Fiona Mandos

‘De conversaties in Londen zijn oprechter, menselijker, informeler en warmer’

Fiona Mandos werkt in Londen voor het carrièretransformatiebedrijf Private Assembly.

In België word ik bijna de winkel uit geveegd als ik om kwart voor zes binnen durf te komen, terwijl ik hier tot sluitingstijd met een hartelijk “How are you today, my dear?” word verwelkomd.

​Een weekend in Londen met vier van mijn Belgische uniefvriendinnen heeft me het een en ander geleerd. Eerst en vooral: ik ben echt geen goede gids. Ik ken Londen niet als toerist. Ik hou niet van massa’s. Volgens mij ga ik net zo vaak naar het toeristische Londen als de gemiddelde Belg naar Brussel of zo. En zelfs als ik naar andere steden op citytrip ga, hoef ik niet de toeristische highlights te zien. Zo ging ik ooit een maand naar New York en vulde de dagen met fietsen, koffie slurpen en surfen. De gebouwen google ik dan achteraf wel eens. Berlijn is een uitzondering. Daar heb ik bijna elk museum bezocht en elke gegidste wandeling en fietstocht gedaan. Maar als Londense gids laat ik te wensen over. Het enige aspect waar ik wel hoog op scoorde, was het culinaire. Gegeten dat we hebben!

Tijdens die horecabezoekjes viel het mijn vriendinnen op hoe Brits ik ben. Zelf ben ik me nog altijd erg bewust van mijn Belgische accent als ik Engels praat. Mijn klanken zijn dus Britser dan ik dacht. Tof! Maar het gaat natuurlijk niet alleen om de taal of de uitspraak op zich. Taal en cultuur zijn onlosmakelijk verbonden.

Mijn Britsheid uit zich blijkbaar ook in mijn brede gamma van manieren om dankjewel te zeggen (‘cheers mate’, ‘I appreciate you’, ‘you absolute legend’, ‘wonderful’ enzovoort) en de beleefdheid en vriendelijkheid in elke interactie. In winkels, in restaurants, aan balies, meer dan in België zijn die conversaties oprechter, menselijker, informeler en warmer. We maken hier tijd, ruimte en goesting om elkaars dag net dat tikkeltje leuker te maken. In België word ik bijna de winkel uit geveegd als ik om kwart voor zes binnen durf te komen, terwijl ik hier tot sluitingstijd met een hartelijk “How are you today, my dear?” word verwelkomd. Die troetelnaampjes zijn iets waar ik me nog altijd niet aan waag, het voelt te onnatuurlijk om iemand die ik niet echt ken love, honey of babe te noemen. De sorry’s rollen me dan wel weer heel gemakkelijk uit de mond. Ik moest mijn vriendinnen er af en toe op wijzen dat je gewoon altijd sorry zegt. Zelfs als de ander overduidelijk in fout was en op je tenen gaat staan. En je probeert ook altijd te voorkomen dat je de ander in de weg loopt door links te houden. Tenzij je op de roltrap staat, dan ga je naar rechts. De roltrap is de plaats bij uitstek waar je de toerist herkent.

Het is grappig dat ik voor mijn Belgische vriendinnen opvallend Brits ben, terwijl ik voor mijn Britse vriendinnen overduidelijk Europees ben. Het zijn vooral mijn Nederlandse directheid en Belgische humor die me hier verraden, vrees ik. Stiekem hoop ik ooit nog eens ergens anders te wonen. Ik vind het zo verrijkend om culturen te mixen en letterlijk het goede te absorberen in je persoonlijkheid.

De auteur woont in Londen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content