Waarom de kernuitstap tegen 2025 niet vanzelfsprekend is
De laatste Belgische kerncentrale sluit in 2025. Zo staat het tenminste in het regeerakkoord. Al is niet iedereen daar even zeker van, en opent de sluiting de deur naar nieuwe problemen.
Het wordt wellicht een kerstkindje, maar de geboortekaartjes voor het langverwachte Interfederaal Energiepact mogen nog voor het einde van het jaar naar de drukker. Opvallend is dat in de publieke bevraging, die nog loopt tot 5 november, de vraag of de kerncentrales tegen 2025 moeten sluiten, slechts zijdelings aan bod komt.
Er wordt enkel gepeild naar de ideale energiemix. Nochtans zijn de zeven kernreactoren nog altijd goed voor zowat de helft van de Belgische elektriciteitsproductie.
Isabelle Kocher, de CEO van Engie, liet onlangs weten dat de Franse moeder van Electrabel blijft vechten voor een verlenging van de levensduur van de kerncentrales.
“De kernreactoren leveren stroom tegen een competitieve prijs. Het is een rationele keuze. Er zijn maar twee opties: levensduurverlenging of een nieuw systeem bouwen, dat de rol van de kerncentrales tegen 2025 overneemt.”
In haar jaarverslag gaat de groep nog een stapje verder. Rekening houdend met de eerdere verlenging van de levensduur van de reactoren Tihange 1 en Doel 1 en 2, het gebrek aan een duidelijk plan om te investeren in nieuwe thermische centrales en de klimaatdoelstellingen, “zal kernenergie ook na 2025 nodig zijn”.
7 kerncentrales zijn goed voor zowat de helft van de Belgische elektriciteitsproductie
De groep zegt ervan uit te gaan dat de helft van de centrales van de tweede generatie (Doel 3 en 4 en Tihange 3) nog twintig jaar langer operationeel kan blijven.
Dat scheelt voor Engie een flinke slok op de borrel. Het Belgische productiepark van de groep heeft een waarde van 4,2 miljard euro. Als alle kerncentrales in 2025 dichtgaan, moet Engie daarop 2,8 miljard euro afschrijven. Een verlenging met slechts tien jaar zou Engie 1,3 miljard euro kosten.
De kerncentrales langer openhouden ligt politiek evenwel zeer gevoelig. De sluiting in 2025 staat in het regeerakkoord. Noch bij CD&V, noch bij Open Vld en de MR is er veel animo om daarop terug te komen.
Toch wees Andries Gryffroy, de energiespecialist van de N-VA, er al meermaals op dat in de tekst staat dat de uitstap er pas komt als de energiebevoorrading gegarandeerd is. Daarmee blijft op zijn minst een achterdeur openstaan.
Het minst dure model
Er zijn ook economische argumenten voor een verlenging. Febeliec, de federatie van industriële energieverbruikers, heeft het expertisecentrum Energyville laten berekenen wat de energietransitie ons tegen 2030 zal kosten. Er werd gezocht naar het minst dure model.
Het basisscenario, met onder andere een verdrievoudiging van de hernieuwbare-energieproductie en ruim een verdubbeling van de import, komt uit op een jaarlijkse extra kostprijs van 4,49 miljard euro. Een scenario waarbij de grootste twee kerncentrales openblijven, beperkt die factuur tot 3,88 miljard, ruim 600 miljoen euro minder.
Het Federaal Planbureau bestudeerde in oktober 2016 de gevolgen van het uitvallen van de twee ‘scheurtjesreactoren’ Doel 3 en Tihange 2, en van Doel 1 (onderhoud) in 2015. De herstart van die 2,5 MW aan nucleaire productiecapaciteit deed de marktprijs gemiddeld met naar schatting 10 euro per megawattuur (MWh) dalen, goed voor een verhoging van de welvaart met 722 miljoen euro.
Er zijn maar twee opties: levensduurverlenging of een nieuw systeem bouwen, dat de rol van de kerncentrales tegen 2025 overneemt” (Isabelle Kocher, CEO Engie)
Al profiteert niet iedereen daarvan. Het milieu (lagere CO2-uitstoot), de consumenten en de nucleaire producenten varen er wel bij, de uitbaters van andere productietechnologieën (gas- en hernieuwbare-energiecentrales) niet.
De energie- en klimaateconoom Johan Albrecht (UGent) komt tot vergelijkbare conclusies. In het scenario waarin in 2030 nog voor 4000 megawatt (MW) nucleaire centrales actief zijn, komt de totale kostprijs (productie-activa, import en additionele distributie- en transmissiecapaciteit) uit op 6,9 miljard, ruim 2,2 miljard euro minder dan het referentiescenario.
Gascentrales
Bovendien is de uitbouw van een alternatief productiesysteem evenmin vanzelfsprekend. Zolang de technologie voor grootschalige opslag van energie nog niet op punt staat, blijft een systeem dat volledig op hernieuwbare energie draait een illusie.
Vertrouwen op import is evenmin zonder risico, zeker omdat ook de buurlanden steeds meer klassieke productiecentrales stilleggen.
De logische vervangers van de kernreactoren zijn gasgestookte centrales. De meeste draaien echter al jaren onvoldoende uren om rendabel te zijn. Technologieën met lagere marginale kosten, zoals groene en nucleaire energie, duwen ze uit de markt.
Daarom pleiten de energieproducenten voor een capaciteitsvergoeding. De centrales krijgen dan geld om beschikbaar te zijn, ongeacht of ze produceren of niet.
Johan Albrecht verwacht dat voor nieuwe gascentrales best wel een goede businesscase te maken zal zijn. Volgens zijn berekeningen – die eerstdaags verschijnen in Energietrilemma, een boek dat hij schreef voor de denktank Itinera – zal de gemiddelde load-factor (het aantal uren dat een gascentrale draait) de komende jaren aanzienlijk verbeteren.
In het regeerakkoord staat dat de kernuitstap er pas komt als de energiebevoorrading gegarandeerd is. Daarmee blijft op zijn minst een achterdeur openstaan.
Gascentrales die na 2025 operationeel worden, zouden 70 tot 87 procent van de tijd kunnen draaien. Zelfs indien 4000 MW aan kernenergieproductie zou openblijven, blijft dat ongeveer 50 procent ofwel dubbel zoveel als nu.
Alleen lost dat het probleem van de oudere gascentrales niet op. Die draaien nu in het slechtste geval amper 2 procent van de tijd en dat percentage blijft steken op 14 tot 24 procent in het beste geval, dus ver verwijderd van het break-evenpunt.
Nochtans is er wel behoefte aan die centrales: in alle scenario’s moet er tegen 2025 minstens 1800 MW productiecapaciteit bij komen.
Bovendien, merkt Albrecht op, is het best mogelijk dat het momentum voor de nieuwe gascentrales erg kort is.
“Europa streeft naar een volledig hernieuwbaar productiesysteem. Als dat lukt tegen 2050, dan kan de centrale die in 2025 wordt gebouwd, 25 jaar draaien. Bouw je ze later, dan vermindert je terugverdientijd. Bovendien zou het best kunnen dat diezelfde centrale ook duurder is, omdat er steeds minder aanbieders zullen zijn van een uitdovende technologie. Dus daar raak je mogelijk alsnog een deel van de 2,5 miljard euro kwijt, die je met een levensduurverlenging van de kerncentrales kan uitsparen.”
Ontmanteling
Het Verbond van Belgische Ondernemingen pleit voor het behoud van minstens de jongste twee kerncentrales. Voorstanders van kernenergie verwijzen ook graag naar Zweden en Zwitserland, twee landen die de geplande kernuitstap hebben uitgesteld om de CO2-emissiedoelstellingen te halen.
Hoe dan ook brengt de nakende sluiting van de kerncentrales de factuur voor de ontmanteling dichterbij. Daarom moeten de uitbaters van de kerncentrales – Electrabel en in veel kleinere mate EDF Luminus – een jaarlijkse bijdrage betalen aan Synatom. D
ie vennootschap moet daarmee de financiering verzekeren van de afbraak van de centrales en van het beheer van de bestraalde splijtstoffen.
Volgens de jongste cijfers heeft ze daarvoor 9,2 miljard euro in kas: 4,2 miljard voor de ontmanteling en 5 miljard voor de brandstoffen. Synatom moet om de drie jaar het studiewerk naar de methodologie voor de voorzieningen actualiseren. Al wordt niet elk voorstel aanvaard.
Zo besliste de bevoegde Commissie voor de Nucleaire Veiligheid eind vorig jaar de discontovoet te verlagen van 4,8 naar 3,5 procent. Dat zadelde Electrabel op met een extra factuur van meer dan een miljard euro.
Als alle kerncentrales in 2025 dichtgaan, moet Engie daarop 2,8 miljard euro afschrijven.
Of die bedragen voldoende zijn, is trouwens niet zo makkelijk te voorspellen, weet Evelyn Hooft, de woordvoerder van Niras, dat het nucleaire afval beheert.
“We hanteren een referentiescenario, maar de definitieve kostprijs kennen we pas wanneer we weten waar we het afval kunnen bergen en hoe diep dat zal gebeuren.”
Sowieso is het een tijdrovend proces. De afbraak van de opwerkingsfabriek Eurochemic in Dessel duurde bijna 24 jaar. Hooft: “Daarom hopen we dat de regering nog volgend jaar definitief kiest voor een geologische berging, zodat we de administratieve procedures kunnen opstarten en kunnen beginnen met het creëren van een draagvlak bij de bevolking.”
Toch lijkt nog een addertje onder het gras te zitten. Electrabel is maar verplicht aan dat fonds bij te dragen zolang het de nucleaire centrales uitbaat. Als die sluiten, valt de bijdrage voor de spaarpot weg.
Bovendien wijzen experts erop dat nog geen wettelijke regelingen zijn getroffen voor de Synatom-bijdragen in het geval Engie Electrabel geheel of gedeeltelijk zou afstoten, via een beursgang of een verkoop.
Met andere woorden: Engie zou dan niet alleen aandelen verkopen, maar ook de toekomstige risico’s voor het nucleair passief. Anne-Sophie Hugé, woordvoerder van Electrabel, benadrukt echter dat het plan, dat als codenaam Bianca meekreeg, momenteel niet aan de orde is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier