Pieter Verstraete

‘China wil nooit meer terug naar de eeuw van vernederingen’

Pieter Verstraete Columnist en sinoloog

China wil nooit meer terug naar de ‘eeuw van vernederingen’ (1839-1945), toen westerse mogendheden en Japan het land in stukken hakten.

Een wurggreep. De arm van de tegenstander klemt stevig om je nek, je adem stokt. Je kunt alleen maar hopen dat de ander de greep lost, of vrezen dat die de druk opdrijft tot het bittere einde. Dat is het beeld dat Chinese beleidsmakers gebruikten toen ze in 2018 spraken over ‘wurggreeptechnologieën’: de cruciale technologieën waarvoor China nog afhankelijk was van buitenlandse leveranciers. Zonder toegang daartoe dreigde de economische ontwikkeling van het land te verstikken.

Het ging om bouwstenen van de 21ste-eeuwse hightecheconomie, zoals geavanceerde chips, besturingssystemen, vliegtuigmotoren en wetenschappelijke meetapparatuur, waarvoor China volledig afhankelijk was van het Westen en Japan. Zolang het land die niet zelf beheerste, bleef het kwetsbaar voor afsluiting door buitenlandse spelers.

De drijfveer om die afhankelijkheid te doorbreken was en is dus niet louter economisch, maar existentieel. De maatschappelijke en economische ontwikkeling van China zou zonder toegang tot hightech vastlopen in de middle-income trap. In zo’n scenario worden de lonen te hoog voor goedkope productie, maar blijft het land te zwak in innovatie en toegevoegde waarde om te groeien.

In 2015 kwam er een eerste stap richting zelfredzaamheid met het Made in China 2025-plan. Dat zette in op tien sleutelsectoren waarin China onafhankelijk moest worden om het land de Vierde Industriële Revolutie binnen te loodsen. In het Westen klonk dat als een frontale aanval: een poging om de economische balans definitief in China’s voordeel te doen kantelen. In Washington pleitte senator Marco Rubio voor een effectieve defensieve reactie, van invoerheffingen tot het steunen van Amerikaanse bedrijven. Onder Trumps eerste termijn volgden de eerste gerichte sancties en exportverboden tegen Chinese technologiebedrijven, die zijn opvolger Joe Biden uitbreidde.

In domeinen als batterijtechnologie, lidar en elektrische aandrijving heeft China zich naar de wereldtop gewerkt.

China ziet dat anders. Het land wil nooit meer terug naar de ‘eeuw van vernederingen’ (1839-1945), toen westerse mogendheden en Japan het land in stukken hakten. Peking zette de voet op het gaspedaal. Chinese onderzoekers kregen in 2018 de opdracht om op zoek te gaan naar de choke points, de wurggreeptechnologieën waarvoor China sterk afhankelijk was van buitenlandse leveranciers, en die één voor één te identificeren en aan te pakken.

Zeven jaar later zijn de resultaten gemengd, maar grotendeels positief voor Peking. Volgens Chinese consultancydata heeft China in 60 à 70 procent van alle sleuteltechnologieën doorbraken of gedeeltelijke doorbraken geboekt. In domeinen als batterijtechnologie, lidar en elektrische aandrijving heeft het zich naar de wereldtop gewerkt. Maar in bijvoorbeeld precisie-instrumenten en chipproductie blijft de afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers hardnekkig. De greep is losser geworden, maar nog niet verdwenen.

Bovendien beheerst China het merendeel van de wereldwijde verwerking en raffinage van zeldzame aardmetalen – de grondstoffen waarop de westerse industrie draait. Die positie wordt steeds vaker ingezet in het geopolitieke pokerspel, zeker nu Europa onder Amerikaanse druk zijn hightechexport naar China beperkt. Volgens Peking is dat geen vergelding, maar een kwestie van balans.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise