Rudy Aernoudt
‘De absolute prioriteit voor de nieuwe Europese Commissie zou dereguleren moeten zijn’
Europese ondernemingen moeten voldoen aan Europese, nationale en regionale regels. Die zijn niet alleen overvloedig, maar vaak ook tegenstrijdig, zodat ze de concurrentiekracht van de Europese industrie aantasten, schrijft professor Rudy Aernoudt.
Europa gaat ervan uit dat alles in regeltjes en wetten moet worden gegoten, die dan toepasbaar zijn op alle lidstaten. Al die regeltjes starten vanuit nobele bedoelingen, zoals de gezondheid van de burger, het garanderen van concurrentie, respect voor de minderheden, veiligheid op het werk, milieubeschouwingen, enzovoort. Maar hoe goed de intenties ook zijn, dat leidt tot een veelvoud van wetten en regels die het ondernemerschap bemoeilijken en die de concurrentiekracht van de industrie aantasten.
Het doet me denken aan de uitspraak van een van de vaders van het Europese idee, Winston Churchill. Die beweerde dat als je te veel reguleert, je de normale werking van de vrije markt kapot maakt. Om het in zijn woorden te zeggen, gebruikmakend van zijn toespraak in het Lagerhuis op 3 februari 1949: “Als je 10.000 regels maakt, vernietig je alle respect voor de wet.”
Tien wetten per dag
Churchill kon zich 75 jaar geleden waarschijnlijk niet voorstellen dat Europa in minder dan vier jaar meer wetten zou produceren dan de metaforische 10.000 regels waar hij naar verwees. Inderdaad, in de eerste Commissie-Von der Leyen (2019-2024) nam de Europese Unie ongeveer 13.000 wetten aan, een gemiddelde van tien wetten per dag. Niemand kan zo’n vloed aan wetten volgen, ook al worden we geacht ze te respecteren.
De kritische lezer zou kunnen reageren dat regulering noodzakelijk is, en dat is terecht. Er is regulering nodig. Maar hebben we niet te veel reglementering, die bovendien niet altijd van topkwaliteit is? Ter vergelijking: tijdens de afgelopen drie congresmandaten zijn in de Verenigde Staten op federaal niveau ongeveer 3.500 wetten en ongeveer 2.000 resoluties aangenomen.
In een geopolitieke context, waarin Elon Musk als Amerikaanse minister van Overheidsefficiëntie deregulering zeer hoog in het vaandel zal dragen, heeft Europa een vereenvoudigingsrevolutie nodig.
Gold-plating
Al die wetten moeten worden toegepast en richtlijnen moeten worden omgezet in nationale en regionale reglementering. Lidstaten en regio’s maken van de gelegenheid gebruik om nog wat eigen wetgeving en standaarden toe te voegen. Die zijn vaak strenger dan de Europese richtlijn. Dat fenomeen, gold-plating genoemd, leidt ertoe dat wetten en decreten niet langer uniform zijn in Europa. Dat zet dan weer de gedachte van de eenheidsmarkt op de helling en leidt tot inconsistenties. Business Europe analyseerde een steekproef van de EU-wetgeving en vond een overlapping van 169 reglementen en met in meer dan één op de tien regels regelrechte inconsistenties.
De kostprijs
Een recente academische studie (Peligrino, 2023) berekende dat de regelgeving in de Europese unie tot 0,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp) kost. Dat is enorm als we rekening houden dat de meeste studies uitgaan van een groei van slechts 1 procent in Europa in de komende jaren. Het IMF (rapport 2024) berekende dat de verschillen in regelgeving binnen Europa een extra kostenlast voor intracommunautaire handel voor de industrie teweegbrengt van 44 procent, tegenover 13 procent voor binnenlandse handel in de Verenigde Staten.
Als we de industrie in Europa een kans willen geven, laat ons dan starten met te dereguleren. Dat zou de absolute prioriteit moeten zijn voor de nieuwe Europese Commissie. Zeker in een geopolitieke context, waarin Elon Musk als Amerikaanse minister van Overheidsefficiëntie deregulering zeer hoog in het vaandel zal dragen, heeft Europa een vereenvoudigingsrevolutie nodig.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier