Veel bedrijven zijn het al lang beu dat Europa er maar niet in slaagt gelijke tred te houden met andere regio’s, schrijft Bert Lauwers.
BASF, ’s werelds grootste chemiegroep, schrapt 3.300 banen. De forse ontslagronde treft vooral de Duitse thuisbasis Ludwigshafen. Antwerpen, waar BASF zowat 3.500 werknemers heeft, ontsnapt aan de hakbijl. Die keuze werd bepaald door een onverbiddelijke analyse van economische criteria.
Gelukkig hoort ook logistiek daarbij. Daarin heeft Antwerpen een groot competitief voordeel. Terwijl het landinwaartse Ludwigshafen steeds vaker wordt gehinderd door de lage waterstanden op de Rijn, profiteert BASF Antwerpen volop van zijn ligging in de haven en zijn sterk geconnecteerde chemiecluster.
Dat BASF banen zou schrappen in Europa, stond in de sterren geschreven. Topman Martin Brudermüller liet vorige herfst al verstaan dat hij de kosten permanent wou verlagen in Europa, waar BASF wordt geplaagd door een giftige cocktail van hoge energieprijzen, overregulering en haperende groei. Alleen al energie kostte BASF, een van de grootste verbruikers van aardgas in Europa, in 2022 enkele miljarden euro meer dan een jaar eerder.
Veel bedrijven zijn het al lang beu dat Europa er maar niet in slaagt gelijke tred te houden met andere regio’s.
Dat BASF Antwerpen nu de dans ontspringt, is evenwel geen reden tot vreugde. De Europese chemie, en bij uitbreiding het hele industriële weefsel, is in hetzelfde bedje ziek.
BASF is de kanarie in de koolmijn. Deze ingreep is wellicht de voorbode van andere herstructureringen en kostenbesparingen.
Veel bedrijven zijn het al lang beu dat Europa er maar niet in slaagt gelijke tred te houden met andere regio’s, vooral in energiekosten maar ook in het invullen van de voorwaarden voor een aantrekkelijk investeringsklimaat.
De chemiesector bond de kat al een vol decennium geleden de bel aan. Toen al dreigde de verhuizing van productieactiviteiten uit Europa. Het gevaar is alleen groter geworden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier