Anne Snick
‘Alle Vlaamse ministers moeten mee om de tafel om de boeren uit het stikstoflabyrint te bevrijden’
Onlangs bereikte de Vlaamse regering een akkoord in het stikstofdossier, met een voorstel dat de landbouwers perspectief moet bieden. Stikstof is geen losstaand probleem, maar slechts één draadje in een knoop van crisissen, die een omslag van het hele systeem vergt. Experts roepen dat in een business-as-usual-scenario het menselijke welzijn aan een zijden draad hangt, en dat voor het klimaat, de grondstoffen en de biodiversiteit kritieke kantelpunten in zicht komen. Welk perspectief bied je ondernemers in zo’n context?
De media voerden het stikstofdebat op als een oorlog tussen de natuur en de boeren: de minister van Leefmilieu op ramkoers met die van Landbouw, milieuorganisaties met de Boerenbond, het Europese natuurbeleid met de Vlaamse economische belangen. Het leek een loopgravenoorlog waarin elk voorstel op een muur botste. Mij deed het aan de mythe van Theseus denken, de Griekse prins die op Kreta de Minotaurus moest doden, een wrede stier in een labyrint die jongelingen als mensenoffers eiste. Theseus versloeg het beest, maar dreigde de weg uit het labyrint niet meer te vinden.
Vandaag houdt de stier van Wall Street – met banken en diensten rond de Boerenbond als dienaren – onze landbouw en andere sectoren in de tang. Hij dwingt hen steeds productiever te worden, al ondermijnt dat de levenskansen van jongeren, hier en in het Zuiden. Ook deze geldstier eist mensenoffers. Maar val je hem aan, dan worden boeren in zijn greep bang, want zonder financiële groei gaat hun bedrijf over de kop. Voor hen kan ‘perspectief’ alleen betekenen dat ze nog een veldslag tegen de natuur mogen winnen. Doe nog maar een megastal, met vlees voor de export, winst voor de bank en mest voor Vlaanderen, zoiets.
Theseus raakte uit het labyrint dankzij de draad die Ariadne hem meegaf. Wie de draad volgt van hoe we in dit stikstofmoeras zijn beland, ziet ook hoe we er weer uit kunnen komen. Het boekje Uit de shit van de bioloog Thomas Oudman is daar een mooi voorbeeld van. Het legt uit dat de natuur en de landbouw lang partners waren, maar in vijandige kampen belandden toen beleidsmakers, bedrijven en door de laatste gefinancierde wetenschappers de landbouw op industriële wijze productiever gingen maken. Fossiele meststoffen en pesticiden verhoogden de opbrengst, maar doorbraken ook de kringloop van de landbouw en de natuur. Pesticiden doden alles, ook het nuttige microbioom in de bodem. Dat maakt nog meer kunstmest en pesticiden nodig om nog iets te laten groeien. Een vicieuze cirkel voor de landbouwers, een riant verdienmodel voor de agro-industrie.
Vandaag is duidelijk dat de natuur geen fabriek is die zich chemisch laat exploiteren, maar een complex, zelfregulerend proces. Gezonde bodems geven aan gewassen een microbioom mee dat op zijn beurt het immuunsysteem van de consument versterkt. Ze staan in voor wateropslag, cruciaal bij droogte en overstromingen. Ze zorgen voor biodiversiteit, de beste buffer tegen pandemieën. Ze regelen mee het klimaat en zuiveren water en lucht, goed voor de volksgezondheid. Te veel stikstof is niet alleen nefast voor planten en dieren in Natura 2000-gebieden, maar evenzeer voor de mens. Dus moeten alle Vlaamse ministers mee om de tafel om boeren uit het stikstoflabyrint te bevrijden.
De industrie consumeert de natuur, de landbouw cultiveert ze. Boeren spelen een sleutelrol in de gezondheid van bodems en landschappen. Dat kunnen ze maar goed doen als de samenleving hen een nieuw economisch model biedt en hen beloont voor alle ecosysteemdiensten die ze versterken.
De Europese Unie berekende dat elke euro die we in het ecosysteem investeren zich acht tot achtendertig keer terugbetaalt. Wat we besparen op gezondheidszorg en milieurampen mag, wat mij betreft, naar alle boeren gaan die ecologie omarmen. Als dat geen mooi perspectief is.
Anne Snick is systeemdenker en lid van de denktank Club van Rome
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier