Jan Tuerlinckx

‘De miserietaks is een kaas met gaten’

Jan Tuerlinckx Jan Tuerlinckx is advocaat van Tuerlinckx Fiscale Advocaten

Nu de Vlaamse regering aan de registratierechten sleutelt, kunnen de onrechtvaardigheden van de miserietaks maar beter worden rechtgezet.

Wie het al heeft meegemaakt, weet het: een relatiebreuk is miserie. De wetgever, die dat ook weet, voerde ter verzachting de zogenoemde miserietaks in. Dat is het verlaagde verdeelrecht van 1 procent voor voormalige getrouwde en wettelijk samenwonende partners dat verschuldigd is als ex-partners elkaar na een relatiebreuk uitkopen uit de gemeenschappelijke woning. De miserietaks is een mildering, want het basistarief van het verdeelrecht bedraagt 2,5 procent.

Maar de miserietaks is een kaas met gaten. Ondanks die fiscale tegemoetkoming doen zich regelmatig gevallen voor waarbij de verdeling van de gemeenschappelijke woning tegen 12 procent gebeurt. Die onbegrijpelijke situatie is miserie in het kwadraat voor wie ermee wordt geconfronteerd.

Het gebeurt wel vaker dat mensen een nieuwe relatie beginnen met iemand die een eigen huis of een appartement heeft en dat het nieuwe stel daarvan zijn gemeenschappelijke woonst maakt. Waarom zou je ook op zoek gaan naar een nieuwe woning als je partner al een woning heeft? Het ligt dan voor de hand dat de nieuwe partner zich inkoopt in die woning. Hoe vanzelfsprekend die gang van zaken ook mag zijn, fiscaal bekeken is het riskant.

Omdat de woning niet gezamenlijk is aangekocht, zal de partner die zich later inkoopt worden beschouwd als een ‘derde verkrijger’. Het registratierecht beschouwt die als een soort indringer in de onverdeeldheid. Met als gevolg dat die na een relatiebreuk geen beroep kan doen op de miserietaks van 1 procent of het algemeen recht van 2,5 procent, maar dat het verkooprecht van 12 procent wordt toegepast.

Het contrast met de miserietaks is gigantisch. Nogmaals: de miserietaks is ingevoerd om koppels die het na een relatiebreuk hoe dan ook al financieel moeilijk hebben, niet ook nog eens een fiscale molensteen om de nek te hangen. De wetgever vond zelfs 2,5 procent te veel. Maar hier worden de ex-partners geconfronteerd met maar liefst 12 procent registratierechten. Dat is onbegrijpelijk, ook al omdat er aan de miserietaks voorwaarden verbonden zijn om misbruik tegen te gaan. Zo kan de miserietaks enkel worden toegepast tussen ex-wettelijk samenwonenden als de wettelijke samenwoning minstens een jaar ononderbroken heeft geduurd en de verdeling plaatsvindt binnen drie jaar vanaf de officiële beëindiging van de wettelijke samenwoning. Merk op: de manier waarop de partners deelgenoot zijn geworden, is geen voorwaarde.

Je mag dus zeggen dat hier veel meer dan alleen een zweem van discriminatie te ontwaren is tegenover scheidende koppels die wel gezamenlijk een woning hebben aangekocht, én tegenover de ex-partner die aanvankelijk de enige eigenaar van de woning was. De ex-partner die de woning initieel aankocht, wordt niet beschouwd als een derde verkrijger en zal zich bijgevolg wel kunnen uitkopen onder toepassing van het verdeelrecht.

De wetgever vergeet daarbij ook nog dat de partner die zich nadien inkoopt, op zich al fiscaal benadeeld is. Die inkoop komt niet in aanmerking voor het verlaagde tarief voor de enige eigen woning, die nu nog 3 procent en straks 2 procent bedraagt, maar gebeurt tegen 12 procent, al zou de betrokkene, als die een andere woning koopt, wel het verlaagde verkooprecht van 3 procent voor de enige eigen woning kunnen genieten.
Nu de Vlaamse regering toch aan de registratierechten sleutelt, kunnen dat soort onrechtvaardigheden maar beter worden rechtgezet. Wie op dat openliggende fiscale mes stuit, kan zich tot het Grondwettelijk Hof richten met als doel de waanzinnige 12 procent tot 1 procent te laten reduceren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content