Het Vlaamse, té individualistische ondernemerschap staat conglomeraten die er in de wereld echt toe doen in de weg.
België, en dan vooral West-Vlaanderen, is een wereldspeler in diepvriesaardappelproducten. Met 3 miljoen ton export kroont ons land zich tot wereldkampioen. Dat belang wordt nog onderstreept door de enige beursgenoteerde speler in de sector, de Amerikaanse gigant Lamb Weston. Zijn grootste concurrenten zijn West-Vlaamse bedrijven, of internationale spelers met grote fabrieken in ons land: Agristo, Aviko, Clarebout Potatoes, Farm Frites en McCain Foods.
Agristo en Clarebout Potatoes zijn West-Vlaamse familiebedrijven die in één of twee generaties een belangrijke positie in Europa verwierven. McCain Foods is sinds 2013 de eigenaar van Lutosa. Het zwaargewicht was tot 2013 in handen van de ook al West-Vlaamse familie Vandenbroucke. Lutosa groeit mooi, maar de vruchten worden geplukt door de Canadese wereldwijde nummer één.
Lamb Weston noemt ook J.R. Simplot als grote concurrent. De Amerikaanse reus zou nu snuffelen aan Clarebout Potatoes. Maar waarom komen de West-Vlamingen niet tot een akkoord? Een triumviraat van Agristo, Clarebout, en Lutosa zou een wereldspeler van formaat zijn. Maar het Vlaamse, té individualistische ondernemerschap verhindert conglomeraten die er in de wereld echt toe doen. Nochtans zou met de mededingingsoverheden wel een overeenkomst gevonden kunnen worden tegen marktdominantie.
Het grote voorbeeld blijft AB InBev. De grootste brouwer ter wereld is het resultaat van een samenwerking tussen een aantal Belgische families. De opgang begon rond 1970 en ruim een halve eeuw later is de alliantie nog altijd onwrikbaar sterk. Volgen de West-Vlaamse frietreuzen hun voorbeelden in Belgisch bierland?
Lees ook: