We hebben een debat nodig over topleiderschap, vindt Leslie Cottenjé.
Onnodig te zeggen dat de CEO een zeer belangrijke rol heeft in eender welk bedrijf, zo niet de belangrijkste. De CEO moet het lichtbaken zijn dat de medewerkers volgen. Het gedrag en de waarden van de persoon het hoogst in de boom, bepalen voor een groot deel de waarden en de cultuur van het bedrijf. Zelden past een CEO zijn of haar gedrag aan aan de organisatie, vaker wordt de cultuur van de organisatie aangepast aan hoe men zich aan de top gedraagt, hoe men naar de wereld kijkt. Dat uit zich in dagelijks gedrag in de wandelgangen, aan de koffiemachine, wat hij of zij zegt in de media, welke keuzes er gemaakt worden, wel of niet te laat komen in meetings, wel of niet opdagen in meetings, en ga zo maar door.
Een CEO opereert onder een vergrootglas. Kijk maar wat Elon Musk te verduren krijgt bij Tesla door zijn politieke fratsen. Een citaat van Sam Walton – de oprichter van WalMart – dat ik nooit zal vergeten luidt: “There is only one boss and it’s the customer. Only they can fire everyone from the CEO on down, simply by spending their money somewhere else.” De klant is de koning van ieder bedrijf. De klant heeft de macht om iedereen te ontslaan, de CEO incluis, door simpelweg een bedrijf de rug toe keren.
Onlangs kwamen enkele topleiders in opspraak wegens toxisch gedrag. Voor hen en voor hun bedrijven is dat funest. Hun gedrag straalt negatief af naar de klanten en naar de medewerkers. De schade is immens. De berichtgeving ontbeert ongetwijfeld nuance, zoals wel vaker wanneer het pad van de sensatie wordt gekozen, maar zonder enig spoor van slecht leiderschap of frustratie zou er geen gevolg zijn geweest in de media. Zijn ze daarom per definitie ter kwader trouw? Ik denk dat helemaal niet, integendeel.
Een CEO moet dicht bij zichzelf blijven, standvastig zijn in waarden en normen. Een CEO moet de weg wijzen, en dat liefst zonder enige aarzeling. CEO’s zijn echter ook maar mensen, die leven onder de voortdurende druk van het publieke leven, tussen hamer en aambeeld, tussen medewerkers en aandeelhouders of raden van bestuur. Ze zijn daar ook zelden voor opgeleid, maar wie is dat wel? Er is geen enkele opleiding die mensen écht klaarstoomt voor die topjob. Niemand kan ook begrijpen wat het is, behalve de mensen die zélf in die rol hebben gestaan. Je wordt erin gegooid, de druk en de eenzaamheid zijn bijna constant.
Je moet je kwetsbaar opstellen, maar ook niet te veel, want dan oog je zwak. Je moet empathisch zijn, maar ook niet te veel, want dan verlies je je greep. Je moet op lange termijn denken, maar toch ook nu meteen goede resultaten voorleggen. Je moet all-in zijn en hard werken, maar tegelijk een persoonlijk leven behouden met genoeg aandacht voor gezin, vrienden en familie. Je moet er zijn voor je mensen, maar toch ook vooral in contact staan met je klanten en andere stakeholders. Je moet altijd het antwoord hebben, ook al heb je dat eigenlijk niet altijd. Het is dansen op een slappe koord, elke dag opnieuw. En wanneer je het goed doet, is het een teamprestatie. Maar wanneer je steken laat vallen of even de pedalen verliest, dreigt de spreekwoordelijke brandstapel of de publieke schandpaal.
We hebben een debat nodig over topleiderschap. CEO’s hebben een echte spiegel nodig, iemand die mee in de modder staat, de koorddans begrijpt, iemand die de man of vrouw aan de top accountable en met de voeten op de grond kan houden. Liefst is dat iemand van binnenuit. Er is een nieuwe visie nodig op de ondersteuning van CEO’s en hoe we mensen er niet alleen voor klaarstomen, maar ze ook begeleiden tijdens hun traject om brokken te voorkomen.
De auteur is een ondernemer met expertise in commerciele strategie, vooral actief in de technologiesector
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier