Hoe maak je van dit land een sterker land? Op het gebied van innovatie, ondernemerschap, onderwijs, defensie, infrastructuur, begroting, arbeidsmarkt en veerkracht? Onze historische reflex is om naar de overheid te kijken voor oplossingen. Een plan, een wet, een commissie, een instituut, een regel, een belasting, een subsidie. Dat is een vergissing. Een land wordt niet sterker door de overheid. Wel door sterke en zelfredzame burgers.
Daarvoor is nood aan een nieuwe leidende cultuur. Die kun je niet opleggen of in een wettekst gieten. Ze moet worden opgebouwd in het hoofd van iedereen. Deze zes elementen zijn nodig voor een sterker en weerbaarder land.
Meer eigen verantwoordelijkheid. Burgers moeten geloven in eigen initiatief en veerkracht, in plaats van voor elk probleem te smeken om de hulp van de overheid. Politici moeten écht politieke verantwoordelijkheid nemen en durven te beslissen. Consumptiefederalisme moet plaatsmaken voor verantwoordelijkheid voor eigen inkomsten en uitgaven – op elk beleidsniveau. Dat alles vereist minder regels en meer vertrouwen in burgers en bedrijven.
Meer burgerzin. Dat is de stap van ‘inwoner van het land’ naar ‘eigenaar van het land’. Zo’n burger spreekt anderen aan op asociaal gedrag en is bereid offers te brengen voor het algemeen belang en de toekomstige generaties. Voor politici betekent dat een verschuiving van het partijbelang naar het algemeen belang. Ambtenaren moeten burgers als klanten behandelen. Ondernemers dragen actief en vrijwillig bij aan de maatschappij, naast de verplichte bijdragen.
Hoge standaarden. Een sterk land wordt niet gebouwd op middelmaat. De wil om te winnen is cruciaal voor meer welvaart. Politici kiezen voor de lange termijn en wijzen overheidstekorten radicaal af. Burgers leggen de lat hoog voor zichzelf, hun omgeving, hun werk en de opvoeding van hun kinderen. Beloon wie het goed doet, ontmoedig middelmaat.
Een nieuwe leidende cultuur kun je niet opleggen of in een wettekst gieten. Ze moet worden opgebouwd in het hoofd van iedereen.
Eigenaarschap. De cultuur van ‘dat is niet mijn probleem’ moet worden vervangen door een collectieve verantwoordelijkheid. De politicus is begaan met toekomstige generaties. De burger is bereid offers te brengen en erkent dat een financieel gezond land de verantwoordelijkheid is van iedereen. De ambtenaar behandelt zijn budget als zijn eigen geld en streeft naar maximale klantvriendelijkheid. De ondernemer denkt verder dan de eigen winst en voelt zich verantwoordelijk voor de gemeenschap en de toekomst van het land.
Ondernemerschap. De focus moet verschuiven naar actie, innovatie en het zoeken naar oplossingen. Bouwen wordt verkozen boven blokkeren. De politicus creëert een omgeving die ondernemen beloont. De ambtenaar zegt niet langer ‘nee’, maar zoekt naar het ‘hoe’. De ondernemer droomt groots en bouwt snel, zonder voortdurend te klagen over het beleid. We zijn trots op verwezenlijkingen en denken altijd in mogelijkheden.
Ambitie. De noodzaak van een gedeelde, positieve droom die het land overstijgt. De politicus moet een inspirerende visie formuleren. De ambtenaar neemt een can do-mentaliteit aan en versnelt de uitvoering van plannen. De burger moet een collectieve droom omarmen en ondersteunen, in plaats van alleen te focussen op wat misgaat. De ondernemer investeert met een nationaal perspectief, gericht op het structureel versterken van de concurrentiekracht van heel België.
Laat dat mijn oproep zijn voor 2026: een echte strategie voor een sterker land. Niet gemaakt door centrale planners, comités, wetten of technocraten. Wel door elke burger afzonderlijk. Elke dag opnieuw.
De auteur is founding partner van Growth Inc.