Op een trendy rooftop in downtown Manhattan, met zicht op de skyline van New York en het rumoer van de stad als soundtrack, wordt Vlaams modetalent in de verf gezet tijdens de Flanders Fashion Day. Dat initiatief van de stad Antwerpen en de Vlaamse diplomatieke vertegenwoordiging bij de Verenigde Staten brengt ontwerpers, ondernemers en creatievelingen van beide kanten aan de oceaan samen. Geen vlaggengezwaai of bombast. Gewoon stof die spreekt, stijl die beklijft, en mensen die weten waar ze voor staan.
Wat dertig jaar geleden begon met zes Antwerpse studenten die Londen verbaasden, is vandaag een internationaal referentiepunt. Niet als trend of uniforme stijl, maar als signatuur die je voelt: eigenzinnig en gelaagd. Dat sluit aan bij een cultuur waarin mode een vorm van zelfexpressie is. In Amerikaanse steden drukken mensen zich graag uit via hun kleding: van een sportjersey tot haute couture, en alles daartussenin.
Tijdens het panelgesprek, vakkundig geleid door modekenner Trees Himpe-Depuydt, komen die lagen tot leven. Brandon Wen, creatief directeur van de Antwerpse Modeacademie, spreekt over de kracht van intuïtie en verbeelding. Valerie Steele van het New Yorkse Fashion Institute of Technology noemt België een broedplaats voor mode die denkt én voelt. Ontwerpster Julie Kegels, intussen aanwezig in negen Amerikaanse winkels, brengt het perspectief van de nieuwe garde. En podcaster Avery Trufelman, die een boek schrijft over de Zes van Antwerpen, legt haarfijn uit hoe Belgische mode tegelijk avant-garde en toegankelijk kan zijn. Niet bedoeld om op te vallen, maar onmogelijk te negeren.
Waarnemend Antwerps burgemeester Koen Kennis onderstreept dat Antwerpen al decennia een voedingsbodem voor innovatie, vakmanschap en creativiteit is. “You blend in because you stand out“, zegt hij. Een zin die de avond typeert en de Belgische mode samenvat in één adem.
Ook naast het podium valt dat op. Bekende gezichten uit de Belgische expatgemeenschap, voor de gelegenheid kleurrijk en met knipogen naar eigen bodem uitgedost, mengen zich met ontwerpers, stylisten en Amerikaanse mode-insiders en influencers. Er wordt gepraat en bewonderd.
Belgische mode is meer dan een rij klinkende namen als Martin Margiela, Ann Demeulemeester, Dries Van Noten en Raf Simons. Het is een ecosysteem. Met labels zoals Essentiel Antwerp en Kaai, met tech-meets-fashion van Elegnano en met creatieve Belgen die de lijnen uitzetten bij internationale huizen als Prada en Bottega Veneta. Niet omdat ze het hardst roepen, maar omdat ze het scherpst ontwerpen.
Antwerpen is daarbij geen achtergrond, maar een draaischijf. Een stad waar onderwijs, ondernemerschap en esthetiek elkaar vinden. Een laboratorium van stijl en inhoud. Een stad die niet kopieert, maar creëert. Belgische mode maakt geen lawaai. Ze maakt indruk.