Waarom de kleine banken moeite hebben om te overleven
De grote banken hebben al moeite om te overleven in een tijd van dalende rentevoeten en investeringen in de digitalisering. Voor de kleine banken is het echt heel moeilijk.
De banken hebben het moeilijk sinds de crisis van 2008. Ze zitten in een keurslijf van veel te strenge regels, ze zijn verzwakt omdat de dalende rentevoeten op hun marges wegen, ze kampen met omstandigheden van zwakke groei en hun onderlinge concurrentie is moordend. Bovendien moeten ze opboksen tegen de jonge bedrijfjes die innovatieve financiële diensten aanbieden. Die zogenoemde fintechs knabbelen aan hun marktaandeel in onder meer betaal- en wisseldiensten.
Die omstandigheden hertekenen het landschap van de kleine banken: Société Générale heeft zijn Belgische filiaal aan ABN AMRO verkocht, Banca Monte Paschi Belgio is opgekocht door een private-equityfonds dat er een onlinebank van wil maken, en volgens de geruchtenmolen zouden AXA Bank en zelfs Bank Nagelmackers verkocht worden.
Het klopt dat de groep AXA haar Belgische bank van de hand wil doen. De groep Crelan heeft officieel belangstelling (zie kader Naar een fusie van Crelan en AXA Bank?). “Ja, we bekijken dat dossier”, bevestigt Leo De Roeck, de communicatieverantwoordelijke van Crelan. Bank Nagelmackers werkt aan een herpositionering. Haar nieuwe topman, de Brit Tim Rooney, legde uit dat de bank zich weer op haar traditionele activiteit richt: vermogensbeheer. Die activiteit verslindt minder kapitaal. Maar alles wijst erop dat ook Nagelmackers verkocht zou kunnen worden. De eigenaar, de Chinese verzekeringsreus Anbang, verkoopt zijn niet-strategische dochterondernemingen. In ons land heeft het al de verzekeraar Fidea afgestoten. Die is overgenomen door Baloise.
De resultaten dalen door de impact van de crisis, de lage rentevoeten, de kosten van de digitalisering en van de nieuwe regelgeving” – Freddy Van den Spiegel (VUB)
Conjunctureel en structureel
Die grootschalige operaties zijn vooral ingegeven door een rentabiliteitsprobleem. Ze zijn dus een kwestie van overleven. Volgens Freddy Van den Spiegel, hoogleraar aan de VUB, is het een algemeen probleem. “De resultaten dalen door de impact van de crisis, de lage rentevoeten, de kosten van de digitalisering en van de nieuwe regelgeving. Gemiddeld is het rendement op eigen vermogen van de Europese banken een magere 5 procent. En hun koers-boekwaardeverhouding bedraagt 60 procent. Als beleggers niet meer willen betalen dan 60 procent van de boekwaarde, wil dat zeggen dat ze twijfels hebben over de toekomst van de banken.”
De toekomst ziet er dus somber uit, om structurele en conjuncturele redenen. Conjunctureel tast de lange periode van lage rentevoeten de inkomsten aan. “Het monetaire beleid weegt op het netto-inkomen uit intresten. Dat is het verschil tussen de ontvangen en de betaalde intresten”, legt Éric Dor uit. Hij is de directeur van de afdeling Economische Studies van de Franse managementschool IESEG.
Structureel zijn de uitdagingen die de veranderende markt en de technologie stellen enorm. “Alle banken moeten diepgaand herstructureren”, merkt Dor op. “De digitalisering verandert de relatie met de klanten radicaal, maar biedt ook perspectieven voor bezuinigingen en kostenverminderingen. Dat zien we heel duidelijk in de Verenigde Staten, waar de banken de transformatie sneller hebben doorgevoerd. Hun rendementen zijn dan ook beter. Maar die verandering vergt nieuw personeel en grote investeringen in informatica. Voor kleine instellingen heeft het weinig zin zulke investeringen te doen.”
Forse Belgische concurrentie
“Toch trekken de grote banken in België zich nog redelijk goed uit de slag”, vervolgt Freddy Van den Spiegel. “Na de crisis hebben ze hun strategie weer afgestemd op de binnenlandse markt. Maar dat betekent ook dat de concurrentie in België fors is toegenomen.”
Dat voelen vooral de kleine instellingen die aan traditioneel bankieren doen. “Voor de crisis wisten ze zich nog te redden door spaargeld iets beter te vergoeden en producten als hypothecaire leningen iets goedkoper aan te bieden”, zegt de hoogleraar aan de VUB. Maar tegenwoordig is het een stuk moeilijker geworden zich te onderscheiden en nieuwe klanten aan te trekken. De grote banken weten zich te redden omdat ze hun verlies aan rente-inkomsten kunnen compenseren door hun inkomsten uit andere activiteiten te verhogen. “Ze herzien hun bedrijfsmodel”, preciseert Van den Spiegel. “Dat kost veel geld, maar de grote banken hebben daar voldoende armslag voor. Voor een kleine instelling is die operatie veel moeilijker.”
Dat neemt niet weg dat sommige banken, zoals Banca Monte Paschi Belgio en Nagelmackers, het toch proberen. Het oude Belgische filiaal van Monte Paschi is eind vorig jaar overgenomen door het private-equityfonds Warburg Pincus, dat onlangs aankondigde dat de kleine Belgische bank ongeveer driekwart van de ongeveer honderd overgebleven werknemers zal ontslaan en een eenvoudige onlinebank zal worden.
Tot vorig jaar wou Nagelmackers nog een volledige bank zijn, maar CEO Tim Rooney heeft besloten ook het roer om te gooien. Vermogensbeheer wordt opnieuw de focus.
Onvolmaakte bankenunie
Naast een strategische heroriëntatie is er nog een andere oplossing voor kleine instellingen die hun toekomst willen veiligstellen. Ze kunnen zichzelf verkopen aan een groep die in haar strategie plaats voor ze heeft. Die optie is evenmin vanzelfsprekend, want de zwakke beurswaarde van de banken trekt geen beleggers aan. En het feit dat de bankenunie in de Europese Unie nog niet voltooid is, verhindert zo’n consolidatie.
“Een deel van de regelgeving voor banken is nog altijd nationaal, en dat is een groot obstakel voor grensoverschrijdende fusies”, legt Éric Dor uit. “De banken zouden de liquiditeitsverhouding en de verhouding van de eigen fondsen graag binnen de groep bepalen. Maar zolang de bankenunie niet voltooid is en er geen Europees garantiefonds is, zullen de toezichthouders elke nationale instelling blijven verplichten de verhoudingen te respecteren. Daar is ook een reden voor. Als we weer een bankencrisis zouden krijgen, zal opnieuw een beroep worden gedaan op elke staat afzonderlijk.”
Wil dat zeggen dat de dagen van de kleine banken geteld zijn? Zeker niet. Een aantal instellingen, die al geruime tijd goed gepositioneerd zijn, weet uit de moeilijkheden te blijven. We geven enkele voorbeelden. Europabank, actief in het consumentenkrediet, realiseerde vorig jaar een nettoresultaat van 20,8 miljoen euro, 2,6 miljoen euro meer dan in 2017. Delen Private Bank en Bank J. Van Breda behoren tot de groep Ackermans & van Haaren en weten zich allebei goed te redden, getuigde de stijging van hun resultaten over 2018. En dankzij zijn kostenbeheersing en bank-verzekeraarmodel slaagt ook Argenta erin te overleven in dit vijandige milieu. En Degroof Petercam houdt stand bij de zakenbanken.
Naar een fusie van Crelan en AXA Bank?
Schaalvergroting en consolidatie van de markt via fusies en overnames zijn manieren om de kleinere banken meer ademruimte te geven. De kosten en investeringen kunnen dan gespreid worden over een groter cliënteel, en minder concurrentie kan leiden tot betere marges. Die weg lijkt de coöperatieve bank Crelan ingeslagen, nu ze op kop ligt om haar concurrent AXA Bank in te lijven.
Crelan en AXA Bank zijn nagenoeg even groot en kampen met vergelijkbare problemen. Hun klassieke businessmodel – de omzetting van spaargeld in kredieten – resulteert, als gevolg van de lage rente, in een lage rendabiliteit. Beide instellingen steunen bovendien op een net van zelfstandige bankagenten, terwijl de klanten almaar minder naar een kantoor gaan.
Als de twee banken samengaan, ontstaat een groep met een balanstotaal van 47,4 miljard euro (20,4 miljard voor Crelan en 27 miljard voor AXA Bank). Daarmee zou de combinatie Argenta (balanstotaal van 45,9 miljard euro eind 2018) naar de kroon steken als de op vier na grootste bank van het land. Al is het maar de vraag hoe groot de overlap is en hoeveel klanten, agentschappen en werknemers zullen overblijven na een fusie.
Eind 2018 telde Crelan 633 agentschappen, 1145 werknemers, 919.887 klanten en 275.675 coöperanten, blijkt uit het jaarverslag. De nettowinst bedroeg 65,8 miljoen euro, wat overeenkomt met een rendement op eigen vermogen van 5,6 procent. AXA Bank België telde eind vorig jaar 555 agentschappen en 850 werknemers, die 867.859 klanten bedienen. AXA Bank maakte vorig jaar 45 miljoen euro nettowinst, goed voor 3,9 procent rendement op eigen vermogen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
Crelan
-
Maatschappelijke zetel:
Anderlecht
-
Sector:
Banken