Wegwijs in de nieuwe regels voor bedrijfswagens
De werkgever of de vennootschap die een bedrijfswagen ter beschikking stelt aan een werknemer of een bedrijfsleider, moet sinds begin dit jaar rekening houden met nieuwe fiscale regels.
Bedrijfswagens blijven een aantrekkelijk extralegaal voordeel voor bedrijfsleiders en werknemers. Fiscaal moeten ze rekening houden met een belastbaar voordeel van alle aard voor het privégebruik van de wagen. Dat voordeel wordt berekend aan de hand van de cataloguswaarde en de CO2-uitstoot van het voertuig. Daarbij wordt deze formule toegepast: cataloguswaarde x 6/7 x CO2-percentage.
CO2-percentage
Het CO2-percentage is verschillend voor diesel- en benzinewagens. Voor dieselwagens is het gelijk aan 5,5 procent bij een CO2-uitstoot van 95 gram per kilometer. Voor elke bijkomende gram CO2 stijgt het met 0,1 procent. Voor benzinewagens – inclusief hybride wagens en wagens die rijden op lpg – bedraagt het CO2-percentage 5,5 procent bij een CO2-uitstoot van 116 gram per kilometer. Ook daar stijgt of daalt het percentage met 0,1 procent per gram CO2-uitstoot die van de referentiewaarde wordt afgeweken.
Zowel voor diesel- als voor benzinewagens bedraagt het CO2-percentage minimaal 4 en maximaal 18 procent. Het belastbare voordeel mag nooit minder bedragen dan 1230 euro op jaarbasis. Op dat voordeel draagt de werknemer belasting af op basis van de marginale aanslagvoet, plus de gemeentebelasting. Zit hij in de hoogste belastingschijf van 50 procent en woont hij in een gemeente die 6 procent aanvullende belasting heft, dan bedraagt die belasting 53 procent. De werkgever en de vennootschap die de auto ter beschikking stelt, betaalt 17 procent belasting op het voordeel.
Cataloguswaarde
Ook de cataloguswaarde van het voertuig is dus belangrijk om het belastbare voordeel te bepalen. Het fiscale wetboek inkomstenbelastingen definieert de cataloguswaarde als “de gefactureerde waarde inclusief opties en de btw, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno”.
Bij een tweedehandse bedrijfswagen vertrekt de fiscus van de cataloguswaarde in nieuwe staat, waarop een correctie wordt toegepast, afhankelijk van de ouderdom van de wagen. Die correctie bedraagt 6 procent per jaar, maar de cataloguswaarde kan niet lager zijn dan 70 procent van de oorspronkelijke waarde.
Btw op de aankoop
Wie een bedrijfswagen koopt of leaset die ook privé wordt gebruikt, betaalt btw op de aankoopprijs of op de betaalde leasevergoeding of huur. De btw-regels zijn grondig gewijzigd sinds 1 januari 2013. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen de aankoop van een bedrijfswagen en de leasing of de huur ervan.
Sinds begin dit jaar is de btw-aftrek beperkt tot het beroepsgebruik, met een maximum tot 50 procent, ook al is het beroepsgebruik hoger dan 50 procent. Bedraagt het beroepsgebruik bijvoorbeeld 40 procent, dan kan de btw op de aankoop, de brandstof en het onderhoud slechts voor 40 procent worden afgetrokken. De werkgever of de vennootschap die de bedrijfswagen heeft gekocht, moet het beroepsgebruik bewijzen.
De verplaatsingen voor het woon-werkverkeer worden beschouwd als privégebruik, zodat de btw daarop niet aftrekbaar is. Onder het beroepsgebruik worden verstaan: alle verplaatsingen naar klanten, leveranciers, bijscholingen, advocaten, accountants, boekhouders, banken, verzekeraars, garage of handelsbeurzen.
Om het beroepsgebruik vast te stellen, kan worden gekozen tussen drie methodes: de rittenadministratie, de semiforfaitaire formule en de forfaitaire btw-aftrek van 35 procent. De werkgever of de vennootschap mag de formule kiezen die de hoogste btw-aftrek oplevert, met een maximale btw-aftrek van 50 procent.
Meer details over de berekeningen vindt u deze week in het magazine Trends.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier