Marc De Vos
De belangrijkste beleidsvraag voor de komende jaren
Aan het einde van 2025 staan we even ver van het jaar 2000 als van het jaar 2050. De wereld kantelt van Amerikaanse hegemonie en globalisering naar geopolitiek conflict, protectionisme en mercantilisme, van vrede en samenwerking naar oorlog en fragmentatie, van regels en instellingen naar macht en coalities. Landen kantelen van democratie naar autocratie of populisme, van autocratie naar totalitarisme, en van multiculturalisme naar een focus op nationale identiteit of nationalisme. Wat wordt het traject richting het midden van de eeuw?
Grosso modo zijn drie scenario’s denkbaar. Eén: herstel, waarbij Amerika en de democratische landen zich voldoende herpakken – economisch, technologisch, militair – en diplomatiek innoveren om de internationale orde te stabiliseren met een nieuwe machtsbalans, waarbij ze niet langer dominant zijn, maar wel leidinggevend blijven. Twee: een tweede Koude Oorlog, die de wereld verdeelt in machtsblokken en concurrerende grootmachten, waarbij opkomende middelgrote landen aan geopolitiek belang winnen. Drie: chaos die de wereld verder in convulsie en instabiliteit stort, waardoor spanningen, conflicten en oorlogen escaleren.
Welke van de drie scenario’s de overhand zal halen, hangt af van de inflectiepunten van de komende vijfentwintig jaar. De toekomst van China is zo’n breuklijn. China werd een economische grootmacht door de westerse globalisering en de binnenlandse wederopbouw. Beide zijn aflopend. China zoekt een nieuwe groeimotor, terwijl het kampt met overcapaciteit, schuldenlast en een bevolking die veroudert en krimpt. De eerste toekomstvraag voor 2050: wordt China een tweede Japan, een tweede Verenigde Staten of een tweede Rusland? Een tweede Japan blijft economisch belangrijk, maar wordt niet dominant, legt zich neer bij internationale stabiliteit en focust op het managen van een vergrijzende samenleving. Een tweede Verenigde Staten is toonaangevend in belangrijke sectoren en combineert militaire macht met wetenschappelijke en culturele invloed. Een tweede Rusland is een land dat zijn status en nationale cohesie haalt uit conflict en oorlog – Taiwan. China wil een tweede Verenigde Staten worden, maar botst op de grenzen van zijn model, zijn demografie en de echte Verenigde Staten.
Rusland is het tweede geopolitieke inflectiepunt voor 2050. Een land in steil economisch en demografisch verval zoekt macht uit geografie en agressie. Alleen een complete Europese overwinning in Oekraïne kan die trend keren. Behalve in die onwaarschijnlijke hypothese wacht ons minstens een decennium van koude en hybride oorlog, waarbij beide kampen zichzelf proberen te versterken. De toekomstvraag voor 2050: wordt Rusland een tweede Canada, een tweede Iran of een tweede Turkije? Rusland zou voor een sterk China kunnen betekenen wat Canada voor de Verenigde Staten is: een economische schakel en een geopolitiek handvat. Een tweede Iran is Rusland als invloedrijke schurkenstaat die geweld en conflict exporteert, terwijl het land zelf wegzinkt in armoede, onderdrukking en marginalisering. Als na Poetin een reformatie komt, kan het Rusland van 2050 lijken op het Turkije van Erdogan: een brugland dat zijn historische rol herontdekt, terwijl het toch aanleunt bij de democratie en de westerse orde.
Kunnen westerse landen zich heruitvinden als staten die marktkapitalisme vooruitstuwen zonder te vervallen in Chinees staatskapitalisme en nulsommercantilisme? Dat is de belangrijkste beleidsvraag voor de komende jaren.
De geopolitieke breuklijnen zullen wij, in Europa en Amerika, zelf mee vormen en beslechten. Een herstelscenario voor de wereldorde vergt sterke westerse economieën en democratieën, en coalities met derde landen voor een nieuwe internationale samenwerking. Het pad van Amerika zal daarbij bepalend zijn. De derde toekomstvraag voor 2050: is het Amerika alleen? Kan Europa met de Verenigde Staten een grootmachtenduo vormen? Of volgt een nieuwe globalisering? Amerika alleen is een sterk Amerika zonder sterke bondgenoten, terwijl blokvorming woekert en conflicten met realpolitik worden beslecht. Europa als grootmacht is regionaal en mondiaal een Amerikaanse partner voor vrede en vrijheid. Een nieuwe globalisering is een fase van nieuwe internationale economische integratie die bouwt op de prowesterse waarden en belangen in de nieuwe wereldorde.
