Jan Tuerlinckx

‘Bemiddeling zou een beginsel van behoorlijk bestuur moeten zijn’

Jan Tuerlinckx Jan Tuerlinckx is advocaat van Tuerlinckx Fiscale Advocaten

Het is opmerkelijk dat er tegen bemiddeling zoveel weerstand bestaat in het ambtelijk apparaat, vindt Jan Tuerlinckx, terwijl de huidige regering, de wetgever en de rechterlijke macht het naar voren schuiven als een hedendaagse oplossing voor de structurele problemen binnen justitie.

De wetgever heeft het afgelopen decennium fors ingezet op ‘alternatieve geschillenbeslechting’. De centrale gedachte daarachter is dat conflicten ook opgelost kunnen worden buiten de rechtbanken. Rechterlijke procedures hebben duidelijke nadelen. Voor de overheid is de klassieke geschillenbeslechting bijzonder kostelijk. Justitie is een duur departement, dat kampt met structurele problemen, zoals lange wachttijden. De vertragingen ondermijnen de rechtsbescherming en het vertrouwen in de rechtstaat. Een goed functionerende rechtstaat vereist dat geschillen snel en doeltreffend worden opgelost.

Advocaten zijn verplicht hun cliënten vooraf in te lichten over alternatieve geschillenbeslechting, waaronder bemiddeling. De rechters kregen een ruimere bevoegdheid om bemiddeling op te leggen. Eerst kon bemiddeling enkel als alle partijen ermee akkoord waren. Nu kan de rechter het opleggen zodra één procespartij het vraagt.

De regering-De Wever nam expliciet in het regeerakkoord op dat alternatieve geschillenbeslechting niet enkel in de relaties tussen burgers moet kunnen, maar ook in de relatie tussen burger en overheid. Een noodzakelijke stap om de rechtstaat te versterken. Het regeerakkoord besteedt uitdrukkelijk aandacht aan de fiscale bemiddelingsdienst, met als doel die verder uit te breiden of zelfs om te vormen tot een arbitragedienst.

Ook de rechterlijke macht heeft stappen gedaan. Wat begon met de kamer van minnelijke schikking (KMS) in de familierechtbanken is inmiddels uitgebreid naar andere rechtbanken. Zo experimenteren de fiscale rechtbanken van eerste aanleg volop met de bemiddelingskamers.

Toch is er weerstand bij de fiscus. Daar leeft het idee dat bemiddeling weinig toevoegt, want er zijn al gesprekken gevoerd met de belastingplichtige. Sommige ambtenaren beschouwen zich niet als een procespartij, maar als neutrale actor, bijna rechter. Ze zien geen rol weggelegd voor bemiddeling. Een absolute misvatting. Bemiddeling verschilt fundamenteel van een klassiek gesprek tussen twee partijen. Een neutrale derde begeleidt het proces en verandert de dynamiek volledig. Bovendien geldt in zowat elk geschil dat er eerder al gesprekken zijn geweest. Dat maakt bemiddeling niet minder relevant, integendeel.

Het is opmerkelijk dat er zoveel weerstand bestaat in het ambtelijk apparaat, terwijl de huidige regering, de wetgever en de rechterlijke macht bemiddeling naar voren schuiven als een hedendaagse oplossing voor de structurele problemen binnen justitie. Een attitudewijziging is absoluut noodzakelijk. Als alle beleidsniveaus het er roerend over eens zijn dat bemiddeling een toegevoegde waarde heeft, moet bemiddeling formeel worden erkend als een beginsel van behoorlijk bestuur. Dat zal een structureel inzicht verschaffen bij de ambtenaren. Ook in fiscale aangelegenheden. Het is de manier om conflicten te ontmijnen en ervoor te zorgen dat fiscale discussies niet altijd tot het uiterste hoeven te worden uitgevochten. Ook zal het bijdragen tot taxificatie en kan het deel uitmaken van het nieuwe charter voor de belastingplichtige. Die twee doelstellingen worden al nagestreefd door vrijwel elke regering in deze eeuw.

De auteur is partner bij Tuerlinckx Tax Lawyers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content