De Belgische onthouding bij het EU-Mercosurakkoord lijkt een procedurele voetnoot in Brussel. Maar voor een land, waarvan de waarde van de export ongeveer 85 procent van het bbp bedraagt, is ze veel meer dan dat: het is een beslissing die regelrecht indruist tegen onze economische belangen.
België is geen gewone handelsnatie. België leeft van de internationale handel. Het Mercosur-blok is onze achtste handelspartner buiten de Europese Unie en biedt de toegang tot een geïntegreerde markt van 780 miljoen consumenten. In plaats van die deur wagenwijd open te duwen, zet België de deur halfslachtig op een kier.
Onze welvaart steunt op een vlotte toegang tot buitenlandse markten. We exporteren jaarlijks voor 4,8 miljard euro naar de Mercosur-landen. 1.640 Belgische bedrijven, waarvan 83 procent kmo’s, zijn actief in die regio. Die activiteit is goed voor maar liefst 37.000 banen in ons land.
Het Mercosur-handelsakkoord zou tarieven afschaffen voor sectoren waarin België uitblinkt: chemie, kunststoffen, chocolade, textiel en lifesciences. Meer dan de helft van onze export naar Mercosur komt uit die sectoren, en voor meer dan 90 procent van die producten zouden de douanerechten verdwijnen. Naast de exportkansen biedt het akkoord ook toegang tot grondstoffen die essentieel zijn voor onze economische ontwikkeling.
Dat het handelsakkoord ons land heel wat voordelen zou opleveren, wordt bevestigd door de onlangs geactualiseerde impactstudie van de federale overheidsdienst Economie. Het akkoord bevat bovendien passende beschermingsmaatregelen om, waar nodig, kwetsbare sectoren te ondersteunen.
De onthouding komt op een moment dat België economisch erg kwetsbaar is. Volgens cijfers van de federale overheidsdienst Economie daalde onze export in 2023 met 15,2 procent. In 2024 zette die neerwaartse trend zich verder (-4,7%). Ons marktaandeel glijdt weg, terwijl andere landen, China voorop, een veroveringstocht ondernemen.
Nog geen jaar geleden trok een Belgische economische missie onder leiding van prinses Astrid met 400 deelnemers naar Brazilië. Ministers en bedrijfsleiders sloten maar liefst 39 samenwerkingsakkoorden en waren het volmondig eens over de noodzaak om onze aanwezigheid in Latijns-Amerika te versterken.
Dat is niet alleen economisch een gemiste kans, maar ook een geopolitiek signaal. Een heel verkeerd signaal. Europa moet dringend zijn internationale handel diversifiëren, de toegang tot kritieke grondstoffen behouden en zijn industriële basis verdedigen. Met die speerpunten voor ogen is het Mercosur-akkoord geen klassieke handelsdeal, maar een onmisbaar strategisch instrument. En voor een land als België, dat in die mate afhankelijk is van de internationale handel, zou die strategische dimensie doorslaggevend moeten zijn bij het sluiten van handelsakkoorden.
Technisch blokkeert de Belgische onthouding het Europese proces niet. Maar het signaal dat we daarmee uitsturen, is problematisch. Handelspartners en investeerders hebben een grote behoefte aan duidelijkheid, aan signalen die aantonen dat we een solide partner zijn en dat we hen veel te bieden hebben. Een onthouding zendt een heel ander signaal uit.
Ons land kan het zich in een heel competitieve wereldeconomie niet veroorloven om kansen te laten liggen, terwijl ons internationale marktaandeel en onze welvaart onder druk staan.
Elke nieuwe markt telt. Elke geopende deur is een kans. En een onthouding? Die getuigt van een gebrek aan ambitie dat België zich eenvoudigweg niet kan permitteren.