Wissel van de wacht bij Agoria
De technologiefederatie Agoria neemt afscheid van haar boegbeeld Wilson De Pril. ‘Mister Agoria’ stond decennialang op de eerste rij tussen de ondernemers. “Ik mis al jaren een groot strategisch plan met één visie, waar iedereen achter staat.”
Wilson De Pril spreekt – onder het luisterend oor van zijn opvolger, de West-Vlaming Peter Demuynck – vol passie over de moeilijke jaren zeventig en de wat betere jaren tachtig, de opvering in de jaren negentig en de technologische sneltrein van de 21ste eeuw. De Gentenaar stopt als directeur-generaal van Agoria, waarvan hij de voorbije decennia ook de spreekbuis en het gezicht was.
Zijn carrière begon als econoom bij ‘den Bell’ in Antwerpen, maar na amper enkele weken trok hij naar Fabrimetal, de voorloper van Agoria. “Het boeiendste van deze job? Dat je midden in het ondernemerslandschap zit en dat je daarvoor zo veel kunt doen. Dat is altijd mijn drive geweest.”
U hebt alle Vlaamse minister-presidenten meegemaakt. Wie heeft de Vlaamse economie het best gediend?
De Pril: “Moeilijke keuze, want ik wil niemand oneer aandoen. Van de huidige regering kan ik de resultaten op termijn nog niet inschatten. Dus ga ik maar voor Gaston Geens. Hij zorgde met de DIRV-actie (Derde Industriële Revolutie) aan het begin van de jaren tachtig voor een mentale ommezwaai, al hebben sommigen dat pas achteraf volop beseft. Wie herinnert zich niet de impact van Flanders Technology? Geens kwam op voor puur ondernemerschap en innovatie. Het was nochtans niet vanzelfsprekend om iedereen daarvoor te mobiliseren. Ik herinner me hoe hij zijn zaak bij Fabrimetal kwam bepleiten en om geld vroeg om alles te helpen financieren. Finaal wist hij heel veel bedrijven mee aan boord te nemen en heeft hij Vlaanderen vooruit gestuwd. Imec is voortgevloeid uit die beweging, en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie.”
Is een nieuwe DIRV-actie nodig?
De Pril: “Een kopie is zelden zo goed als het origineel. De tijden zijn ook danig veranderd. Toen kreeg je nog alle neuzen in dezelfde richting. Ik vrees dat dit nu niet meer vanzelfsprekend is. Ik vermoed dat er in politieke kringen veel jaloezie de kop zou opsteken.”
Demuynck: “Dat is betreurenswaardig. Vandaag heeft de industrie meer dan ooit behoefte aan erkenning en visibiliteit. De technologische industrie zorgt in Vlaanderen nog altijd voor 50 procent van alle innovatie, bijna 30 procent van de export en honderdduizenden jobs. Ze geeft als geen ander ook de antwoorden op de grote uitdagingen en dossiers van de toekomst. Denk aan energie, milieu, veiligheid en mobiliteit.”
U hebt pakken ervaring in het ondernemerslandschap. Valt het u niet op dat aan de bekommernissen van pakweg de jaren tachtig (fiscaliteit, flexibiliteit, bemoeizucht van de overheid, openstaande vacatures) nog altijd weinig gedaan is?
De Pril:“Een probleem in dit land is dat vele bevoegdheden slechts deels zijn opgesplitst. Bij het begin van elke legislatuur mis ik ook een strategisch plan, met één visie waar iedereen achter staat. Elke minister zou dan zijn beleid kunnen afstemmen op de gemeenschappelijke doelstellingen. Het doel moet zijn toegevoegde waarde te creëren, wat de basis is voor welvaart en welzijn.”
Demuynck: “De politiek kan ook niet alles. Ik denk dat alle werkgeversorganisaties de opdracht hebben om meer zaken samen in beweging te zetten.”
U maakte historische dossiers mee: Boelwerf, Renault Vilvoorde, Ford Genk… Wat valt daaruit te leren?
De Pril: “Vooral bij Boelwerf heb ik een wrange nasmaak. Dat dossier had anders kunnen lopen. Ik blijf beweren dat Boelwerf het slachtoffer is geworden van een klassieke tweekamp, tussen ‘het kapitaal’ en ‘de arbeidersklasse’. Bij de vakbonden had je daar enkele echte fundamentalisten. Wat hebben ze bereikt? Duizenden jobs weg. Terwijl scheepswerven in het buitenland getoond hebben dat het ook anders kon. Verschrikkelijk jammer.
“De Vlaamse auto-industrie was een heel ander verhaal. Ik denk dat iedereen in Vlaanderen gedaan heeft wat kon. Maar de internationale context, met de scherpe loonkosten, was de doodsteek.”
Heeft Vlaanderen niet te veel subsidies gepompt in die sector? Met een pover resultaat?
De Pril: “Dat weet ik niet. Ik weet wel dat de autosector streeft naar perfect vergelijkbare kostentabellen over heel de Europese Unie, en zelfs daarbuiten. Als dan blijkt dat Valencia beduidend goedkoper is dan Genk, dan valt het mes.”
Demuynck: “Te veel focussen op één sector is nooit goed. Een land heeft belang bij een goede mix, van kmo’s en multinationals, maar ook van toekomstgerichte sectoren. Zo’n model moeten we altijd voor ogen houden.”
Hoe staat u tegenover de vakbonden in ons land?
De Pril: “Een kleine regio als Vlaanderen heeft belang bij een constructieve sociale dialoog. Helaas zie en hoor ik veel wat me ontzettend droef maakt. Als ik bepaalde verklaringen hoor van bijvoorbeeld Rudy De Leeuw, dan heb ik grote vragen. Ondernemers doen door de bank genomen veel voor hun werknemers. Maar wat doen de vakbonden in het belang van de bedrijven? Ik heb altijd geleerd dat beide partijen in debat moeten gaan om oplossingen te vinden. Maar als er spreekwoordelijk bloed moet vloeien bij zo’n overleg, dan maak je veel kapot. In Nederland, Zweden of Duitsland hebben ze dat goed begrepen. Hier merk ik nog te veel restanten van een verouderde strijd tussen arbeid en kapitaal. Terwijl zo’n strijd nog nooit zo irrelevant was. In het internettijdperk is ‘het kapitaal’ trouwens gedemocratiseerd, zoals de talrijke starters bewijzen. Vandaag draait het om kennis, ondernemerschap en samenwerking.”
Inmiddels gaat onze concurrentiekracht er niet echt op vooruit, want de wereld verandert in snel tempo.
De Pril: “De loonkostenhandicap is een heel klein beetje kleiner geworden. Het grote probleem hier is de traagheid. Wat een verschil met een land als Duitsland, waar ze perfect begrijpen dat snel ingrijpen in het belang is van de economie. Bovendien hebben de Duitsers een diepgewortelde industriële cultuur.”
Demuynck: “Ik heb vele jaren in het buitenland gewerkt. Ik wil de Vlaamse bedrijven oproepen zich meer dan ooit te interesseren voor wat het buitenland te bieden heeft, en er zich naar te richten. Het mag echt wel wat meer zijn. Ik merk dat veel internationale vacatures van Vlaamse bedrijven blijven openstaan. Ik begrijp niet dat jongeren daar niet meer kansen in zien.”
De Pril: “Het grote gevaar is dat we ons nestelen in een comfortzone. Ik doe een oproep aan iedereen: politici, ondernemers, vakbonden, jongeren, onderwijs. Laten we onze maatschappij heruitvinden en samenwerken in plaats van te verdrinken in een wirwar van structuren, geplogenheden en strijdvelden.”
Volgens een recent EU-rapport hebben de Vlaamse bedrijven technologisch te weinig te bieden.
Demuynck: “Ik wil een ander geluid laten horen. We hebben bijzondere bedrijven, neem dat van me aan. Voorwaarde lijkt me dat ze in een niche gespecialiseerd zijn. Met de Agoria Sports Technology Club halen we keer op keer fantastische contracten voor grote sportevenementen binnen, voor de neus van de hele wereld.”
Wat is de plaats van Europa en Vlaanderen in een geglobaliseerde economie? Volvo Cars Gent is in Chinese handen. In Brussel komen negen van de tien technologiebedrijven uit het buitenland. Dringt een nieuw verankeringsdebat zich op?
De Pril: “Belangrijk is de opbouw van een kenniseconomie. Zolang we kennis hier kunnen ontwikkelen en toepassen, zie ik weinig problemen. Het goede nieuws is ook dat buitenlandse bedrijven zich daardoor aangetrokken voelen. Onze kennis wordt nog altijd hoog ingeschat. Laten we de zaken niet te eenzijdig bekijken. Denk aan wat een prachtig bedrijf als Van Hool doet in het buitenland. De wereld is globaler dan ooit. Laat onze ondernemers maar denken als echte wereldburgers.”
De industrie zorgt nog voor amper één op de acht jobs. Is dat verontrustend?
De Pril: “Helemaal niet. Ook andere zaken zijn belangrijk, zoals omzet, export, toegevoegde waarde en indirecte jobs. Ik stel vast dat Limburg de provincie is waar de voorbije jaren de meeste nieuwe banen zijn geschapen. Terwijl uitgerekend daar enkele heel grote industriële bedrijven verdwenen zijn. Een groot bedrijf dat de deuren sluit, is de best mogelijke voedingsbodem voor nieuw ondernemerschap. Zo leert de ervaring.”
Demuynck: “Ik ben zeker niet fatalistisch. Ik zie dat ondernemers nooit te lang wakker liggen van macro-economische problemen en altijd oplossingen vinden. Agoria Vlaanderen moet hen helpen bij hun zoektocht naar waardecreatie, opportuniteiten en synergie.”
Wordt president Donald Trump een probleem voor de wereldhandel en dus voor Vlaanderen?
De Pril:“Toen Ronald Reagan Amerikaans president werd, luidde het dat een cowboy in de ring trad. Uiteindelijk draaide de economie nooit beter dan onder Reagan. Hij wist zich goed te omringen, een teken van leiderschap. Laten we hopen op een soortgelijk scenario.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier