Jan Tuerlinckx
‘De structurele achterstand met de beslechting van fiscale geschillen is een rechtstaat onwaardig’
Het gaat niet goed met de beslechting van fiscale geschillen in ons land. Het is minstens tien jaar wachten alvorens een zaak voor het hof van beroep in Brussel kan worden gepleit. De rechtbank van eerste aanleg in Leuven doet het al even zonder fiscale rechters. De rechtbank telt er nochtans in principe twee. Bij het geringste probleem, ziekte of onvoorziene omstandigheden wordt de fiscale rechtsbedeling naar de spreekwoordelijke Griekse kalender verwezen. Die structurele achterstand is een rechtstaat onwaardig.
Om die problemen het hoofd te bieden moet worden gekeken naar de dieperliggende oorzaken. En die zijn niet noodzakelijk het disfunctioneren van justitie: de echte boosdoeners zijn de digitalisering, de verhouding tussen de belastingplichtige en de administratie, het toenemende formalisme en de niet aflatende complexiteit. Om die demonen het hoofd te bieden, moet wat out of the box worden gedacht.
Deskundigen zijn alomtegenwoordig in gerechtelijke procedures, alleen niet in fiscale zaken. Zij scheppen nochtans duidelijkheid in een feitelijke context om dossiers voor te bereiden en de discussie op scherp te stellen.
Waarom zouden belastingzaken alleen maar behandeld kunnen worden na het volledig doorlopen van de controle, de taxatie en de bezwaarfase?
Het Gerechtelijk Wetboek schrijft voor dat elk geschil in aanmerking komt voor bemiddeling, zodat het buiten de rechtbank kan worden afgehandeld. Fiscale geschillen zijn geen uitzondering op die regel. In België is er maar één erkende fiscale bemiddelaar, en dat is professor Michel Maus. Maar ook hij oefent die functie niet uit. De belangrijkste reden daarvoor is dat de fiscale administratie afwijzend staat tegenover de bijkomende kosten die dat met zich meebrengt.
De procedures moeten korter en veel efficiënter worden gevoerd. Waarom zouden belastingzaken alleen maar behandeld kunnen worden na het volledig doorlopen van de controle, de taxatie en de bezwaarfase? Met een simpele mentaliteitswijziging kunnen tussentijdse problemen aan de rechter worden voorgelegd. Nu moeten de partijen in het geding wachten tot het eind om te weten of bijvoorbeeld een specifieke onderzoeksdaad al dan niet rechtsgeldig is gebeurd. In principiële kwesties moet de rechter ook een vraag kunnen stellen aan het Hof van Cassatie. In andere zaken is zoiets wel mogelijk bij het Hof van Justitie van de Europese Unie of het Grondwettelijk hof.
Toen ik aan deze column begon te schrijven, had ik me voorgenomen niet over het regeerakkoord te schrijven. Maar in fiscaliteit hangt alles aan elkaar. In de afgevoerde supernota van federaal formateur Bart De Wever (N-VA) was sprake van ‘taxificatie’. Die term heeft betrekking op het herstel van het vertrouwen tussen de belastingplichtige en de belastingadministratie. Vorige regeringen namen het herstel van dat vertrouwen ook al op in hun regeerakkoord, maar daarvan kwam weinig in huis. Welnu, in deze column kunnen de beleidsmakkers een opsomming vinden van eenvoudige maatregelen die zullen bijdragen tot het hertstel van het vertrouwen en hoe een gemoderniseerde geschillenfase bijdraagt tot de taxificatie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier