Marc Buelens
‘Als de mensheid gefocust streeft naar één concreet, extern doel, kan het verbazingwekkend snel gaan’
Lessen uit de film Oppenheimer, door Marc Buelens.
Uiteraard ben ik gaan kijken. Zo’n dertig jaar geleden heb ik Los Alamos bezocht, de site waar het zich allemaal afspeelde. Een onvergetelijke ervaring. Tientallen jaren al ben ik geboeid door het Manhattan-project, dat in een waanzinnig korte tijd een heel concrete output moest opleveren. In de film wordt gesproken over ‘the gadget’. Weinigen wisten dat het over de eerste atoombom ging. De bom moest worden gebruikt tegen de Duitsers, maar kwam te laat: Duitsland had al gecapituleerd. Stel je voor dat president Truman had moeten kiezen uit Hannover, Dresden of Aken. In werkelijkheid heeft hij gekozen uit twaalf Japanse steden.
Als de mensheid gefocust streeft naar één concreet, extern doel, kan het verbazingwekkend snel gaan.
De film brengt geen verslag uit van de zware spanningen in de dubbele projectstructuur: de militaire en de wetenschappelijk-academische. Kolonel – later generaal – Leslie Groves moest met resultaten komen. Robert Oppenheimer vertegenwoordigde de kant van de wetenschappers en moest vooral de juiste stappen ondernemen, op terreinen waar een onderzoeksteam zich nog nooit had gewaagd. De wetenschappers handelden zoals we dat kennen uit Silicon Valley: informeel, af en toe wat spelen, urenlang werken, overdag en ’s nachts zoals het uitkwam, maar vooral met heel veel intellectueel pingpongen, gedachte-experimenten, losse schema’s op het bord.
Dat werkte op de zenuwen van Groves. Ieder in zijn eigen hok en werken, niet spelen! Verboden te vergaderen, en daarmee bedoelde hij vooral over projecten en specialisaties heen freewheelen. In de film wordt dat ‘compartimenteren’ genoemd. Elke manager kent dat: iedereen in zijn eigen bolwerk. Oppenheimer moest zich daarbij neerleggen. Gedaan met al dat klooien en aanrommelen, academici kunnen geen hotdogkraam runnen. Het project lukte onder meer omdat al die academici dan maar ’s nachts, in het geniep, met elkaar discussieerden.
Ik heb nooit goed gevat hoe een louter theoretisch gegeven, berekeningen op papier, werden omgezet tot een werkbaar resultaat. De film laat niet na dat te beklemtonen. Dit is de triomf van de wiskundigen, de theoretisch natuurkundigen, het bord en het krijtje. Het drama van de mensheid is natuurlijk dat het summum van de menselijke ratio heeft geleid tot een werkbaar, verschrikkelijk vernietigingswapen. Als de mensheid gefocust streeft naar één concreet, extern doel, kan het verbazingwekkend snel gaan: de atoombom, een man op de maan, een vaccin tegen corona.
De film suggereert het minder, maar het is helaas een al even grote waarheid: als de mensheid samen streeft naar een ‘intern doel’ (geen oorlog meer, geen armoede, geen discriminatie) is de kans op succes vele malen kleiner. Zo’n doorbraak brengt vreselijke ethische problemen met zich, en dan helpen vergaderen en briljant zijn niet zoveel. De slimme koppen voelden het gewoonweg verschillend aan.
Dat is het drama dat we nu beleven rond de opwarming van de aarde. Technologisch, en zelfs louter economisch, kunnen de knapste bollen van de mensheid wel een stappenplan uittekenen. Maar daarnaast is er nog een ‘intern’ doel: hoe verdelen we de lasten politiek haalbaar over zoveel naties? Dan schieten we te kort. Want stilaan begrijpen we dat voor sommige noodzakelijke oplossingen uit de geo-engineeringhoek dwingende supranationale wetgeving nodig is. Wie gelooft dat de Verenigde Staten of China zich daaraan zullen onderwerpen?
In theorie zouden de grootste denkers zich nu moeten verenigen, bijvoorbeeld op de Malediven, om te zoeken naar alle mogelijke manieren om zo snel mogelijk (de grens van 1,5 graden is de facto al overschreden) een radicale oplossing te zoeken voor de klimaatcrisis. Geen politieke compromissen, geen afzwakkingen. Maar daar is gewoonweg geen draagvlak voor. Toch zou ik graag hebben dat er over vijftig jaar een fijne film wordt gemaakt met als titel De Malediven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier