Marianne Amssoms

‘Amerikanen vinden het schokkend dat wij ons volkslied niet meezingen’

Marianne Amssoms voorzitter Belcham

In België wordt weinig belang gehecht aan de nationale feestdag. In de Verenigde Staten is dat anders. Alles kleurt rood, wit en blauw, en overal zie je ballonnen en vlaggen.

Dit jaar valt de Amerikaanse feestdag, 4 juli, op dinsdag. Dat betekent een minivakantie van vier dagen. Elk lang weekend wordt ten volle benut, want vrije dagen zijn schaars. Reisrecords worden verbroken met meer dan 50 miljoen Amerikanen die voor de gelegenheid vliegen of rijden, ondanks een hoger prijskaartje. ‘Revenge travel’ heet dat.

Ik vind het heerlijk om thuis te blijven terwijl velen wegtrekken. Bij vrienden geniet ik van het spectaculaire vuurwerk bij een hapje en een drankje. In België wordt weinig belang gehecht aan de nationale feestdag. Hier is dat anders. Alles kleurt rood, wit en blauw, en overal zie je ballonnen en vlaggen. Parades en concerten allerhande herdenken niet alleen de Noord-Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring op 4 juli 1776 van Groot-Brittannië. Ze symboliseren ook een uitgesproken patriottisme dat voor ons Belgen vreemd lijkt.

Collega’s die de overstap maken van het leger naar de bedrijfswereld, genieten een bijzonder aanzien. Veteranen bedank je spontaan voor hun diensten. Zij krijgen kortingen en extra service wanneer ze reizen, aankopen doen of een verzekering afsluiten. Er wordt gevierd en stilgestaan bij de opofferingen die militairen en andere dienstverleners doen om de Verenigde Staten te dienen en te verdedigen.

Patriottisme zit diep ingebakken in de samenleving en is alomtegenwoordig. Schoolkinderen starten hun dag steevast met een belofte van trouw aan de Amerikaanse vlag. Het curriculum focust egocentrisch op Amerikaanse geschiedenis en moedigt niet aan om verder te kijken of te denken. Atleten betreden het veld pas na het zingen van het volkslied. De Amerikaanse vlag wappert aan kantoorgebouwen, scholen en huizen. Media vergroten onbaatzuchtige heldendaden gretig uit. De historische woorden van President John F. Kennedy ‘Ask not what your country can do for you – ask what you can do for your country capteert ook vandaag nog de burgerzin en -plicht. In België zou zo’n uitspraak op hoongelach onthaald worden.

Maskeert het soms blindelings ophemelen van de natie onderliggende maatschappelijke problemen? Verdoezelt het de realiteit en vormt het een buffer tegen kritische analyse? Of zorgt het voor solidariteit en optimisme dat innovatie aantrekt? Misschien is het zonder dat aangekweekte gevoel van trots en eenheid onmogelijk om de cohesie van een jong en groot land, opgedeeld in vijftig staten, te bewaren. Ondervertegenwoordigde groepen plaatsen kanttekeningen bij de Fourth of July en verkiezen de recentere feestdag Juneteenth (19 juni) die het einde van de slavernij herdenkt. Maar de algemene feestvreugde overheerst.

Belgen hebben zelfrelativering tot een kunst verheven en staan vaak kritisch of cynisch tegenover het vaderland. Amerikanen vinden het schokkend dat wij ons volkslied niet meezingen en op de overheid rekenen om onze problemen op te lossen. De Belgische driekleur zal op 21 juli beperkt zichtbaar zijn. Die domineert het straatbeeld pas als de Rode Duivels scoren. In de VS zijn de sterren en strepen alomtegenwoordig.

Marianne Amssoms werkt in New York als CEO van het communicatiebureau Carpe mutatio

Volgende week: Pieter Verstraete in China

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content