Zowel voor de NAVO als voor de G7 telt maar één zaak: de Amerikanen aan boord houden.
De komende weken worden koortsachtige diplomatieke weken voor Europa. Eerst de G7 in Canada, de eerste onder Trump 2.0. Daarna een historische NAVO-top in Den Haag, meteen gevolgd door een strategische Europese Raad in Brussel. Eind juli volgt een zeldzame EU-China-top in Peking en tussendoor moeten de handelsbesprekingen tussen Europa en Amerika een tarievenclash afwenden.
Wat zal Amerika doen als de vredespogingen in Oekraïne mislukken? Wat wordt het nieuwe normaal voor de defensie- en veiligheidsuitgaven in Europa? Wil en kan Europa met China een handelsrelatie vinden die aangepast is aan de geopolitieke realiteit? Vinden Amerika en Europa een handelscompromis? Of voeren we een handelsoorlog? Het is niet uitgesloten dat daarin binnen luttele weken veel meer duidelijkheid komt.
De wereld is wel uitermate volatiel. Minstens sinds het eerste presidentschap van Barack Obama trekken de Verenigde Staten zich geopolitiek terug. Als een grootmacht dat doet, ontstaat een vacuüm dat met een nieuwe machtsbalans moet worden gevuld. Dat verloopt niet zelden via geweld of conflicten: kijk naar de Krim en Oekraïne, Syrië, Hongkong, Afghanistan, Gaza en Iran. We zitten intussen met twee volbloedoorlogen van regionale omvang: in Europa en het Midden-Oosten. Als de vlam in de pan slaat in Azië – denk aan India-Pakistan, Noord-Korea of Taiwan – is oorlog een wereldwijde realiteit.
Onder Donald Trump zijn de Verenigde Staten nu zelf de grootste destabilisator in de wereldorde. ‘America First’ jojoot op de moodswings van de president, intimideert met eenzijdige handelsoorlogen en schoffeert met amorele diplomatie die vijanden boven vrienden verkiest. Daarmee kan de G7 onmogelijk blijven wat het een halve eeuw lang is geweest: een baken om grote economieën met westerse democratische waarden te verbinden voor een toonzetting in de wijde wereld. Het is hopen dat de wielen er niet afgaan en bidden voor een gemeenschappelijk signaal tegenover Rusland. Met Trump erbij zou dat laatste al een huzarenstukje zijn.
Ondertussen moeten de G7-landen er vooral voor zorgen dat opkomende mogendheden uit het globale Zuiden niet belanden in het kamp van Rusland of China, die zelf ook informele landengroepen cultiveren met terugkerende toppen. De groepsfoto in Canada zal daarom veel meer dan zeven staatslieden kennen, onder wie de leiders van India, Brazilië, Zuid-Afrika en Mexico. Ook Mark Rutte, de secretaris-generaal van de NAVO, is aanwezig. Als alles goed gaat, kweekt dat een strategische continuïteit tussen de wereldwijde invloedssfeer van de G7 en de trans-Atlantische alliantie.
Terwijl de agenda voor de G7 minimalistisch is, is die voor de NAVO maximalistisch. De combinatie van Russische agressie, de Chinese herbewapening, de mondiale oorlogsdreiging en het Amerikaanse nationalisme betekent do or die. Ofwel grootschalige herbewapening – de nu al beruchte 5 procent van het bbp per jaar – ofwel game over. Het wordt wellicht het eerste. Zowel voor de NAVO als voor de G7 telt eigenlijk maar één zaak: de Amerikanen aan boord houden. Voor de G7 ligt de lat laag en in de NAVO hoog, maar telkens om diezelfde reden. Verwacht in Canada en Den Haag geen ronkende slotverklaringen. Hoe zakelijker, hoe beter.
Voor Europa is de bottomline telkens dezelfde. We moeten veel meer zelf doen om onze waarden, onze veiligheid en onze welvaart te verzekeren. Als we deze cruciale diplomatieke zomer goed doorkomen, betekent dat voor ons veel meer investeren in eigen defensie en veiligheid, en veel meer strategische helderheid tussen vrijhandel en autonomie, zowel tegenover China als de Verenigde Staten. Dan ligt de bal in ons kamp. Dan moet blijken dat zelf doen ook samendoen vergt. En als ook dat lukt, zullen we in Europa ene Donald Trump uiteindelijk dankbaar zijn. Nu goed onderhandelen.