AI is geen wondermiddel, maar een spiegel. Ze vergroot wie we al zijn. Wie denkt, krijgt er denkkracht bij. Wie bluft, krijgt er bureaubagger bij.
Het is nu al het woord van het jaar: ‘Slop’. Het beschrijft de opkomst van digitale pulp, met behulp van AI gegenereerde inhoud zonder ziel. Meta wil daar blijkbaar zelfs zijn businessmodel van maken, met een oneindige stroom van ‘vibes’, katten op skateboards, nepinfluencers en motivational quotes die nergens over gaan. En onlangs ging Sora van OpenAI live, een sociale app die illustreert wat er gebeurt als je een machine laat dromen: perfect belichte beelden zonder betekenis, verhalen zonder menselijke ziel. Het is geen pulp fiction, het is AI-pulp-non-fiction: technologisch varkensvoer. Slop dus.
Diezelfde ruis sijpelt intussen onze werkvloer binnen. Harvard Business Review gaf er onlangs een naam aan: workslop. In het Nederlands klinkt dat nog beter: bureaubagger.
Het gaat om gladgestreken memo’s, e-mails en rapporten die er keurig uitzien maar bij nadere lezing leeg blijken te zijn. Teksten die de schijn wekken doordacht te zijn, maar dat niet zijn. Correcte zinnen die nergens toe leiden. Het resultaat is verwarring, frustratie en het vermoeden dat iemand ChatGPT even heeft laten invullen wat hij zelf niet wou bedenken. Als u dat bekend voorkomt: u bent geworkslopped.
Bureaubagger is geen technisch probleem, maar een cultureel symptoom. Het is de illusie van productiviteit: veel tekst, weinig betekenis.
Meer ruis
Uit onderzoek bij Amerikaanse kantoormedewerkers blijkt dat 40 procent in de afgelopen maand minstens één keer met bureaubagger werd geconfronteerd. Elke keer kostte dat hen gemiddeld bijna twee uur om die door te ploegen en te corrigeren. Wat ooit bedoeld was om ons werk te verlichten, heeft de werkvloer dus vooral gevuld met meer ruis.
Dat alles speelt zich af op een moment waarop werknemers zich al onzeker voelen. De angst voor AI sluimert overal, van werkzoekenden tot ervaren krachten. Bedrijfsleiders verkondigen trots dat ze dankzij AI meer kunnen doen met minder mensen. Salesforce-CEO Marc Benioff pochte onlangs dat hij zijn klantenserviceteam van 9.000 naar 5.000 medewerkers had teruggebracht door AI-automatisering, om in hetzelfde interview te zeggen dat hij “duizenden verkopers” zou aanwerven. De boodschap is duidelijk: mensen blijven nodig, maar niet allemaal, en niet op elke plek.
Daaronder sluimert iets diepers. Het idee dat een machine meer waarde heeft dan een mens, raakt aan onze identiteit. Het tast het gevoel van eigenwaarde aan en creëert zelftwijfel. Sommige werknemers gebruiken AI heimelijk. Shadow AI heet dat. Of ze doen alsof ze er meer van begrijpen dan ze eigenlijk doen, uit angst achter te blijven.
De AI-experimentatieval
Bureaubagger is dan ook geen technisch probleem, maar een cultureel symptoom. Het is de illusie van productiviteit: veel tekst, weinig betekenis. En het laat zien dat de belofte van AI niet vanzelf tot betere resultaten leidt. Een studie van MIT toonde onlangs dat 95 procent van de proefprojecten met AI in bedrijven mislukt, niet omdat de technologie zwak is, maar omdat ze zonder richting of strategie worden toegepast.
Daarmee raken we aan een cruciale waarschuwing van Nathan Furr in de Harvard Business Review: bedrijven lopen het risico in de ‘AI-experimentatieval’ te trappen. In hun haast om te laten zien dat ze ‘iets met AI doen’, lanceren ze talloze initiatieven zonder duidelijk doel, verantwoordelijkheden of meetbare resultaten. Het gevolg is versnippering, verwarring en nog meer bureaubagger.
De uitweg ligt niet in nóg meer tools of experimenten, maar in meer discipline. Gebruik AI niet als toverstok, maar als vergrootglas: iets dat helderheid brengt in plaats van ruis. Technologie mag pas ingezet worden als die een concreet probleem oplost, een helder doel nastreeft en iemand er verantwoordelijkheid voor draagt. De organisaties die daarin slagen, beginnen klein, leren snel en hebben de moed om slechte ideeën snel te schrappen zodra ze opduiken.
AI is dus geen wondermiddel, maar een spiegel. Ze vergroot wie we al zijn. Wie denkt, krijgt er denkkracht bij. Wie bluft, krijgt er bureaubagger bij.
De vraag is niet of AI ons werk zal veranderen, maar of wij de moed hebben om te bepalen hoe. Willen we sneller schrijven, of voor diepgang? Willen we meer tekst, of meer betekenis? De toekomst van werk zal niet bepaald worden door kunstmatige intelligentie, maar door menselijke integriteit.