Pedro Matthynssens
‘De ruk naar rechts van Silicon Valley’
Willen politici succesvolle ondernemers voor zich winnen? Dan moeten ze vooral niets doen.
Vijftig jaar lang was Silicon Valley een bastion van liberale Democraten. Jongeren verhuisden ernaartoe om hun Amerikaanse droom na te jagen. Ze richtten technologiebedrijven op of werkten voor een start-up. George Feiger, een vriend en bankier in San Francisco, zei eens dat “een hond met een hoed op en een idee” in de Valley ongelimiteerde financiering kon krijgen.
Een paar honden met een hoed op faalden, maar zeer veel ondernemers bouwden geweldige technologie voor tevreden klanten. Ze brachten hun bedrijf naar de beurs en verdienden een fortuin. Nadien deelden ze dat geld uit aan goede doelen. Dat gaf naast professionele en materiële ook morele voldoening. Hun overlijdensberichten spreken over fantastische ondernemers en bewonderenswaardige filantropen. Dat was lange tijd het mooie leven in de Valley.
Bill Gates, de stichter van Microsoft, is het archetype. Een buitengewone, gehaaide ondernemer én een van de grootste weldoeners ter wereld. Democratische toppolitici als de Clintons, Barack Obama en Al Gore adoreerden die ondernemers, geloofden heilig in het dynamisch kapitalisme en stonden resoluut aan de kant van de technologie-industrie. Die liefde was wederzijds. De ideologie van de Democraten paste perfect bij de combo van de Californische vrije hippies en succesvolle yuppies.
Het tij keerde rond 2013 onder invloed van de jonge rekruten van socialemediabedrijven zoals Facebook, Twitter en LinkedIn. Ze zijn opgegroeid met 9/11, de oorlog in Irak en de financiële crisis. Ze gedroegen zich als politieke activisten tegen hun werkgevers. Toen Trump in 2016 werd verkozen, waren ook The New York Times en The Washington Post, de hoge ambtenaren en zelfs de eigen aandeelhouders, kritisch over de rol van socialemediabedrijven. De overtuiging leefde dat Trump aan de macht was gekomen dankzij misinformatie op Facebook. CEO Mark Zuckerberg werd daarop ondervraagd in de Senaat. Via valse accounts werd het publieke debat aangewakkerd om het vertrouwen van Amerikanen in de democratie te ondermijnen. Russiagate – de vermeende samenzwering van Trump en het Kremlin – markeerde de ondergang van Hillary Clinton.
Vanaf 2020 kwam alles in een stroomversnelling. Onder de Biden-administratie belden hogere ambtenaren naar directeurs van techbedrijven om hen uit te schelden als ze de regels niet respecteerden. De sociale media werden door de Democraten beschouwd als een politieke catastrofe. De techbedrijven waren corrupte winstmaximalisatiemachines en cryptomunten waren uiterst gevaarlijk. De strikte anti-witwas- en anti-terreurregelgeving zorgde ervoor dat tientallen ondernemers uit en investeerders in de crypto-industrie niet langer klant konden blijven bij een bank, omdat dat een te hoog risico voor de bank inhield.
Nadat ze de cryptotechnologie met succes de kop hadden ingedrukt, hadden topambtenaren al een nieuwe prooi in het vizier. In mei 2024 vertelden ze in het Witte Huis aan de leiders van Silicon Valley dat maximaal drie grote bedrijven, die onder rechtstreekse controle van de overheid stonden, kunstmatige intelligentie (AI) zouden ontwikkelen. Een kwestie van nationale veiligheid. Voor de techindustriëlen was dat de spreekwoordelijke druppel. Ze beslisten zich af te keren van de Democraten en Trump-aanhanger te worden.
Een verhaal doet de ronde over een voordracht die minister-president Kris Peeters in Silicon Valley gaf. Hij vroeg de ondernemers wat politici voor hen moeten doen. Achteraan in de zaal riep iemand: “Get out of the way!” Het duurde even voor Peeters doorhad dat de man antwoordde op zijn vraag. Willen politici succesvolle ondernemers voor zich winnen? Dan moeten ze vooral niets doen. En dat is precies wat de rijkste ondernemers in de wereld in de armen van Trump en zijn MAGA-beweging dreef.
De auteur is de CEO van Vanbreda Risk & Benefits
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier