Stijn Fockedey
‘500 euro netto beloven volstaat niet: alle beloftes die geld kosten, verdwijnen na 9 juni in de prullenmand’
Elke Vlaamse centrumpartij heeft zich, regionaal of federaal, verbrand aan het beleid van de voorbije jaren. Dat besef bepaalt de campagne. Door de twijfel over het eigen palmares gaat deze verkiezingscampagne eigenlijk over niks. Of toch niet over de zaken die er echt toe doen. Door 1 mei stond het in de sterren geschreven dat het deze week vooral over sociaaleconomische thema’s zou gaan, maar weer wordt er rond de hete brij gedanst. Het gaat niet over hoe we onze overheidsfinanciën willen saneren, hoe we de productiviteit van onze economie willen verbeteren, hoe we de competitiviteit van onze bedrijven willen herstellen, welk milieubeleid we willen voeren, enzovoort. In de plaats krijgen we beloftes van de centrumpartijen die in Vlaanderen iets realistischer zijn dan die van Vlaams Belang of PVDA-PTB, maar ook niet veel meer.
Neem de ‘500 euro netto meer’-belofte. Zowel Open Vld als N-VA wil dat het verschil tussen werken en leven van een uitkering minstens 500 euro per maand moet zijn. Een nobel streven. Onze torenhoge belastingdruk en het kluwen van sociale compensaties en uitzonderingen zorgen voor een problematische werkloosheids- en promotieval. Maar de oplossing moet goed uitgedacht zijn. De remedie riskeert erger te zijn dan de kwaal, zoals we in ons coververhaal van deze week aantonen. Dat komt omdat de bevoegdheden over de verschillende niveaus verspreid zitten. We riskeren extra administratie te creëren en de staat nog groter te maken, opdat bijvoorbeeld bepaalde uitkeringen en sociale maatregelen afgetopt kunnen worden. Politiek is een oplossing ook alleen haalbaar als die past in een lastenverlaging die ook de druk op de middenklasse verlicht. En dat is dan weer niet te verzoenen met een sanering van de begroting.
‘Alle beloftes die geld kosten, zullen na 9 juni in de prullenmand verdwijnen. Het vertrouwen zal stap voor stap herwonnen moeten worden’
We hebben jammer genoeg grotere problemen dan de werkloosheids- en promotieval. Het begrotingstekort van 24 miljard euro maakt zowat elke verkiezingsbelofte onbetaalbaar. Dat tekort werd nota bene fors groter om tot elke prijs de koopkracht op peil te houden voor zoveel mogelijk mensen. Er is goed gezorgd voor de koopkracht, veel beter dan in de ons omringende landen. De redenen om op de werkloosheids- en promotieval te focussen zijn vooral ingegeven door verkiezingskoorts. Het is een koopkrachtmaatregel waar weinig mensen tegen kunnen zijn, en het speelt in op een groot ongenoegen.
De voorbije jaren wordt er openlijk getwijfeld aan het sociaal contract in onze maatschappij. Dat hard en goed werken niet meer voldoende beloond wordt, zeker voor de lagere middenklasse. In Nederland kon de nieuwe partij Nieuw Sociaal Contract, met een licht centrum-rechts programma, een deel van die onvrede capteren. Dat succes proberen de Vlaamse centrumpartijen te kopiëren, maar ze hebben er de politici niet voor. Het Nederlandse Nieuw Sociaal Contract brak niet door wegens haar programma, maar door haar stichter Pieter Omtzigt. Hij beet zich vast in de ‘toeslagenaffaire’, waarbij duizenden Nederlandse gezinnen onterecht werden gezien als sociale fraudeurs. Omtzigt kreeg daardoor het aura van de witte ridder. Dat aura kunnen de politici van onze centrumpartijen niet krijgen. Hun beleid was niet goed genoeg, ze moeten hopen op het mededogen van de kiezer.
Na 9 juni begint er een loodzware opdracht. Alle beloftes die geld kosten, zullen in de prullenmand verdwijnen. Het vertrouwen zal stap voor stap herwonnen moeten worden. Het geduld van de kiezer voor de bestuurspartijen is volledig op, elke peiling ramt dat erin. Wie hetzelfde onkreukbare imago als Omtzigt wil, zal zich eerst moeten bewijzen, bijvoorbeeld door de royale uittredingsvergoedingen voor verkozen politici aan te pakken. Dat is tenminste meer haalbaar dan die 500 euro netto extra te beloven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier