Jan Longeval

‘Big Central Bank is watching you’

Jan Longeval financieel expert en docent aan de Vlerick Business School

U zal het niet graag lezen, maar alle geld is krediet.

Vorig jaar kreeg de Europese Centrale Bank (ECB) groen licht om een project op het getouw te zetten rond de lancering van de ‘digitale euro’ in de vorm van een Central Bank Digital Currency (CBDC), een munt die in digitale vorm wordt uitgegeven door een centrale bank. De officiële intenties rond dat initiatief klinken erg nobel. Europa wil internationale betalingen vergemakkelijken en bovenal het bancaire systeem verstevigen.

Het huidige bancaire systeem is inderdaad intrinsiek fragiel. Om dat te begrijpen moet je begrijpen wat geld eigenlijk is en wie het creëert. Sinds de uitvinding van het moderne bancaire systeem in de zeventiende eeuw wordt 95 procent van alle geld gecreëerd door commerciële banken. Daar komt geen heimelijk in de kelder opgestelde geldpers aan te pas. Commerciële banken creëren digitaal geld door kredieten toe te kennen. Die magische kracht bestaat uit een eenvoudige boekhoudkundige operatie die enkel een bank mag uitvoeren. Ze boekt het nieuwe krediet op het actief van haar balans en – huub huub, Bancatruc! – crediteert tezelfdertijd de rekening van de kredietnemer met een even groot deposito, dat op het passief van haar balans wordt geboekt.

Kredieten creëren dus deposito’s en niet omgekeerd. Een bank die een krediet toekent, hoeft daarvoor dus niet te putten uit de deposito’s van haar klanten. Als kredieten enkel bestaande deposito’s zouden recycleren, kan de geldhoeveelheid niet groeien en de economie evenmin, wat trouwens de reden is waarom de economie nauwelijks groeide in de hele geschiedenis van de mensheid voor de zeventiende eeuw. De gangbare gedachte dat de banken deposito’s ‘aan het werk moeten zetten’ om de economie te ondersteunen, is dus verkeerd. Banken moeten kredieten aan het werk zetten.

U zal het niet graag lezen, maar alle geld is krediet. Vanuit het standpunt van de klant is een deposito immers een krediet aan de bank. Het deposito komt daarom in gevaar wanneer de bank in gevaar komt. Commerciële banken hebben de vervelende gewoonte dat ze af en toe failliet dreigen te gaan, maar dat is onvermijdelijk verbonden aan hun existentiële economische rol om veel meer geld te creëren dan hun eigen vermogen en omdat ze structureel illiquide zijn. Om dat probleem op te lossen, hebben we centrale banken gecreëerd. Centrale banken kunnen niet alleen bankbiljetten drukken, ze kunnen ook digitaal interbancair geld creëren – met dezelfde boekhoudkundige truc – om commerciële banken uit de nood te helpen als dat nodig is. Dat systeem is niet perfect, maar het ligt mee aan de basis van de enorme welvaartscreatie sinds de achttiende eeuw.

Met een CBDC wil de ECB nu ook burgers en ondernemingen de kans geven om, net als een commerciële bank, een rekening aan te houden bij de centrale bank. Aangezien een centrale bank niet failliet kan gaan, zou zo de veiligheid van het bancaire systeem verbeterd worden. Klinkt goed, maar er is een zeer duistere schaduwzijde. CBDC’s dreigen alle deposito’s weg te zuigen uit het commerciële banksysteem, zeker in tijden van crisis. Vaarwel commerciële banken. En vaarwel privacy en vrijheid van de burger. Wie een rekening aanhoudt bij de centrale bank, geeft de overheid volledige inzage in zijn financiële reilen en zeilen. En geeft de overheid de facto een volmacht op zijn bankrekening, die ze kan gebruiken wanneer het haar ooit schikt.
De ECB verzekert dat dit niet het geval zal zijn dankzij een Chinese muur met de overheid, maar de centrale bank is een onderdeel van de overheid. De geschiedenis wijst uit dat de overheid in tijden van crisis, of die nu budgettair is of een gevolg van oorlog of het klimaat, elke Chinese muur zonder schroom afbreekt. CBDC’s zijn het paard van Troje van de Europese superstaat in wording, verpakt in de digibox van Pandora. Een publiek debat dringt zich op.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content