Geert Janssens

‘De Duitse locomotief is stilgevallen’

Geert Janssens Hoofdeconoom ETION

De exportkampioen blijkt een digitale degradatiekandidaat, zegt Geert Janssens. Dat moet een waarschuwing zijn voor heel Europa.

Toen kanselier Angela Merkel in de zomer van 2017 de Duitse autobouwers bij zich riep voor een crisisoverleg, was het al duidelijk dat ook traditionele sectoren niet gespaard zouden blijven van de disruptieve krachten van de versnelde digitalisering en automatisering. De zogenoemde dieselconferentie nodigde alle betrokken partijen uit na te denken over strategieën om een dreigende catastrofe af te wenden.

De perfecte storm

Ondertussen kregen we een wereldwijde handelsoorlog, waarvoor Duitsland, als gevolg van zijn extreem grote exportafhankelijkheid, extra gevoelig is. Daarbovenop kwamen een pandemie en een energiecrisis. En intussen nopen de almaar duidelijker tekenen van klimaatopwarming tot een ingrijpende energie- en klimaattransitie. Tel daarbij de oplopende inflatie, de stijgende looneisen en het gebrek aan arbeidskrachten als gevolg van demografische verandering, en je hebt de perfecte storm. Die wordt in Duitsland nog wat verder aangewakkerd door de overmatige afhankelijkheid van Russisch gas en een volledige uitfasering van kernenergie.

De Duitse, en bij uitbreiding de Europese industrie, kreunt onder al die negatieve schokken. De Duitse industriële productie ligt momenteel 12 procent lager dan in 2018. Voor energie-intensieve sectoren bedraagt de krimp zelfs 20 procent. Die zware recessie werd tot dusver gemaskeerd, doordat 70 procent van de Duitse economie bestaat uit diensten. Nu ook de prestigieuze auto-industrie in de klappen deelt, schiet men wakker. Niet alleen valt de eigen export van wagens naar China stil, uit het Verre Oosten komt ook nog een loodzware concurrentie van (gesubsidieerde) elektrische wagens.

Lees ook:

Structurele mankementen  

Niet alle onheil komt van buitenaf. Sommige zaken hebben de Duitsers over zichzelf afgeroepen. Naast de precaire energiemix maken enkele structurele kenmerken dat onze oosterburen het moeilijk hebben zichzelf heruit te vinden. Je zou het niet meteen verwachten, maar veel ondernemers klagen over de overmatige bureaucratie en het gebrek aan investeringen in de eigen infrastructuur.

Hoe erg het is, werd onlangs duidelijk, toen bleek dat de vliegtuigen waarmee regeringsleden buitenlandse reizen maken, hopeloos verouderd zijn. Meerdere keren moesten dit jaar vluchten van regeringsleden worden afgebroken of uitgesteld, als gevolg van technische problemen. Volgens critici is dat een gevolg van een maniakale besparingsdrang, waarbij men elke zin voor realiteit heeft verloren. Een ander iconisch voorbeeld betreft de wijze waarop de opening van de nieuwe Brandenburger luchthaven in Berlijn bijna tien jaar langer op zich heeft laten wachten. De opening, die was gepland in oktober 2011, vond plaats in 2020. Door slechte planning en bureaucratie heeft dat project de belastingbetaler drie keer meer gekost dan begroot.

Bureaucratische ‘Gründlichkeit’

Het zijn slechts enkele voorbeelden in een lange lijst, die illustreert wat Paul Krugman al in zijn magistrale column uit 1999 beargumenteerde. Krugman voorspelde dat Duitsland het in het dotcomtijdperk moeilijk zou krijgen concurrentieel te blijven. Hij argumenteerde dat Duitsers houden van duidelijke regels als basis van elke vorm van moraliteit, ook de economische gang van zaken. Onder dergelijke regels zijn winkels op zondag dicht en heeft de Deutsche mark een voorspelbare en dus vaste waarde. In een digitale wereld haalt flexibiliteit het evenwel van discipline, voorspelde Krugman. Het streven naar perfectie staat productiviteit of verandering in de weg. Kortom, bureaucratische Gründlichkeit zou weleens een blok aan het Duitse been kunnen worden.

De geschiedenis gaf Krugman gelijk. Enkele jaren later werd Duitsland inderdaad het toonbeeld van ‘eurosclerose’ en werd het de zieke man van Europa. Zoals was te verwachten viel, komen Duitsers altijd terug. Een decenniumlang volgehouden loondeflatie en omstreden arbeidsmarkthervormingen (bvb. Hartz IV) brachten het land er relatief snel weer bovenop. Het profiteerde maximaal van de euro en de export naar China. Zo werd Duitsland opnieuw de exportkampioen van de wereld, een titel waar het nog altijd zeer fier op is. Het bewijst dat onze oosterburen, ondanks hun regeltjeszucht, de vitaliteit hebben om een situatie snel om te keren. Ook voor ons is dat een bemoedigende gedachte, want ons industriële wagonnetje hangt nog altijd aan de Duitse locomotief.

Digitale degradatiekandidaat

Maar in deze snel veranderende wereld zijn er geen zekerheden meer. Duitsland, en opnieuw bij uitbreiding heel Europa, telt weinig of geen digitale kampioenen. Wirecard, het Duitse digitale vlaggenschip, bleek een frauduleuze lege doos en ging in 2020 ter ziele. De exportkampioen blijkt in bepaalde onderdelen van het digitale spel een degradatiekandidaat. De superieure technische ingenieurskwaliteiten wegen daar almaar minder tegenop. Ondertussen loopt geheel Europa hopeloos achter op de Verenigde Staten en China op het gebied van patenten, onderzoek in artificiële intelligentie, supercomputing en zaaikapitaal voor digitale technologie. Bijna 25 jaar later is de waarschuwing van Paul Krugman opnieuw relevant. Ze geldt evenwel niet enkel voor Duitsland maar voor heel Europa.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content