Willen we armoede bestrijden, grijp dan naar de pen en het boek. Dat in het onderwijs schrijf- en leesvaardigheid zo’n knauw hebben gekregen, is pijnlijk en onverdedigbaar.
Meestal hoed ik me ervoor tweets als aanleiding te nemen voor een column. Veel journalisten en opiniemakers – vooral die met een groot bereik op X – denken weleens dat de socialemediasite synoniem staat voor het maatschappelijke debat. Dat is natuurlijk niet het geval. Wat het goed doet online, is daarom niet per se waar de maatschappij mee bezig is.
Daarop wil ik dit keer een uitzondering maken. Deze week was er immers veel te doen over hoe veel scholen slechts werken met templates en kinderen veel te weinig creatief laten schrijven. Enorm vervelend en voor mij toonbeeld van een failliet lees- en schrijfonderwijs. Het is verbazingwekkend hoe weinig mensen nog behoorlijk kunnen schrijven. Ook het lezen is een groot probleem. Onderzoek bevestigt dat.
Ik hoop dat we intussen allemaal wel weten hoe desastreus dat is. Toch gaat het in het onderwijskwaliteitsdebat veel te weinig over de financieel-economische return van vaardigheden als goed kunnen lezen en schrijven. Over het sociale aspect is al meer inkt gevloeid. Wie goed kan lezen en schrijven, kan gevoelens en probleemsituaties beter onder woorden brengen en dus ook op een creatievere manier naar oplossingen zoeken. Ideeën op papier zetten ordent je gedachten. Wie goed leert lezen en schrijven, zal het makkelijker hebben in de rest van zijn schoolcarrière. Taalonderwijs is wat klimuitrusting is voor een bergbeklimmer: onontbeerlijk.
Minder bekend is dat lees- en schrijfvaardigheid volgens onderzoek ook nauw samenhangt met financiële geletterdheid en economische vooruitgang, zowel individueel als collectief. Onderzoek heeft ook aangetoond dat hogere niveaus van geletterdheid correleren met een grotere economische groei, een lagere werkloosheid en een grotere productiviteit. Eens te meer blijken ‘goed onderwijs’ en ‘welvaart’ synoniemen te zijn.
Wie zinnen aan elkaar kan rijgen, rijgt straks successen aan elkaar.
Wie zich goed kan uitdrukken en goed is in begrijpend lezen, gaat er ook financieel op vooruit. Ben je taalvaardig, dan schrijf je betere cv’s en sollicitatiebrieven, die je aan betere jobs helpen. Je leest ook de hypotheekvoorwaarden en belastingformulieren beter. Kan je je goed uitdrukken, dan is het gesprek om opslag makkelijker en doe je je werk gewoon beter. Toch omschrijven we het groeiende aantal jongeren dat afstudeert als functioneel analfabeet niet als de armen van morgen.
Wellicht denken sommigen nu: maar waarom nog leren lezen en schrijven als artificiële intelligentie straks al dat vuile werk voor jou kan opknappen? Waarom zou je nog zelf een mailtje naar de bank typen, als je Microsoft Copilot dat beter voor jou kan doen? Waarom nog opstelletjes of brieven schrijven, als je ChatGPT in je broekzak zitten hebt? Wie die mening is toegedaan, vergist zich schromelijk, want die vergeet dat ook met AI gecommuniceerd moet worden en dat de kwaliteit van wat ChatGPT en Copilot produceren erg afhankelijk is van hoe goed en helder de opdracht is.
Kortom: willen we armoede bestrijden, grijp dan naar de pen en het boek. Dat in het onderwijs schrijf- en leesvaardigheid zo’n knauw hebben gekregen, is pijnlijk en onverdedigbaar. Het roer moet dringend worden omgegooid. Elke leerling moet een opnieuw een taalbad krijgen, niet enkel bij wijze van sociale en intellectuele ontwikkeling, maar ook bij wijze van armoedebeleid. Wie zinnen aan elkaar kan rijgen, rijgt straks successen aan elkaar. Onderwijs als sociale zekerheid. En al wie een de status quo van een falend lees- en schrijfonderwijs in stand houdt, pleegt schuldig verzuim.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier