Het verwarren en mengen van politiek en godsdienst degradeert het geloof en maakt de politiek totalitair.
Voor de VTM-serie Kung Fu Helden trokken acht bekende Vlamingen, onder wie Astrid Coppens en Kevin Janssens, naar een zenboeddhistische Shaolin-tempel om te mediteren en vechtsport te leren. Shaolin is een wereldmerk met een miljardenomzet. Ook in België kun je tegen betaling aan een Shaolin-academie studeren en trainen. Het merk en de naam Shaolin zijn afkomstig van een 1.500 jaar oude zenboeddhistische abdij in China, die de bakermat is van kungfu. Het merk is alom aanwezig op socialemediakanalen, met miljoenen volgers.
De ‘tempeleconomie’ is in China een sector met 10 miljard euro, die jaarlijks 10 procent groeit. Godsdienst is er big business. Talent dat business en godsdienst succesvol kan verbinden, kan zich daar volledig uitleven. Veel boeddhistische abten leiden er hun tempels als moderne bedrijven en verrijken niet alleen hun instelling maar ook zichzelf. Ze genieten zelfs aanzien als ze op reis zijn: het zijn de Chinese toeristen die niet op een yuan kijken.
De Shaolin-tempel in centraal-China is dé uitblinker. Hij lag in puin na de culturele revolutie van Mao, die als marxist godsdienst verbood. Nu is het weer een bloeiende instelling met een omzet van 30 miljoen euro en 3.000 monniken. Een soort joint venture met de lokale overheid, die 70 procent van de inkomsten ontvangt.
Dat deze feniks uit zijn as herrees, is te danken aan Shi Yongxin. Net voor de eeuwwisseling werd hij hoofd van de abdij. Als monnik van 34 jaar met een MBA op zak, werd hij ook wel de ‘CEO-monnik’ genoemd. Shi, die in zijn glorietijd op bezoek ging bij Apple-CEO Tim Cook, Poetin en de paus, werd in september door de Chinese overheid uit zijn functie gezet als abt van Shaolin. Hij wordt officieel vervolgd wegens verduistering en affaires met vrouwen. Dat nieuws werd op het Chinese socialemediaplatform Weibo maar liefst 560 miljoen keer bekeken. Daar kan menig influencer alleen maar van dromen.
De Chinese overheid heeft de rijkdom en invloed van godsdienst en religieuze leiders deze zomer strikt aan banden gelegd. Voortaan geen digitale preken, erediensten, gebed of godsdienstonderwijs meer. Religieuze leiders mogen ook geen contact meer hebben met buitenlandse leiders of instellingen. Wordt het aanzien, de invloed en de rijkdom van religieuze leiders te bedreigend voor de politieke leiders in China? De vrees voor buitenlandse infiltratie lijkt groter dan ooit.
Wat mij vooral opvalt, is dat de politiek zich zowel in het Verre Oosten als in het verre Westen weer actief bemoeit met godsdienst. Spiritualiteit en politiek zijn niet langer gescheiden. President Trump eindigde zijn toespraak op het staatsbanket in Engeland onlangs nog met “God zegene u allen”. Nadat hij met veel pracht en praal zijn intrede had gedaan in Windsorland in een paardenkoets aan de zijde van koning Charles, het hoofd van de Anglicaanse kerk.
Ook Trumps speech tijdens de herdenkingsplechtigheid voor de influencer Charlie Kirk enkele dagen later deed denken aan een eredienst. Kirk was ervan overtuigd dat de weg naar spiritualiteit liep via de politiek en dat een preek en een politieke campagne synoniemen zijn. Hij zal de geschiedenisboeken ingaan als martelaar voor de MAGA-beweging. Het verwarren en mengen van politiek en godsdienst degradeert het geloof en maakt de politiek totalitair. Het is zonder twijfel een licht ontvlambare cocktail.
In eigen land deed voormalig NAVO-topman Willy Claes onlangs een creatieve bijdrage aan deze nieuwe trend. Hij schreef een boek over hoe de paus in feite een wapenhandelaar was die Claes’ politieke carrière torpedeerde. Hij ging ten onder met zijn voorstel om Mobutu, de toenmalige politieke leider van Congo, te laten opvolgen door kardinaal Monsengwo. Was dat een religieuze interventie of een politieke afrekening? Of toont het vooral aan hoe doorwaadbaar en tegelijk fragiel het membraan is tussen spirituele invloed en wereldlijke macht?
De auteur is de CEO van Vanbreda Risk & Benefits