Westers succes in de wereld vergt succes thuis. We moeten bewijzen dat, anders dan wat antiwesterse krachten propageren, neergang niet onze predestinatie is. Economische groei, de creatie van nieuwe welvaart en productiviteit, is daarbij cruciaal. Meer welvaart is een fundament voor territoriale veiligheid, democratisch vertrouwen, politieke stabiliteit, maatschappelijke cohesie en win-winrelaties tussen landen. Zonder echte groeidynamiek wachten ons destabiliserende keuzes tussen die nieuwe prioriteiten en de oude welvaartsstaat. De periode van neoliberalisme en win-winvrijhandel is voorbij. Kunnen westerse landen zich heruitvinden als staten die marktkapitalisme vooruitstuwen zonder te vervallen in Chinees staatskapitalisme en nulsommercantilisme? Dat is de belangrijkste beleidsvraag voor de komende jaren.
De toekomst van technologie en technologiebeleid zal daarin bepalend zijn. We leven in het tijdperk van technologie. Alles is technologie en, met de wereldwanorde rondom ons, is zowat alle technologie ook veiligheid of defensie. Autonome AI-wapens, de terugkeer van een nucleaire wapenwedloop en de opkomst van de ruimte als oorlogstheater: dat is de Bermudadriehoek voor 2050. Zullen we evolueren richting een controlestaat, een oligopolie van technologiebedrijven verweven met overheden, of door de overheid gestuurd? Of vinden we een manier om een militair-industrieel-technologisch complex parallel te laten functioneren met een bloeiende technologiemarkt? Wordt het techno-optimisme dat burgers en consumenten bevrijdt, de mens bedient en de mensheid upgradet? Of wordt het technodystopie van controle, hedonisme en wapens? Het tweede presidentschap van Donald Trump is daarvoor een testcase.
Als een tweede Koude Oorlog dreigt, dan zijn dit de twee grote verschillen met de eerste. China is economisch veel sterker en belangrijker, zelfs voor onze eigen economieën, dan de Sovjet-Unie voordien. De westerse samenlevingen zelf zijn demografisch, sociologisch en cultureel veel zwakker en verdeelder dan in de tweede helft van de twintigste eeuw. De combinatie van vergrijzing met hyperdiversiteit, de uitdaging van integratie en assimilatie op nooit geziene schaal. De kloven van ongelijkheid, vervreemding en atomisering, met uitwassen van mentale ziektes. Het verlies aan gezag van, en vertrouwen in instellingen en elites. De polarisatie, de relativering van kennis en de versplintering van de realiteit in digitale post-truth. De defaitistische gelatenheid van pessimisme, doemdenken en negativisme. De renaissance van het democratische Westen als rolmodel vergt ook, misschien zelfs vooral, een maatschappelijke renaissance. Een tijd van oorlog en conflict is dé tijd waarin een samenleving kan verdiepen en herbronnen, mits inspirerend leiderschap.
Als de aflopende kwarteeuw ons iets heeft geleerd, dan is het dat we de toekomst niet kunnen voorspellen. De belangrijkste terroristische aanslag ooit op Amerikaans grondgebied, de ergste tsunami uit de geschiedenis, de grootste financiële crisis sinds 1929, de eerste pandemie in meer dan een eeuw, een cascade van invasie, burgeroorlog, terrorisme en oorlog in het Midden-Oosten, de grootste vluchtelingencrisis en de eerste invasieoorlog in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog: al die wereldschokkende gebeurtenissen had amper iemand zien aankomen. Als we beseffen hoeveel de wereld over zich heen heeft gekregen in zo’n korte tijd, is het een half mirakel dat de wielen van de staat en de politiek er niet volledig afliggen.
Het decennium dat voorafging aan de eenentwintigste eeuw was extreem stabiel en rustig. De kwarteeuw sindsdien was het omgekeerde. Het onvermoede of onvoorspelbare verdwijnt niet en kan de hele mensheid verenigen of verdelen. Misschien wordt een klimaatcatastrofe, een ergere pandemie, de doorbraak van kunstmatige algemene intelligentie of de ontdekking van het heelal wel het echte kantelpunt richting 2050.
De auteur is co-CEO van de denktank Itinera, strategieconsultant en doceert aan de UGent. www.marcdevos.eu
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier