De techgiganten staan onder enorme druk van de verwachtingen die ze zelf hebben gecreëerd.
Op de beurs was het sentiment rond artificiële intelligentie (AI) het voorbije jaar erg volatiel. Bij de techgiganten is de goudkoorts enkel heviger geworden. Mei 2025 zal de geschiedenis ingaan als een kantelpunt. Maar is dit het begin van het einde van een AI-bubbel? Of is dit het einde van het begin van de AI-revolutie? AI heeft ontegensprekelijk veel potentieel, maar voor mij wijzen alle signalen nog altijd op een bubbel. Het is logisch dat techgiganten enorm hard hun best doen om de revolutie te prediken. Ze staan dan ook onder enorme druk van de verwachtingen die ze zelf hebben gecreëerd.
De techgiganten zijn krampachtig op zoek naar een nieuw iPhone-moment, een revolutionair techproduct dat traditionele markten door elkaar schudt, nieuwe markten creëert en voor miljarden dollars aan nieuwe inkomsten zorgt. Google maakte vorige week bekend dat het in zijn iconische zoekmachine nog meer AI zal integreren. Het kan niet anders. Steeds meer mensen gebruiken ChatGPT en andere chatbots als alternatief voor zoekmachines. Google moet daarom breken met een businessmodel dat vorig jaar bijna 200 miljard dollar per jaar opbracht.
Als zoekmachine serveerde Google de voorbije 25 jaar vooral links met relevante informatie. Het was er ooit trots op dat het zijn gebruikers zo snel mogelijk wegstuurde van de eigen website. De bocht was al een tijdje ingezet, onder meer door automatisch gegenereerde samenvattingen, en nu zal Google nog veel verder gaan. We gaan niet meer googelen, maar chatten. Het is een enorm risico om een heel lucratrief businessmodel los te laten, maar het hoopt dat achter de horizon nog duizenden miljarden dollars extra liggen.
ChatGPT-eigenaar OpenAI is nog veel minder subtiel in de queeste naar een nieuw iPhone-moment. Het kondigde vorige week aan dat het een bedrijf van Jony Ive, de legendarische designer van de iPhone en andere kaskrakers van Apple, voor meer dan 5 miljard dollar had overgenomen. De transactie gebeurt volledig met aandelen van OpenAI, die zeer optimistisch gewaardeerd zijn. Het is misschien niet de parallel waar de techsector aan herinnerd wil worden, maar die werkwijze was schering en inslag tijdens de dotcombubbel rond de jaren 2000.
Er is nog een andere parallel met de dotcombubbel. Het bedrijf van Jony Ive heeft nog geen product of uitzicht op noemenswaardige inkomsten. Het is een gok van OpenAI-topman Sam Altman dat Jony Ive en zijn entourage van ex-Apple-medewerkers effectief een revolutionair toestelletje met een alomtegenwoordige AI-assistent kunnen maken. Dat moet helpen om OpenAI uit de rode cijfers te halen, want met elk chatbotgesprek verliest OpenAI op dit moment geld. Voor Ive speelt niet alleen de miljardendeal een rol. Hij wil nog altijd bewijzen dat hij en niet Tim Cook de CEO van Apple had moeten worden na het overlijden van Steve Jobs.
Het is zeer onzeker dat Ive en Altman slagen waar andere gadgetmakers de jongste jaren zijn mislukt. Er zijn nog enorme obstakels voor zulke kleine assistenten in onze broekzak of de slimme brillen die continu meeluisteren. De hardware is nog niet krachtig en efficient genoeg. AI staat nog niet genoeg op punt. Je wilt geen assistent hebben die zaken hallucineert en bijvoorbeeld bij onbestaande winkels een bestelling plaatst of een e-mail verkeerd samenvat. De smartphone is een toestel waar zelfs baby’s mee kunnen werken. De nieuwe AI-assistenten moeten ook over die hoge lat kunnen springen.
Tot slot zijn er nog de ethische bezwaren, van de enorme energie- en waterhonger van de achterliggende datacenters tot de privacyrisico’s. Er is geen enkele garantie dat er snel een goede AI-assistent zal komen, maar techgiganten zijn vastbesloten om miljarden te verbranden.