kan de kritische lezer denken dat de hoge tewerkstelling in Nederland vermoedelijk te maken heeft met de publieke sector. De grootste werkgever is de overheid. In Europa werkt 17 procent van alle werkenden bij de overheid op nationaal, regionaal of lokaal niveau. Nederland scoort echter ver onder dat Europese gemiddelde met 12 procent. Duitsland doet het met nog minder, zijnde 11 procent. In Vlaanderen werkt 18,9 procent of 576.000 mensen voor de overheid, in Wallonië 24,9 procent of 350.000 mensen, en in Brussel 26,9 procent of 136.000 mensen. Dat levert een Belgisch gemiddelde van 21,4 procent op, 1.062.000 mensen werken hier voor de overheid.
Als België hetzelfde percentage als Nederland zou optekenen, zou de Belgische overheid het moeten doen met 595.000 mensen, of 467.000 mensen minder. Het gaat natuurlijk niet alleen om kwantiteit. Op basis van een analyse door de Wereldbank van de kwaliteit van de ambtenaren en de onafhankelijkheid van de politiek, scoort de Nederlandse overheid 50 procent beter dan de Belgische overheden.
Lessen in democratie
Uit de Nederlandse verkiezingen, die het beleid afstraften, kunnen we dus leren dat een obese overheid, een lage tewerkstelling en begrotingstekorten blijkbaar niet doorslaggevend zijn in de ogen van de kiezer. Waar het vandaag om gaat, is koopkracht. In Nederland hebben meer en meer mensen het moeilijk om het einde van de maand te halen. Energie- en voedingskosten lopen op. Sociale en andere betaalbare woningen zijn uiterst schaars. De middenklasse wordt uitgeperst en verdwijnt geleidelijk om zich bij de ‘armere’ klasse te voegen. Van alle belastingen in Nederland wordt 66 procent betaald door de middenklasse. Dat alles is ook, en zelfs nog meer, het geval in België, waar de uitgeperste middenklasse 76 procent van alle belastingen voor haar rekening neemt.
In België neemt de uitgeperste middenklasse 76 procent van alle belastingen voor haar rekening.
De belastingdruk op een alleenstaande met een gemiddeld inkomen bedraagt 32 procent in Nederland, tegenover 52 procent in België. Eén op de vijf kinderen loopt risico op armoede in België, tegenover één op de zeven in Nederland. Dat is de perfecte voedingsbodem voor wat de Franse filosoof René Girard het zondebokmechanisme noemt, waarbij men op zoek gaat naar personen of groepen die verantwoordelijk worden geacht voor die verpaupering. Dat vertaalt zich in de stembusgang.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier